Overwegingen
2. In [plaats] is de horeca met name gelegen in de winkelstraten waaronder de [straat] . In het bestemmingsplan is de horeca specifiek bestemd. Horecabedrijven tot en met categorie 1c van de Staat van Horeca-activiteiten zijn op grond van het bestemmingsplan zonder meer toegestaan binnen de bestemming “ Centrum ”.In de [straat] vallen de meeste percelen binnen deze bestemming. Er zijn ook een aantal percelen die vallen binnen de bestemming “wonen”, waar horeca niet is toegestaan. Onder categorie 1 (lichte horeca) vallen volgens de Staat van Horeca-activiteiten bedrijven die in beginsel alleen overdag en ’s avonds zijn geopend en die daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. De nacht begint volgens artikel 1.1. van het Activiteitenbesluit milieubeheer om 23.00 uur.
3. De horecabedrijven van categorie 2 en 3 zijn uitsluitend ter plaatse van een functieaanduiding in het bestemmingsplan toegestaan.In de Staat van Horeca-activiteiten is beschreven dat onder categorie 2 (middelzware horeca) bedrijven vallen die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken, zoals een biljarthuis of een café. Onder categorie 3 (zware horeca) vallen bedrijven die voor een goed functioneren ook ’s nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen zoals een dancing, discotheek, nachtclub of partycentrum.In de toelichting bij het bestemminsplan is beschreven dat deze natte horeca wordt geclusterd in de [straat] . Op deze manier wordt voorkomen dat natte horeca zich verspreidt over het hele centrum en overlast veroorzaakt. In de [straat] hebben zes percelen de functieaanduiding horecacategorie 2 en vier percelen de functieaanduiding horecacategorie 3. Het college heeft op de zitting toegelicht dat de vier panden die onder categorie 3 vallen thans niet als zodanig gebruikt worden.
4. Het perceel van horecagelegenheid [derde-partij] heeft, zoals hiervoor al overwogen, geen functieaanduiding en dus is daar volgens het bestemmingsplan alleen horeca toegestaan tot ten hoogste categorie 1c. Het college heeft vergunninghouder een omgevingsvergunning verleend voor het gebruik van de horecagelegenheid in strijd met het bestemmingplan. Vergunninghouder heeft met de vergunning toestemming gekregen om het gebruik van de horecagelegenheid te wijzigen naar horecacategorie 2. Voor de omgevingsvergunning voor het wijzigen van de horecacategorie heeft het college de kruimelregeling toegepast.
5. Het college heeft beleidsruimte bij zijn besluitvorming over aanvragen die in strijd zijn met het bestemmingsplan. Als het college van mening is dat het bouwplan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, kan hij ervoor kiezen om zijn bevoegdheid tot afwijking van het bestemmingsplan al dan niet te gebruiken. De rechtbank toetst of het college met de motivering van het bestreden besluit bij een afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen.
6. Het college hanteert “Beleidsregels voor toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 2, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht”. Hierin wordt bepaald dat het college via een omgevingsvergunning afwijking van het bestemmingsplan kan toestaan voor een gebruikswijziging voor andere bouwwerken dan woningen, mits het uitsluitend bedrijfsmatige activiteiten betreft die geen onevenredige hinder opleveren voor het woon- en leefmilieu.
Ontvankelijkheid van het beroep
7. Het college stelt zich op het standpunt dat het beroep niet-ontvankelijk is omdat de brief van eiser van 4 maart 2022 niet als een beroepschrift kan worden aangemerkt. Volgens het college heeft eiser niet concreet aangevoerd waarom het bestreden besluit niet voldoende is gemotiveerd.
8. De rechtbank is van oordeel dat het beroep van eiser wel ontvankelijk is. Eiser schrijft in zijn brief van 4 maart 2022 dat in het tweede bestreden besluit feitelijk niets is veranderd ten opzichte van het eerste bestreden besluit, maar dat er andere bewoordingen worden gebruikt. Eiser heeft dit in zijn brieven van 15 juli 2022, 30 juli 2022, 25 augustus 2022 en
12 oktober 2022 herhaald en toegelicht. Eiser schrijft op 25 augustus 2022 en
12 oktober 2022 dat hij overlast ervaart van de bezoekers van [derde-partij] die buiten staan te roken. Verder schrijft hij dat het college geen nadere motivering heeft gegeven, maar is blijven uitgaan van zijn eigen onderzoek voor het verlenen van de omgevingsvergunning. De rechtbank ziet hierin voldoende concrete beroepsgronden om het beroep van eiser ontvankelijk te verklaren.
Inhoud en motivering van het bestreden besluit van 25 februari 2022
9. Eiser voert aan dat in het tweede bestreden besluit feitelijk niets is veranderd. Er staat volgens eiser geen goede of andere motivering in dit besluit dan waar de rechtbank eerder al over heeft geoordeeld. Eiser heeft op de zitting toegelicht geluidsoverlast te ervaren van bezoekers van de horecagelegenheid die buiten staan te roken en die bij het verlaten van de gelegenheid lawaai maken.
10. Het college heeft in het tweede bestreden besluit nogmaals toegelicht dat het college door het toevoegen van de specifieke horecafunctie geen substantiële toename van mogelijke overlast verwacht ten opzichte van de horeca die al op grond van het bestemmingsplan in de omgeving is toegestaan. De openingstijden van [derde-partij] verschillen nauwelijks met die van een restaurant. Het college meent dat de mogelijke overlast die ontstaat door bezoekers die de horecagelegenheid verlaten niet noemenswaardig anders zal zijn dan van een restaurant dat is toegestaan onder categorie 1.
11. Het college heeft het tweede bestreden besluit hiermee niet wezenlijk anders gemotiveerd dan het eerste bestreden besluit. Als voorschriften golden al dat de openingstijd tot maximaal 24.00 uur was en de achtergrondmuziek was reeds toegestaan tot 60-65 dB(A) zonder kenmerkende bastonen. Het enige dat het college heeft veranderd zijn de beleidsregels. De voorwaarden voor wijzigen van het gebruik dat er ‘geen hinder’ mag ontstaan voor het woon- en leefmilieu is gewijzigd in ‘geen onevenredige hinder’.
12. De rechtbank is het met eiser eens dat de geluidsoverlast van bezoekers van de horecagelegenheid die buiten staan te roken en de gelegenheid verlaten past bij horeca die valt onder categorie 2 en niet past bij horeca onder categorie 1 zoals een restaurant. In de [straat] vallen volgens het bestemmingsplan zes percelen onder horecacategorie 2 (middelzware horeca) en vier onder horecacategorie 3 (zware horeca). Aan het toevoegen van nóg een horecagelegenheid van categorie 2 moet een goede motivering ten grondslag liggen, omdat bij deze categorie een groter risico op hinder voor het woon- en leefklimaat van omwonenden te verwachten is, zoals ook is vermeld in de Staat van Horeca-activiteiten. Deze motivering ontbreekt.
13. De rechtbank heeft in de uitspraak van 5 november 2021al overwogen dat zij het college niet kan volgen in zijn toelichting dat er met de omgevingsvergunning geen substantiële hinder zal optreden. Partijen zijn het er over eens dat in de horecagelegenheid 110 bezoekers zijn toegestaan. Zoals ook in de tussenuitspraak van 25 juni 2021staat, heeft vergunninghouder op de zitting toegelicht dat het aantal bezoekers voor de verplichte sluiting van de horecagelegenheid door het coronavirus nog groeiende was. Tot die tijd waren bij grote sportevenementen al maximaal 90 bezoekers binnen geweest. Ook het standpunt dat het niet aannemelijk is dat de bezoekers van de horecagelegenheid zich veelvuldig zullen verplaatsen naar andere (eet)gelegenheden aan de [straat] in [plaats] is in strijd met wat vergunninghouder hierover destijds op de zitting heeft verklaard. Volgens vergunninghouder gaan zijn bezoekers als zij trek krijgen naar een andere horecagelegenheid in de [straat] om een maaltijd te halen en trekken de bezoekers vanuit de horecagelegenheid door naar andere kroegen en komen bezoekers van andere kroegen naar de horecagelegenheid. Het college heeft niet toegelicht waarom niet kan worden uitgegaan van de verklaringen van de vergunninghouder over de bezoekersaantallen en het verplaatsen van bezoekers naar andere horeca. Het college heeft hiermee niet afdoende gemotiveerd dat, hoewel de horecagelegenheid is gecategoriseerd onder categorie 2, de te verwachten geluidsoverlast van de gelegenheid vanwege het unieke concept vergelijkbaar is met een horecagelegenheid van categorie 1.
14. Het college heeft op de zitting opgemerkt dat de horecagelegenheid als een horecacategorie 1+ wordt beschouwd en niet als een categorie 2 zoals een café dat tot in de nacht is geopend. De rechtbank wijst in dit kader op artikel 1.1 van het Activiteitenbesluit milieubeheer waaruit volgt dat de nacht om 23.00 uur begint. Met een openingstijd tot maximaal 24.00 uur is bij [derde-partij] dus ook sprake van horeca-activiteiten in de nacht.