Uitspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 23 februari 2022
ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
- dhr. [aangever 1] , namens ABN AMRO bank;
- dhr. [aangever 2] , namens ING bank.
INLEIDING
TENLASTELEGGING
VOORVRAGEN
WAARDERING VAN HET BEWIJS
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
BEWEZENVERKLARING
STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
OPLEGGING VAN STRAF
De vordering van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
BESLAG
De in beslag genomen goederen
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
BENADEELDE PARTIJ
De vorderingen
Het standpunt van de officier van justitie
- De vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 11] , [benadeelde 14] , [benadeelde 12] , [benadeelde 1] en [benadeelde 10] zijn geheel door de ABN AMRO bank vergoed. Deze benadeelde partijen moeten daarom in hun vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
- Van de vordering die [benadeelde 13] namens [bedrijf 2] BV heeft ingediend, is een gedeelte van de materiële schade door de banken vergoed. De ING bank heeft een bedrag van € 7.000,- vergoed. ABN AMRO bank heeft een bedrag van € 71.907,- vergoed. Dat betekent dat van de gevorderde materiële schade een bedrag € 15.494,- resteert dat voor toewijzing vatbaar is. Van de gevorderde immateriële schade is wat de officier van justitie betreft een bedrag van € 500,- voor toewijzing vatbaar. Voor het overige gedeelte van de gevorderde materiële en immateriële schade moet de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard. Voor zover de vordering ziet op de gemaakte proceskosten, moet de benadeelde partij ook niet-ontvankelijk worden verklaard.
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
BESLISSING
gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden;
6 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
proeftijd van twee jarenvast;
bijzondere voorwaarden
- wijst de vordering van de ABN AMRO bank toe tot een bedrag van € 239.989,-;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de ABN AMRO bank van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2021 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart de ABN AMRO bank voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt verdachte ook hoofdelijk in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van de Rabobank toe tot een bedrag van € 16.694,92,-;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de Rabobank van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2019 over € 4.826,- en € 120,- ( [benadeelde 7] ) vanaf 12 juni 2020 over € 10.008,92 en € 120,- ( [benadeelde 3] ) en vanaf 29 mei 2020 over € 1.500,- en € 120,- ( [benadeelde 4] ) tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart de Rabobank voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk;
- veroordeelt verdachte ook hoofdelijk in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van de ING bank toe tot een bedrag van € 10.655,80;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan de ING bank van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 januari 2021 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart de ING bank voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk;
- veroordeelt verdachte ook hoofdelijk in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [benadeelde 9] af;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk in de kosten door de benadeelde partij begroot op nihil;
- wijst de vordering van [benadeelde 13] af;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk in de kosten door de benadeelde partij begroot op nihil;
- wijst de vordering van [benadeelde 14] af;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk in de kosten door de benadeelde partij begroot op nihil;
- wijst de vordering van [benadeelde 16] toe tot een bedrag van € 11.000,-;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 16] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 juli 2019 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 16] aan de Staat € 11.000,- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 juli 2019 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 50 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- veroordeelt verdachte ook hoofdelijk in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [benadeelde 11] toe tot een bedrag van € 51.102,-;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 11] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 december 2019 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 11] aan de Staat € 51.102- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 december 2019 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 200 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- veroordeelt verdachte ook hoofdelijk in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [benadeelde 6] toe tot een bedrag van € 4.841,-;
- wijst de vordering van [benadeelde 6] voor wat betreft het immateriële deel van € 500,- af;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 6] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 juli 2019 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 6] aan de Staat € 4.841,- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 juli 2019 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 25 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- veroordeelt verdachte ook hoofdelijk in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart [benadeelde 12] niet-ontvankelijke in de vordering;
- veroordeelt [benadeelde 12] in de kosten door verdachte gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [benadeelde 19] af;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk in de kosten door de benadeelde partij begroot op nihil;
- verklaart [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering;
- veroordeelt [benadeelde 1] in de kosten door verdachte gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [benadeelde 10] af;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk in de kosten door de benadeelde partij begroot op nihil;
- wijst de vordering van [benadeelde 2] toe tot een bedrag van € 17.317,53;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 2] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 mei 2020 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- wijst de vordering voor wat betreft het meer gevorderde af;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 2] aan de Staat € 17.317,53 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 mei 2020 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 85 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- veroordeelt verdachte ook hoofdelijk in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bijlage I:
DE TENLASTELEGGING
Bijlage II:
DE BEWIJSMIDDELEN
Op 8 juli 2019 is het volgende bedrag bijgeschreven en contant opgenomen:
Op 8 juli 2019 is het volgende bedrag bijgeschreven en contant opgenomen:
TNG Mule rekening: [rekeninghouder 11]
Datum + Tijdstip Cash-out: 04-01-2020 14.11 tot 14.12 uur
Datum + Tijdstip Cash-out: 28 dec 2019 - 20:33 tot 20:35 uur 2x, totaal € 3.780,- Identiteit Casher: [verdachte] . [45]
Datum + Tijdstip Cash-out: 28 dec 2019 – 22.29 tot 22.30 uur 1x, totaal € 1450,-
TNG Mule rekening: [rekeninghouder 12]
Datum + Tijdstip Cash-out: 03-01-2020 13.53 tot 14.05 uur
1499
1498
1497
1490
1495
1494
de rechtbank begrijpt: [rekeninghouder 14]), [rekeningnummer] , 5x een bedrag overgemaakt van € 1.812, € 1.856, € 1.843, € 1.877 en € 1.856,-. [54]
TNG Mule rekening: I. [rekeninghouder 14] ,
TNG Mule rekening: [rekeninghouder 16] ,
Datum + Tijdstip Cash-out: 07-01 -2020 13.28 tot 13.39 uur
Aantal pintransacties: 4x
Bedrag Cash-out: € 9.360,-
Identiteit Casher: [verdachte] . [60]
de rechtbank begrijpt: ING) Green (
de rechtbank begrijpt: ABN Amro)
de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 1]) op 14 december 2019 luidt – zakelijk weergegeven – als volgt:
- Donkergroene Moose Knuckles jas, nieuwwaarde € 995,00
- Zwart bomberjack van Canada Goose
- Dsquared schoenen
- Blauwe spijkerbroek Armani
- Bruine Gucci riem
- Zwarte Gucci riem
- Witte Louboutins sneakers maat 41,5
- Jas Parajumpers XS. [122]