ECLI:NL:RBMNE:2022:6276
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om naturalisatie op basis van openbare orde en rehabilitatietermijn
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 15 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een verzoek om naturalisatie door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, een Jamaicaanse vrouw die sinds 6 juni 2020 in het bezit is van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd, had op 24 september 2020 een verzoek om naturalisatie ingediend. Dit verzoek werd afgewezen op 22 oktober 2021, omdat er ernstige vermoedens bestonden dat zij een gevaar voor de openbare orde vormde, gebaseerd op een eerder opgelegde werkstraf van 8 uur wegens diefstal. De Staatssecretaris handhaafde deze afwijzing in een bestreden besluit van 2 februari 2022.
Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat de Staatssecretaris onvoldoende had gemotiveerd dat zij een gevaar voor de openbare orde vormde. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris terecht had afgewezen, omdat de rehabilitatietermijn van vijf jaar, die begint na het voltooien van de taakstraf, nog niet was verstreken. De rechtbank benadrukte dat de afwijzing van het naturalisatieverzoek niet onredelijk was, gezien de strikte regels omtrent naturalisatie en de ernst van de gepleegde misdaad.
De rechtbank concludeerde dat de door eiseres aangevoerde omstandigheden, zoals haar spijt en goede integratie in de Nederlandse samenleving, niet als bijzondere omstandigheden konden worden aangemerkt die aanleiding gaven om van het beleid af te wijken. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat eiseres na het verstrijken van de rehabilitatietermijn opnieuw een verzoek om naturalisatie kan indienen.