De in rechtsoverwegingen 3.28, 3.29, 3.30 en 3.32 vermelde bedragen leiden tot het volgende.
In de periode van 1 augustus 2022 tot 1 februari 2023 komt voor rekening van de man aan totale kosten van de kinderen (3 x 205 =) € 615,- per maand en voor rekening van de vrouw
((2 x 273) + 205 =) € 751,- per maand. Het aandeel van de man in de kosten van de kinderen is betreffende voormelde periode berekend op € 811,- per maand, zodat hij € 196,- over heeft. Het aandeel van de vrouw is berekend op € 553,-, zodat zij € 198,- tekort heeft. Dit verschil is het gevolg van de eerder toegepaste afrondingen van de bedragen. Als de man
€ 197,- per maand aan de vrouw voldoet als kinderalimentatie, dragen partijen naar rato van hun draagkracht een gelijk deel van de kosten van de kinderen.
Vanaf 1 februari 2023 komt voor rekening van de man aan totale kosten van de kinderen
(3 x 212 =) € 636,- per maand en voor rekening van de vrouw ((2 x 282) + 212 =)
€ 776,- per maand. Het aandeel van de man in de kosten van de kinderen is vanaf 1 februari 2023 berekend op € 858,- per maand, zodat hij € 222,- over heeft. Het aandeel van de vrouw is berekend op € 552,-, zodat zij € 224,- tekort heeft. Dit verschil is het gevolg van de eerder toegepaste afrondingen van de bedragen. Als de man € 223,- per maand aan de vrouw voldoet als kinderalimentatie, dragen partijen naar rato van hun draagkracht een gelijk deel van de kosten van de kinderen.