ECLI:NL:RBMNE:2022:6044
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van eiseres in het kader van de Wet WIA en de aanvraag voor een IVA-uitkering
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 18 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die een WIA-uitkering heeft aangevraagd, en haar (ex-)werkgeefster, alsook de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres heeft zich in 2011 ziekgemeld en heeft sindsdien verschillende uitkeringen ontvangen, waaronder een WGA-uitkering en een Ziektewet-uitkering. In 2020 heeft zij verzocht om een herbeoordeling van haar arbeidsongeschiktheid, waarna het Uwv haar per 12 maart 2018 80-100% arbeidsongeschikt achtte, maar haar aanvraag voor een IVA-uitkering afwees. Eiseres en haar (ex-)werkgeefster hebben hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op een zitting waar eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, terwijl het Uwv niet verscheen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het Uwv voldoende onderbouwd heeft dat eiseres per datum in geding niet duurzaam arbeidsongeschikt is. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft geconcludeerd dat er nog behandelmogelijkheden zijn voor eiseres, en dat haar klachten kunnen verbeteren na een behandeling voor haar opiatenverslaving. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiseres en haar (ex-)werkgeefster verworpen en geoordeeld dat het Uwv terecht heeft beslist dat eiseres geen recht heeft op een IVA-uitkering. De beroepen zijn ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.