ECLI:NL:RBMNE:2022:613
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van onterecht ontvangen voorschot op Wajong-uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 25 januari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) inzake de terugvordering van een onterecht ontvangen voorschot op de Wajong-uitkering. Eiser, die sinds 16 december 1997 een Wajong-uitkering ontvangt, kreeg over de periode van 1 december 2019 tot en met 30 november 2020 een totaalbedrag van € 1.326,97 aan voorschot dat ten onrechte was uitbetaald. Dit bedrag was te hoog omdat de inkomsten van eiser hoger waren dan het Uwv had ingeschat. Eiser had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het Uwv, maar dit werd ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat het Uwv terecht had vastgesteld dat eiser te veel voorschot had ontvangen en dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien. De gemachtigde van eiser had weliswaar gewezen op de financiële gevolgen van de terugvordering, maar de rechtbank vond deze argumenten onvoldoende om aan te nemen dat eiser in een onaanvaardbare situatie zou komen. De rechtbank benadrukte dat de terugvordering op juiste wijze was vastgesteld en dat de wetgeving het Uwv in staat stelt om terugvorderingen te doen in dergelijke gevallen.
De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, omdat hiervoor geen aanleiding bestond.