ECLI:NL:RBMNE:2022:6280
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag WIA-uitkering wegens onvoldoende medische onderbouwing van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft eiseres, die in het verleden als schoonmaakster werkte, een WIA-uitkering aangevraagd na zich ziek te hebben gemeld met gezondheidsklachten. Na een onderzoek door een verzekeringsarts van het Uwv zijn haar arbeidsbeperkingen vastgesteld, maar het Uwv heeft haar aanvraag afgewezen omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het Uwv heeft het besluit gehandhaafd. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het beroep op 4 november 2022 behandeld. Eiseres stelde dat het onderzoek niet zorgvuldig was uitgevoerd, omdat zij in de bezwaarprocedure niet was gehoord en er geen medisch onderzoek had plaatsgevonden. De rechtbank oordeelde echter dat het Uwv zijn besluitvorming had gebaseerd op zorgvuldige rapporten van verzekeringsartsen en dat er geen nieuwe medische gegevens waren ingediend die de eerdere beoordeling konden weerleggen. De rechtbank concludeerde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was verricht en dat de verzekeringsartsen op basis van de beschikbare informatie tot een juiste beoordeling waren gekomen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard, omdat eiseres niet had aangetoond dat de geduide functies haar belastbaarheid overschreden. De rechtbank oordeelde dat de arbeidsdeskundige voldoende had gemotiveerd waarom de functies passend waren. De uitspraak werd gedaan door mr. J.C. Hooker en is openbaar uitgesproken op 20 december 2022.