RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
zaaknummers: UTR 22/4150 en UTR 22/4138
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 maart 2023 in de zaak tussen
[eiser 1] en [eiser 2] , uit [woonplaats] , eisers
(gemachtigde: mr. A.H.H. Nauta),
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad, verweerder
(gemachtigde: mr. M. de Roode en M. Ferdinandy).
Inleiding
1. Eisers ontvangen een bijstandsuitkeringnaar de norm voor gehuwden. Zij hebben op 2 maart 2022 een individuele inkomenstoeslag aangevraagd.
2. Eén van de verplichting voor de bijstandsuitkering is dat eisers zich moeten inspannen om algemeen geaccepteerde arbeid te krijgen. Een werkcoach geeft hierbij begeleiding.
3. Volgens verweerder heeft eiser de heer [eiser 1] niet voldaan aan deze verplichting, omdat hij niet zou zijn gekomen op een kennismakingsgesprek van [bedrijf 1] op 17 februari 2022. Ook zou eiser geweigerd hebben werkzaamheden uit te voeren tijdens de proefdagen van [bedrijf 2] . Hij heeft op 25 februari 2022 in een telefonisch gesprek met de werkcoach meegedeeld te zijn gestopt met de proefdagen.
4. Met het besluit van 16 maart 2022 (het primaire besluit 1) heeft verweerder de bijstandsuitkering van eisers voor één maand volledig gekort (de maand maart 2022). De reden is dat eisers volgens verweerder onvoldoende hebben geprobeerd algemeen geaccepteerde arbeid te krijgen.
5. Daarna is met het besluit van 24 maart 2022 (het primaire besluit 2) de gevraagde individuele inkomenstoeslag geweigerd. Eén van de voorwaarden hiervoor is dat eisers zich voldoende moeten inspannen om de inkomenspositie te verbeteren. Verweerder verwijst naar de maatregel die is opgelegd, met het primaire besluit 1, en stelt dat eisers hier niet aan hebben voldaan.
6. Met de besluiten van 25 juli 2022 (het bestreden besluit 1 en 2) heeft verweerder het bezwaar van eisers tegen de primaire besluiten 1 en 2 ongegrond verklaard.
7. De rechtbank heeft de beroepen op 30 januari 2023 op zitting behandeld. Eisers waren aanwezig, bijgestaan door hun gemachtigde. Ook was de dochter van eisers aanwezig. Verweerder heeft zich door zijn gemachtigden laten vertegenwoordigen.
Inhoud bestreden besluiten (in essentie weergegeven)
8. Verweerder stelt dat de bijstandsuitkering van eisers op goede gronden is verlaagd.
Eiser [eiser 1] heeft niet voldoende meegewerkt aan de aangeboden voorzieningen tot arbeidsinschakeling.Zo is hij niet op een kennismakingsgesprek gekomen met [bedrijf 1] en heeft hij geweigerd werkzaamheden uit te voeren tijdens proefdagen van [bedrijf 2] . Het lag op de weg van eiser al direct in de primaire besluitfase met objectief en verifieerbare bewijsstukken te onderbouwen dat hij in medisch opzicht beperkt is.
9. Volgens verweerder blijkt uit de (later overgelegde) medische stukken niet dat eiser volledig arbeidsongeschikt is en er helemaal geen arbeidsmogelijkheden zijn. Eiser had niet bij voorbaat zelf eenzijdig mogen beslissen de verplichting niet na te komen. Hij had wel op het kennismakingsgesprek met [bedrijf 1] kunnen verschijnen. Daar hoefde hij nog geen werk uit te voeren. Door dit niet te doen heeft eiser het zoeken naar alternatieven belemmerd; er had bijvoorbeeld gekeken kunnen worden naar mogelijkheden om de werkzaamheden voor eiser aan te passen. Ook op andere punten heeft eiser niet meegewerkt. Hij wilde bijvoorbeeld geen gebruik maken van de optie om leerlingenvervoer aan te vragen (om de belemmering van de werktijden weg te nemen) en geen gebruik maken van een nachtbril. Hier staat tegenover dat de werkcoach wel een zorgvuldige afweging heeft gemaakt, die is toegespitst op eisers situatie. Zo is juist voor [bedrijf 1] en [bedrijf 2] gekozen, omdat eiser heeft meegedeeld dat hij niet overdag kan werken vanwege de gezinssituatie.
10. Verder is niet aannemelijk dat sprake was van miscommunicatie. Uit het bezwaarschrift en de hoorzitting is gebleken dat eiser de opgelegde verplichting heeft begrepen en meermaals de gelegenheid heeft gekregen hierover in gesprek te gaan met de werkcoach. Als al sprake zou zijn van een taalbarrière dan komt deze voor risico van eiser. Hij moet zich adequaat laten informeren.
11. Over de inkomenstoeslag heeft verweerder gesteld dat eisers niet voldoen aan de voorwaarden hiervoor.Eén van de voorwaarden is namelijk dat betrokkenen zich voldoende inspannen om de inkomenspositie te verbeteren. Dit is volgens verweerder niet het geval, vanwege de opgelegde maatregel over de maand maart 2022.