Beoordeling door de rechtbank
1. In deze zaak is relevant dat eiseres tot 2010 een relatie had met [betrokkene] (betrokkene). Eiseres en betrokkene hebben tijdens hun relatie samen een huis gekocht. Nadat de relatie is beëindigd hebben zij de woning verdeeld in twee woonlagen met elk een eigen woon- en slaapgedeelte en keuken. Sanitair in de vorm van een douche wordt gedeeld en er is een gezamenlijk voordeur. Beiden zijn mede-eigenaar van de woning en ze hebben een gezamenlijke bankrekening voor de hypotheek en andere financiële zaken die te maken hebben met (het onderhoud van) de woning. Beiden maken maandelijks een bedrag van € 400,- over op deze gezamenlijke bankrekening.
2. Verweerder stelt dat eiseres een gezamenlijke huishouding voert met betrokkene. Dit beoordeelt verweerder aan de hand van het huisvestingscriterium en zorgcriterium.
3. Volgens verweerder wordt aan het huisvestingscriterium voldaan, omdat eiseres en betrokkene beiden op hetzelfde adres staan ingeschreven en beiden daar feitelijk wonen nu betrokkene 4 nachten in de week in de gezamenlijke woning verblijft. Voorts is verweerder niet gebleken dat sprake is van een commerciële relatie.
4. Ook wordt volgens verweerder aan het zorgcriterium voldaan. Verweerder geeft hiervoor de volgende redenen:
- Beiden leveren een financiële bijdrage aan de kosten van de woning door het betalen van de hypotheek, onderhoudskosten, aansluiting voor de tv en internet en energiekosten;
- er is sprake van een gezamenlijke inboedelverzekering;
- eiseres en betrokkene doen gezamenlijk hun belastingaangifte;
- beiden verzorgen de tuin; en
- betrokkene maakt de gezamenlijke douche schoon.
6. Volgens eiseres gaat verweerder ten onrechte er van uit dat zij met betrokkene een gezamenlijk huishouden voert. Dat zowel eiseres als betrokkene hun hoofdverblijf hebben in de woning is niet in geschil maar verweerder stelt ten onrechte dat sprake is van wederzijdse zorg. De gezamenlijke en/of bankrekening wordt enkel gebruikt voor kosten met betrekking tot de woning. Verder wordt niet voor elkaar gezorgd in de vorm van schoonmaken, koken, verzorging bij ziekte of gebrek of dergelijks. Dit doet eiseres zelf of zij krijgt daarvoor hulp van anderen.
7. Volgens verweerder is er in dit geval wel sprake van wederzijdse zorg. Verweerder wijst in dat verband op het volgende. Betrokkene maakt de douche schoon, betrokkene en eiseres verzorgen beiden de tuin en er is sprake van financiële verstrengeling. De gezamenlijke rekening lijkt volgens verweerder een spaarpot/buffer te zijn, gezien het creditsaldo van € 15.000,-. Dat eiseres en betrokkene gezamenlijk belastingaangifte doen omdat dit voordelig is en ze een gezamenlijke inboedelverzekering hebben, wijst volgens verweerder er op dat de financiële verstrengeling verder gaat dat alleen het delen van de woonlasten.
8. Bij een gezamenlijke huishouding gaat het er niet om of de betrokken personen vriendschappelijke betrekkingen met elkaar onderhouden en ook zijn de intenties van partijen niet van belang. Het gaat er uitsluitend om of de betrokken personen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en of zij blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins.
9. In deze zaak is niet in geschil dat eiseres en betrokkene hoofdverblijf hebben in hun gezamenlijke woning. Partijen zijn verdeeld over de vraag of voldaan is aan het criterium van wederzijdse zorg tussen eiseres en betrokkene. Deze zorg kan blijken uit een financiële verstrengeling die verder gaat dan alleen het delen van de met wonen samenhangende lasten. Als er weinig of geen financiële verstrengeling is, kunnen ook andere feiten en omstandigheden voldoende zijn om aan te nemen dat de betrokkenen in zorg voor elkaar voorzien. Daarbij moeten alle gebleken, niet van subjectieve aard zijnde feiten en omstandigheden worden betrokken.
10. De rechtbank oordeelt dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd dat er sprake is van wederzijdse zorg tussen eiseres en betrokkene. De rechtbank volgt verweerder niet dat er sprake is van dermate financiële verstrengeling die verder gaat dan alleen het delen van de met wonen samenhangende lasten. Eiseres en betrokkene zijn mede-eigenaar van de woning en beiden betalen de helft van de hypotheek, onderhoudskosten, aansluiting voor tv en internet en de gezamenlijke inboedelverzekering. Daartoe maken zij ieder een bedrag van € 400,- per maand over op de gezamenlijke bankrekening. De rechtbank acht van belang dat er in dit geval geen sprake is van traditionele samenwoning. Eiseres en betrokkene hebben tijdens hun relatie samen de woning gekocht. Meer dan tien jaar geleden is de relatie verbroken en eiseres en betrokkene hebben vervolgens een woonsituatie gecreëerd die zij vanwege de financiële consequenties niet kunnen beëindigen. Zij hebben eerder getracht de woning in juridische zin te splitsen, maar de gemeente heeft daartoe geen toestemming verleend. Eiseres en betrokkene wonen ieder op een eigen verdieping, voeren hun eigen huishouden en delen enkel nog de douche en de voordeur. Dat eiseres en betrokkene geen aparte inboedelverzekering hebben komt de rechtbank daarom niet vreemd voor. Verder volgt uit verklaringen van eiseres dat zij en betrokkene niet elkaars erfgenaam (zullen) zijn.
11. Daarnaast is in dit specifieke geval duidelijk waar de gezamenlijke en/of bankrekening voor is bedoeld. Eiseres en betrokkene dragen iedere maand hetzelfde bedrag af ten behoeve van de kosten en onderhoud van de woning en het perceel. Dat het saldo op deze rekening € 15.000,- bedraagt, acht de rechtbank niet per definitie ongebruikelijk omdat bedoeld is dit aan te wenden voor de noodzakelijke en omvangrijke werkzaamheden omtrent het onderhoud van het huis zoals schilderwerk. De rechtbank ziet niet in dat het tegoed op deze bankrekening ongebruikelijk hoog is gezien het doel van de bankrekening.
12. Ten aanzien van de gezamenlijke belastingaangifte in verband met een gunstige hypotheekrenteaftrek danwel teruggave van teveel betaalde loonbelasting, overweegt de rechtbank dat eiseres – naar eigen zegge - in enige mate financieel voordeel uit deze constructie haalt. Zoals uit vaste jurisprudentie volgt, kunnen bij geringe financiële verstrengeling ook andere feiten en omstandigheden voldoende zijn om aan te nemen dat de betrokkenen in zorg voor elkaar voorzien. De rechtbank oordeelt dat het gezamenlijk verzorgen van de tuin onvoldoende is om aan te nemen dat eiseres en betrokkene voor elkaar zorgen en betrekt daarbij dat tijdens de zitting is verduidelijkt dat beiden soms wat onkruid weghalen, maar dat er verder niet veel aan tuinonderhoud wordt gedaan. Bovendien maakt dit onderdeel uit van het onderhoud dat hoort bij de gezamenlijke woning. Wat resteert is dat betrokkene de gezamenlijke douche schoonmaakt. Wat daar ook van zij, dit is onvoldoende om uit te gaan van wederzijdse zorg.