Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties;
- de brief van 20 januari 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
2.De feiten
3.Het geschil
beëindiging van de pachtovereenkomst tussen [eiser] q.q., als rechtsopvolger van mevrouw [A] , en [gedaagde] , met vaststelling van het tijdstip waarop [gedaagde] het verpachte dient te ontruimen;
meer subsidiair:
ontbinding van de pachtovereenkomst tussen [eiser] q.q., als rechtsopvolger van mevrouw [A] , en [gedaagde] , met ingang van de datum waarop het vonnis wordt uitgesproken, dan wel met ingang van een door de pachtkamer te bepalen datum, met veroordeling van [gedaagde] om het voorheen door hem gepachte geheel te ontruimen en ontruimd te houden, met de bepaling dat [gedaagde] aan [eiser] q.q. een dwangsom zal verbeuren van € 10.000,- per dag of dagdeel dat hij aan die veroordeling niet voldoet;
4.De beoordeling
4.12. Als [eiser] q.q. het bewijs wil leveren door het doen horen van getuigen, dan moet hij dit in voornoemde akte vermelden en de verhinderdata opgeven van alle partijen en van de op te roepen getuigen. De pachtkamer zal dan vervolgens een dag en uur voor een getuigenverhoor bepalen.
5.De beslissing
woensdag 5 juli 2023teneinde [eiser] q.q. in de gelegenheid te stellen bij akte aan te geven op welke wijze hij bewijs wil leveren;
- de namen en woonplaatsen van de getuigen moet opgeven;
- moet opgeven op welke dagen alle partijen, hun (eventuele) advocaten/gemachtigden en de getuigen
- voor het opgeven van verhinderdata geen uitstel zal worden verleend;
- als [eiser] q.q. geen gebruik maakt van de mogelijkheid om verhinderdata op te geven de pachtkamer eenzijdig een datum zal bepalen waarvan dan in beginsel geen wijziging meer mogelijk is;
- het getuigenverhoor zal kunnen worden bepaald op een niet daarvoor opgegeven dagdeel, indien bij de opgave minder dan het hiervoor verzochte aantal dagdelen zijn vrijgelaten;