ECLI:NL:RBMNE:2023:2433
Rechtbank Midden-Nederland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontruiming van een onbebouwd terrein door het Hoogheemraadschap met betrekking tot gedaagden zonder huisrecht
In deze zaak vordert het Hoogheemraadschap de ontruiming van een onbebouwd terrein dat zij bezit, waar gedaagden zich zonder recht of titel bevinden. De gedaagden, die het terrein op 21 april 2023 hebben gekraakt, claimen huisrecht op basis van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Grondwet. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat de gedaagden geen huisrecht hebben, omdat het terrein onbebouwd is en de gedaagden onrechtmatig handelen. De voorzieningenrechter stelt vast dat het Hoogheemraadschap een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, aangezien het terrein noodzakelijk is voor de uitvoering van hun wettelijke taken en er concrete bouwplannen zijn. De vordering tot ontruiming wordt toegewezen, met een termijn van één week voor de gedaagden om het terrein te verlaten. Daarnaast wordt bepaald dat de veroordeling tot ontruiming ook kan worden uitgevoerd tegen iedereen die zich binnen een jaar op het terrein bevindt. De gedaagden worden veroordeeld in de proceskosten van het Hoogheemraadschap, die zijn vastgesteld op € 1.861,73.