4.3.1Bewijsmiddelen
Uit het
proces-verbaal van aangiftevan 27 september 2019 volgt dat aangever [slachtoffer] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard (onder A):
V: Waarvan doe je aangifte?
A: Voor seksueel misbruik. Mijn oom [verdachte] heeft me vanaf mijn 8e tot en met mijn 12e misbruikt. Hij paste vaak op mij. Hij zat aan mijn vagina en borsten. Hij pakte mijn hand en hij drukte mijn hand op zijn piemel. Hij likte mij op mijn vagina. Hij probeerde zijn piemel in mijn vagina te stoppen. Vanaf mijn 12e kreeg ik seksuele voorlichting op school en toen kwam ik erachter dat het niet normaal was.
V: Welke situatie was het eerste wat je je kunt herinneren en wat is er toen gebeurd?A: Dat was rond mijn 8e ongeveer. Hiermee bedoel ik dat hij aan mijn tepels, kont en benen zat met zijn handen. Hij zat aan mijn clitoris. Hij wreef daar overheen. Hij ging dan ook met een vinger in mijn vagina. Hij ging dan de hele tijd heen en weer bewegen. Hij haalde zijn vinger erin en eruit. Hij kneep ook in mijn billen.
V: Wat voor gevoel had jij erbij?
A: Ik voelde me vies, hetzelfde gevoel dat ik nu ook heb.
V: Hoe zat het met de pijn?
A: Dat had ik niet, maar het voelde niet fijn?
V: In welk bos gebeurde dit?A: Dat was in Lelystad.
V: Ging hij iedere keer naar hetzelfde bos?A: Nee, maar wel naar stukken bos tussen Lelystad en Dronten in.V: Hoe vaak is dit gebeurd?A: Een stuk of 3 keer.
V: Wat heb jij van zijn piemel aangeraakt?
A: Ik heb zijn piemel aangeraakt in het midden. Hij deed mijn hand om zijn piemel waardoor ik zijn piemel in mijn hand vast had.
V:In hoeverre is er nog iets opvallends te zien aan de piemel van [verdachte] ?A: Het viel me op dat hij daar een moedervlek heeft zitten. Deze moedervlek zit in zijn lies aan zijn linkerkant. Ik zag deze moedervlek, omdat hij voor me stond. Het is geen heel grote maar ook geen hele kleine moedervlek.
V: In hoeverre zou je deze moedervlek ook kunnen zien als hij zijn onderbroek en broek nog aanheeft?
A: Niet.
V: Zou er een keer kunnen zijn geweest dat jij deze moedervlek om een andere reden hebt gezien?
A: Nee. Ik ben wel eens met hem in bad geweest, zoals ik al eerder heb verteld. Hij raakte mij toen ook aan. Ik moest van hem in bad. Dit was op de camping. In de blokhut waar hij woonde had je een bubbelbad. Hij kleedde zich uit en hij was naakt.V: Wanneer heeft [verdachte] geprobeerd met zijn piemel in jouw vagina te komen?A: Hij probeerde met zijn piemel aan de achterkant in mijn vagina te komen. Ik lag op mijn zij en hij lag achter mij. Ik voelde zijn piemel bij het gat van mijn vagina. Ik voelde dat hij met zijn piemel probeerde te duwen in de richting van mijn vagina. Ik was toen 10 à 11 jaar oud.
Uit het
proces-verbaal forensisch onderzoek persoonvan 29 november 2021 volgt dat verbalisant [verbalisant] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft bevonden:
Desgevraagd toonde de verdachte mij zijn bovenbenen en de liezen. Aan de binnenzijde van het rechter bovenbeen, net onder de lies, zag ik twee donkere, ronde huidverkleuringen welke gelijkend waren aan moedervlekken. Op het linker bovenbeen zag ik één dergelijke huidverkleuring. Op de linker lies zag ik eveneens twee donkere huidverkleuringen, gelijkend aan moedervlekken.
Uit het
proces-verbaal van verhoor getuigevan 4 november 2021 volgt dat [getuige 1] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard (onder A):
V: [aangeefster] vertelde in haar aangifte het verhaal over de badkamer waar jij [verdachte] en [slachtoffer] zou hebben gezien.A: [verdachte] en [A] hadden hun stacaravan en ze hadden apart een blokhut waar de badkamer en de wasmachine in stond. Mijn zus liep achter me aan. Ik doe de deur open. Ik zie [slachtoffer] op het toilet zitten. Ik zie [verdachte] voor haar staan, met haar gezicht ter hoogte van zijn kruis. [verdachte] deed snel zijn broek dicht toen.
V: Weet je nog op welke dag dit is gebeurd?
A: Ik denk dat het in de zomervakantie van 2013 was.
V: Je zei dat [verdachte] zijn broek dicht deed, was hij verder helemaal gekleed?A: Ja volgens mij wel.V: Hoe ver stond [verdachte] bij [slachtoffer] vandaan?A: Heel dichtbij.
0: Getuige houdt haar handen op ongeveer 30cm bij elkaar vandaan.
Uit het
proces-verbaal van verhoor getuigevan 8 november 2021 volgt dat [getuige 2] , de vader van aangeefster, onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, heeft verklaard (onder A):
V: Hoe vaak was [slachtoffer] bij een oppas?
A: Tussen de middag en na school, enkele dagen in de week. Tussen de middag ging ze veel naar [verdachte] en [A] . Daar ging [slachtoffer] zelf heen, want zij woonden dicht bij de school. Ook na schooltijd, als ik haar niet kon ophalen, ging [slachtoffer] naar hen toe.
V: Tussen de middag ging [slachtoffer] regelmatig naar [verdachte] en [A] . Hoe vaak was het in de avond?
A: Af en toe wel en af en toe niet. Als ik er was, dan was zij niet daar. Na de scheiding ging [slachtoffer] vaker naar de oppas.
V: Waren er nog andere mensen, naast [verdachte] en [A] , die oppasten?
A: Nee.
V: Waar woonden [verdachte] en [A] ?
A: In [woonplaats].
Bewijsoverwegingen
In zedenzaken gaat het in de kern vaak om het woord van de aangever tegen dat van de verdachte. Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad kan worden afgeleid dat in dergelijke gevallen niet is vereist dat de handelingen als zodanig bevestiging vinden in ander bewijsmateriaal, maar dat het afdoende is wanneer de verklaring van de aangever op onderdelen steun vindt in andere bewijsmiddelen, afkomstig van een andere bron dan degene die de belastende verklaring heeft afgelegd. Tussen de verklaring en het overige gebezigde bewijsmateriaal mag geen sprake zijn van een te ver verwijderd verband.
Betrouwbaarheid verklaring aangeefster
Op basis van het dossier stelt de rechtbank vast dat de aangifte feitelijk en concreet is. Aangeefster heeft voldoende duidelijk en gedetailleerd verklaard over de seksuele handelingen die verdachte bij haar heeft verricht in de ten laste gelegde periode. Zij verklaart gedetailleerd over welke seksuele handelingen er werden verricht, waar dit gebeurde en over het gevoel dat zij hierbij had. De verklaring van aangeefster komt naar het oordeel van de rechtbank authentiek over en de rechtbank ziet noch in het dossier noch in hetgeen ter terechtzitting is besproken aanleiding om te veronderstellen dat aangeefster reden zou hebben om onwaar en zeer belastend over verdachte te verklaren.
Steunbewijs
Ondersteunend bewijs voor de verklaring van aangeefster vindt de rechtbank allereerst in de aanwezigheid van een moedervlek in de linker lies van verdachte, waarover aangeefster heeft verklaard. De moedervlek is volgens aangeefster niet te zien als verdachte zijn onderbroek aan heeft. Uit forensisch onderzoek aan verdachte is gebleken dat verdachte inderdaad een huidverkleuring, gelijkend op een moedervlek, in zijn linker lies heeft. Op de foto die hiervan van dichtbij is genomen, is te zien dat verdachte zijn onderbroek opzij schuift om de huidverkleuring zichtbaar te maken. De verklaring van verdachte, dat aangeefster de moedervlek kan hebben waargenomen tijdens het omkleden in het zwembad, acht de rechtbank niet aannemelijk. Evenmin acht de rechtbank aannemelijk dat aangeefster via aangeefster [aangeefster] (de ex partner van verdachte) van de moedervlek heeft gehoord, hetgeen ook overigens niet door de raadsvrouw is onderbouwd.
Verder ziet de rechtbank steun voor de verklaring van aangeefster in de verklaring die getuige [getuige 1] heeft afgelegd. [getuige 1] verklaart verdachte samen met aangeefster in de blokhut te hebben aangetroffen. Aangeefster zat op het toilet en had haar gezicht ter hoogte van het kruis van verdachte, die voor haar stond. Verdachte deed zijn broek snel dicht, toen [getuige 1] de deur opende. [getuige 1] verklaart dat zij aangeefster en verdachte in de zomer van 2013 in de blokhut trof en direct naar buiten is gelopen.
Naar het oordeel van de rechtbank biedt de verklaring van [getuige 1] concrete steun voor de gedragingen die aan verdachte ten laste zijn gelegd, omdat aangeefster heeft verklaard dat seksuele handelingen soms in de blokhut plaatsvonden. Dat aangeefster, wanneer zij in september 2019 aangifte doet over een lange periode waarin verdachte haar heeft misbruikt, niet uit zichzelf over dit voorval heeft verklaard, doet onder die omstandigheden – anders dan de raadsvrouw heeft betoogd – geen afbreuk aan de betrouwbaarheid van haar verklaring en evenmin aan de waarde van de verklaring van [getuige 1] als steunbewijs.
Tot slot merkt de rechtbank op dat er geen contra-indicaties zijn gebleken voor de verklaring van aangeefster.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
Zorg en waakzaamheid
Ten aanzien van het onder feit 1 primair tenlastegelegde komt de rechtbank ook tot een bewezenverklaring van de strafverzwarende component, te weten dat aangeefster ten tijde van het ten laste gelegde feit aan de zorg of waakzaamheid van verdachte was toevertrouwd. Hoewel verdachte tegenover de politie heeft ontkend dat hij in de ten laste gelegde periode regelmatig op aangeefster heeft gepast, volgt uit de verklaring van aangeefster en haar vader dat aangeefster in de ten laste gelegde periode met grote regelmaat aan de zorg van verdachte en zijn toenmalige partner was toevertrouwd.