In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 20 februari 2023, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om naturalisatie beoordeeld. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had het verzoek afgewezen op basis van gerede twijfel over de identiteit en nationaliteit van eiser, die van Sierra Leoonse afkomst zou zijn. Eiser had eerder een verblijfsvergunning asiel gekregen, maar er waren twijfels over zijn nationaliteit naar aanleiding van een taalanalyse uit 2006, die concludeerde dat hij niet herleidbaar was tot de spraakgemeenschap van Sierra Leone.
Eiser heeft in zijn bezwaar verschillende documenten overgelegd, waaronder paspoorten en verklaringen van de Sierra Leoonse ambassade, om de gerede twijfel weg te nemen. De rechtbank oordeelt dat de Staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd waarom deze documenten niet als bewijs van identiteit en nationaliteit kunnen dienen. De rechtbank constateert een motiveringsgebrek en een zorgvuldigheidsgebrek in de voorbereiding van het bestreden besluit. De rechtbank geeft de Staatssecretaris de gelegenheid om eiser alsnog te horen en het motiveringsgebrek te herstellen binnen een termijn van twaalf weken.
De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep, en benadrukt dat de Staatssecretaris binnen twee weken moet aangeven of hij gebruik maakt van de gelegenheid om het gebrek te herstellen. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.