04.25.18uur
Ik hoorde een salvo van een automatisch wapen, ik hoorde 5 of meer schoten.
Verklaring slachtoffer [slachtoffer 2]
heeft in zijn verhoor onder meer het volgende verklaard:
Ik werd aangevallen van achteren. lk kreeg klappen op mijn hoofd. Ik kwam ten val. Ik hoorde schoten. Ik lag daar op de grond. Ik dacht dat ik geraakt was, op dat moment.
Die jongen die stond dat, ik weet niet wat hij allemaal aan het doen was. Er was een moment dat hij weg was, ik kon het niet goed zien maar ik dacht dat hij weg was. Ik was gewond en lag op de grond. Ik hoorde schoten. Ik hoorde iemand gillen. Ik hoorde iemand gillen hij
komt terug, ze komen terug. Op het moment dat ik dat hoorde dacht ik ben dood, ik was al
gewond, ik wist niet waar ze vandaan zouden komen. Ik had geen zicht van alles was
gebeurde. Ik zag dat er een auto kwam.
Proces-verbaal aantreffen vuurwapens in de Mercedes
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 6] en [verbalisant 7] staat onder meer het volgende:
Op zondag 6 maart 2022, omstreeks 04.45 uur, kwamen wij ter plaatse bij het Amstelland Ziekenhuis.
Ik, verbalisant zag dat er voor de ingang van de Spoedhulp een donker kleurig voertuig geparkeerd stond, merk Mercedes. Het voertuig was voorzien van het kenteken [kenteken] . Ik verbalisant opende het portier.
Aantreffen eerste vuurwapen:
Ik verbalisant zag een metalen kolf onder de persoon uitkomen.
Ik verbalisant zag dat het een vuurwapen van ongeveer 40 centimeter lang betrof met een ingeklapte kolf een staafmagazijn en een voorgrip vlak voor de loop.
Aantreffen tweede vuurwapen:
Ik verbalisant opende het rechter achterportier van het voertuig. Ik verbalisant zag op de bijrijder stoel aan de voorzijde van het voertuig een tweede automatisch vuurwapen liggen. Dit vuurwapen zag eruit als een machine pistool gelijkend op een micro uzi.
Categorisering vuurwapens en munitie
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 8] staat onder meer het volgende:
Goednummer: PL0900-2022063580-2957778
SIN: AAPN5043NL
Wapen: vuurwapen, pistoolmitrailleur (foto's 1 t/m 5)
Categorie: II sub 2
Bovenvermeld voorwerp is een vuurwapen, pistoolmitrailleur, merk Ingram, model M11
(Mac11), kaliber 9x17mm (=9mm kort, .380ACP, .380 Auto).
Deze pistoolmitrailleur is een voorwerp dat bestemd is om projectielen of stoffen
door een loop af te schieten. De werking van deze pistoolmitrailleur berust op het
teweegbrengen van een scheikundige ontploffing. Aan deze pistoolmitrailleur is, op
de linkerzijde van de kast, een vuurregelaar aangebracht (foto 3). Deze vuurregelaar kan op twee (2) standen, namelijk SEMI (semi-automatisch) en FULL (volautomatisch) worden geplaatst. Door het Nederlands Forensisch Instituut te Den Haag zijn met dit vuurwapen proefschoten gehouden. Hierbij bleek dit vuurwapen geschikt te zijn om zowel semi - als volautomatisch te kunnen vuren.
Derhalve is deze pistoolmitrailleur een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 gelet op artikel 2 lid 1 categorie II onder 2 van de Wet wapens en munitie. Deze pistoolmitrailleur is gemaakt van metaal en is zwart van kleur. Deze pistoolmitrailleur is voorzien van een verwisselbaar patroonmagazijn (foto's 4 en 5).
Goednummer : PL0900-2022063580-2957781
SIN: AAPN5044NL
Wapen: vuurwapen, pistoolmitrailleur (foto's 6 t/m 10)
Categorie: II sub 2
Bovenvermeld voorwerp is een vuurwapen, pistoolmitrailleur, merk Beretta, onder licentie gefabriceerd door FN, model M12, kaliber 9mm Para (=x19mm).
Deze pistoolmitrailleur is een voorwerp dat bestemd is om projectielen of stoffen door een loop af te schieten. De werking van deze pistoolmitrailleur berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing. Aan deze pistoolmitrailleur is, op de linkerzijde van de kast, een vuurregelaar aangebracht (foto 8). Deze vuurregelaar kan op drie (3) standen, namelijk R (volautomatisch), I (semi-automatisch) en S (veilig) worden geplaatst.
Door het Nederlands Forensisch Instituut te Den haag zijn met dit vuurwapen proefschoten gehouden. Hierbij bleek dit vuurwapen geschikt te zijn om zowel semi als volautomatisch te kunnen vuren.
Derhalve is deze pistoolmitrailleur een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 gelet op artikel 2 lid 1 categorie II onder 2 van de Wet wapens en munitie.
3.
Goednummer: PL0900-2022063580-2957783
SIN: AAPN5045NL
Munitie: 12 scherpe patronen (foto's 11 en 12)
Categorie: III
Bovengenoemde scherpe patronen kaliber 9mm Luger/9x19mm, merken S&B (5x), GFL (4x), CBC (2x) en Prvi Partizan (1x), zijn afkomstig uit het patroonmagazijn van het onder 2 omschreven vuurwapen.
Deze patronen zijn munitie bestemd of geschikt om een projectiel door middel van het onder 2 omschreven vuurwapen en elk ander scherpschietend vuurwapen kaliber 9x19mm af te schieten.
Derhalve zijn deze patronen munitie in de zin van artikel 1 aanhef onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie.
In het proces-verbaal van indicatief onderzoek vuurwapens van verbalisant [verbalisant 9] staat onder meer het volgende:
Onderzoek vuurwapen (MAC 11)
Itemnummer: 2957778
SIN-nummer: AAPN5043NL
Bemonsteringen vuurwapen MAC 11
EPITHEEL SIN AAIX9780NL
Aantref plaats BEMONSTERING VUURREGELAAR
EPITHEEL SIN AAIX9777NL
Aantref plaats BEMONSTERING SPANKNOP
Onderzoek vuurwapen (Beretta M12S)
Itemnummer: 2957781
SIN-nummer: AAPN5044NL
Bemonsteringen vuurwapen FN Herstal
EPITHEEL SIN AAIX9772NL
Aantref plaats BEMONSTERING SCHOUDERSTUK KLAPKOLF
Rapportage ten aanzien van DNA op vuurwapens
In een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut staat onder meer het volgende:
SIN (
omschrijving): AAIX9772NL#01 (
schouderstuk klapkolf)
DNA kan afkomstig zijn van:
een relatief kleine hoeveelheid DNA: verdachte [verdachte]
Bewijskracht: meer dan 1 miljard.
SIN (
omschrijving): AAIX9777NL#01 (
spanknop)
DNA kan afkomstig zijn van:
een relatief kleine hoeveelheid DNA: verdachte [verdachte]
Bewijskracht: meer dan 1 miljard.
SIN (
omschrijving): AAIX9780NL#01 (
vuurregelaar)
DNA kan afkomstig zijn van: verdachte [verdachte]
Bewijskracht: circa 83 duizend.
In het proces-verbaal aanvraag benoeming deskundige van verbalisant [verbalisant 10] staat onder meer het volgende:
SIN: AAIN1625NL
Object: Munitie (Mund Projectiel)
Bijzonderheden: uit rechterbil ve [slachtoffer 1]
SIN: AAPN5043NL
Object: Vuurwapen (Auto. Vuurwapen)
Merk/type: Ingram M11/Mac11
SIN: AAPN5044NL
Object: Vuurwapen (Auto. Vuurwapen)
Merk/type: Fn Herstal M12s
SIN: AAPN5046NL
Object: Munitie (Mund Huls)
SIN: AAPE9208NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Op trottoir achter audi bij bordje 1, ronde inslag
SIN: AAPE9212NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Op trottoir achter audi bij bordje 10, ronde inslag
SIN: AAPE9214NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Op trottoir achter audi bij bordje 8, ronde inslag
SIN: AAPE9215NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Achter audi bij bordje 11, ronde inslag
SIN: AAPE9203NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Op zwart busje bij bordje 12, ronde inslag
SIN: AAPE9216NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Achter sitte fiat bij bordje 16, ronde inslag
SIN: AAPE9149NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Bij slagboom bij bordje 41, ronde inslag
SIN: AAPE9147NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Bij slagboom bij bordje 40, ronde inslag
SIN: AAPE9148NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Bij slagboom bij bordje 42, ronde inslag
SIN: AAPE9145NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Bij slagboom bij bordje 42, ronde inslag
SIN: AAPE9146NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Bij slagboom bij bordje 43, ronde inslag
SIN: AAPE9217NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Bij slagboom bij bordje 44, ronde inslag
SIN: AAPE9201NL
Object: Munitie (Mund Projectiel)
Bijzonderheden: Onder raam kamer 207
SIN: AAPE9202NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: bij park. only boats, bij de achterdr bus evtr, inslag 11*49
SIN: AAPE9037NL
Object: Munitie (Mund Projectiel)
Bijzonderheden: Aangetroffen in kozijn kamer 15, laagste vd 2 inschoten
SIN: AAPE8071NL
Object: Munitie (Mund Projectiel)
Bijzonderheden: gevonden dr coll d. perlot, op rand inv.p.plaats bij slagboo
SIN: AAPE8126NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Portiervak 1.a.
SIN: AAPE8127NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Middenconsole
SIN: AAPE8128NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Middenconsole
SIN: AAPE8134NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Onder bestuurdersstoel
SIN: AAPE8133NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Onder bestuurdersstoel
SIN: AAPE8132NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Onder bestuurdersstoel
SIN: AAPE8136NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Onder zitting achterbank r.a.
SIN: AAPE8135NL
Object: Munitie (Mund Huls)
Bijzonderheden: Onder zitting achterbank r.a.
NFI rapport met betrekking tot eventueel verband hulzen en vuurwapens
In een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut staat onder meer het volgende:
Vraagstelling
1. Zijn de verschoten munitiedelen (kogels/hulzen) afkomstig uit één van de aangeboden vuurwapens? Zo niet, is er sprake van één of meerdere andere vuurwapen(s) en wat is hiervan het soort en merk?
Vuurwapen [AAPN5043NL]
Het vuurwapen heeft de opschriften en de uiterlijke kenmerken van een semi- en
volautomatisch werkend machinepistool van het merk Ingram, model (MAC) M11,
kaliber 9mm Browning Kort.
Vuurwapen [AAPN5044NL]
Dit vuurwapen heeft de opschriften en de uiterlijke kenmerken van een semi- en
volautomatisch werkend machinepistool van het merk Beretta, model M12, kaliber
9mm Parabellum.
Conclusie
Hulzen [AAPE8126NL t/m -28NL, -32NL t/m -36NL, AAPE9145NL t/m -49NL,
AAPE9202NL, -16NL, -17NL en AAPN5046NL] en vuurwapen [AAPN5044NL]
Voor elk van deze zeventien hulzen en dit vuurwapen zijn de volgende hypothesen
beschouwd:
Hypothese 1: De huls is verschoten met het vuurwapen [AAPN5044NL].
Hypothese 2: De huls is verschoten met een ander vuurwapen van hetzelfde kaliber en
met dezelfde systeemkenmerken als het vuurwapen [AAPN5044NL].
De resultaten van het vergelijkend hulsonderzoek voor de zestien hulzen [AAPE8126NL t/m -28NL, -32NL t/m -36NL, AAPE9145NL t/m -49NL, AAPE9216NL, -17NL en AAPN5046NL] zijn extreem veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
Verbale term Ordegrootte bewijskracht
Waarschijnlijker 10-100
Veel waarschijnlijker 100-10.000
Zeer veel waarschijnlijker 10.000-1.000.000
Extreem veel waarschijnlijker >1.000.000
Hulzen [AAPE9203NL, -08NL, -12NL, -14NL en -15NL] en vuurwapen [AAPN5043NL]
Voor elk van deze vijf hulzen en dit vuurwapen zijn de volgende hypothesen beschouwd:
Hypothese 3: De huls is verschoten met het vuurwapen [AAPN5043NL].
Hypothese 4: De huls is verschoten met een ander vuurwapen van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken als het vuurwapen [AAPN5043NL].
De resultaten van het vergelijkend huisonderzoek zijn extreem veel waarschijnlijker wanneer hypothese 3 waar is, dan wanneer hypothese 4 waar is.
Kogels [AAIN1625NL en AAPE9037NL] en vuurwapen [AAPN5043NL]
Voor elk van deze twee kogels en dit vuurwapen zijn de volgende hypothesen beschouwd:
Hypothese 7: De kogel is afgevuurd uit de loop van het vuurwapen [AAPN5043NL].
Hypothese 8: De kogel is afgevuurd uit een andere loop van hetzelfde kaliber en met
dezelfde systeemkenmerken als de loop van het vuurwapen [AAPN5043NL].
De resultaten van het vergelijkend kogelonderzoek zijn minimaal zeer veel waarschijnlijker wanneer hypothese 7 waar is, dan wanneer hypothese 8 waar is.
Kogelmanteldelen [AAPE8071NL en AAPE9201NL] en vuurwapen [AAPN5044NL]
Voor elk van deze twee kogelmanteldelen en dit vuurwapen zijn de volgende hypothesen beschouwd:
Hypothese 11: De kogel is afgevuurd uit de loop van het vuurwapen [AAPN5044NL].
Hypothese 12: De kogel is afgevuurd uit een andere loop van hetzelfde kaliber en met dezelfde systeemkenmerken als de loop van het vuurwapen.
[AAPN5044NL].
De resultaten van het vergelijkend kogelonderzoek voor het kogelmanteldeel [AAPE8071NL] zijn waarschijnlijker wanneer hypothese 11 waar is, dan wanneer hypothese 12 waar is.
De resultaten van het vergelijkend kogelonderzoek voor het kogelmanteldeel [AAPE9201NL] zijn veel waarschijnlijker wanneer hypothese 11 waar is, dan wanneer hypothese 12 waar is.
Verklaring verdachte ter terechtzitting
Verdachte heeft ter terechtzitting onder meer het volgende verklaard:
De Simkaart behorend bij het nummer eindigend op [telefoonnummer] is van mij. Ik heb die geactiveerd. Ik heb [medeverdachte] opgehaald in de Mercedes. We hebben bij het tankstation beltegoed gekocht om mijn simkaart op te waarderen. Ik heb dat beltegoed betaald. In Vinkeveen heb ik geparkeerd bij de carpoolstrook. Daar zijn de kentekenplaten gestolen door [medeverdachte] . De gestolen kentekenplaten zijn op de Mercedes gezet. De oude platen legde [medeverdachte] voorin en hij is zelf achterin gaan zitten. Toen hebben we bij het hotel geparkeerd en zaten we gewoon in de auto te wachten. Het klopt dat we daar meerdere uren zijn geweest. Ik heb op verschillende plekken geparkeerd. We zijn ook uitgestapt en liepen naar de voorkant van het gebouw. Daar hebben we een paar minuten gestaan en daarna zijn we weer teruggegaan. Zowel buiten als binnen de auto had ik iets voor mijn gezicht. Ik heb de lichten van de Mercedes gedoofd en heb die auto naast het groene parkeervak geparkeerd. Toen [medeverdachte] had geschoten en hij terug kwam rennen naar de auto pakte hij een groter vuurwapen. Ik besloot zelf om weg te rijden nadat hij weer achterin instapte. Bij de slagboom stopte ik de auto en ben ik met de auto weer achteruit gaan rijden. Nadat ik bij het ziekenhuis was aangekomen, heb ik mijn telefoon kapot gemaakt en weggegooid.
Bewijsoverwegingen
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Feitelijk verloop
De rechtbank stelt op basis van het procesdossier vast dat in de nacht van 5 op 6 maart 2022 een evenement plaatsvond in restaurant [restaurant] , gevestigd in het [hotel] op de [adres] te [plaats] . [slachtoffer 2] was daar te gast.
Op basis van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank verder vast dat verdachte om 20.15 uur zijn simkaart verwisselde voor een nieuwe prepaid simkaart die hij vervolgens activeerde. Verdachte reed enige tijd later met zijn auto, een Mercedes Benz, met [medeverdachte] als passagier naar een tankstation. Daar kocht verdachte met [medeverdachte] omstreeks 20.47 uur beltegoed voor de zojuist geactiveerde simkaart. De Lyca simkaart verwisselde hij met zijn andere telefoonnummer en hij stopte de Lyca simkaart in zijn telefoon. Later in de avond reed verdachte met [medeverdachte] in de auto naar de carpoolstrook tegenover het [hotel] in Vinkeveen. Gelet op de mastgegevens waren ze daar rond 22:46 uur. Daar hebben verdachte en/of [medeverdachte] de kentekenplaten van een BMW gehaald en verwisseld met de kentekenplaten van de Mercedes van verdachte. Daarna reed verdachte met [medeverdachte] naar het [hotel] waar zij omstreeks 23:45 uur arriveerden in de Mercedes, die was voorzien van de gestolen kentekenplaten. Verdachte parkeerde op de parkeerplaats aan de zijkant van [restaurant] . Om 1:33 uur en 2:01 uur werd de auto door verdachte verplaatst. Om 2:59 uur liep verdachte in de richting van de voorkant van het [hotel] met een deels bedekt gezicht. Kort daarna, om 3:02 uur, werd de auto door verdachte verplaatst naar de parkeerplaats aan de voorkant van het [hotel] . Om 03:19 uur verplaatste verdachte de auto verder het parkeerterrein op. Vanaf 4:09 uur bevond [medeverdachte] zich niet langer in de auto en was hij vervolgens buiten op het parkeerterrein. Om 4:19 verplaatste verdachte de Mercedes zodat deze stil kwam te staan parallel aan het trottoir waar kort daarna de aanval met vuurwapen op [slachtoffer 2] plaats zou gaan vinden.
Tussen omstreeks 4:22 uur en 4:30 uur vond het volgende plaats. [slachtoffer 2] verliet [restaurant] en liep over het trottoir richting de uitgang van de parkeerplaats. [medeverdachte] bevond zich op dat moment buiten de auto en rende achter [slachtoffer 2] aan. Hij trok een vuurwapen (de Mac11) en vuurde meerdere kogels af richting [slachtoffer 2] . Op dit moment reed verdachte met de Mercedes enkele meters vooruit. [slachtoffer 2] werd niet geraakt en keek om, waarna [medeverdachte] hem met het vuurwapen meermalen tegen het hoofd sloeg, waardoor [slachtoffer 2] ten val kwam. [medeverdachte] liep vervolgens even weg van [slachtoffer 2] , kwam weer terug en rende vervolgens naar de auto van verdachte. Hij opende het portier van de passagiersstoel en pakte daaruit een ander vuurwapen (de Beretta M12S). Vervolgens rende hij terug naar [slachtoffer 2] die op zijn beurt met een vuurwapen op [medeverdachte] begon te schieten. [medeverdachte] rende weer terug naar de auto van verdachte en stapte links achterin in, achter de bestuurdersstoel.
Verdachte reed vervolgens richting de uitgang van de parkeerplaats en stopte nabij de slagbomen. Daar stapte [medeverdachte] uit de auto, vuurde nog eens meerdere kogels af in de richting van [slachtoffer 2] en stapte weer in. Verdachte reed vervolgens achteruit de parkeerplaats op in de richting van [slachtoffer 2] , terwijl [medeverdachte] uit het linker achterraam hing en nog een keer het vuur opende op [slachtoffer 2] met de Beretta. Dat ook vanuit de auto is geschoten, volgt uit de in de auto gevonden hulzen en de bevindingen van het NFI, waaruit de rechtbank afleidt dat deze hulzen zijn afgeschoten met de Beretta. Nadat verdachte en [medeverdachte] met de auto vlakbij [slachtoffer 2] stonden, schoot [slachtoffer 2] weer op de auto en hij raakte hierbij [medeverdachte] in het hoofd, terwijl [medeverdachte] achterin de auto zat. Verdachte reed vervolgens met hoge snelheid weg en verliet het terrein van het [hotel] . Verdachte reed naar het ziekenhuis. Daar vernielde hij zijn telefoon en heeft hij deze weggegooid. Bij het Amstelland Ziekenhuis werd hij rond 04:45 uur aangehouden. In zijn auto hebben de verbalisanten de vuurwapens aangetroffen.
Medeplegen en opzet
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Die samenwerking moet in de onderhavige zaak dan zijn gericht op het opzettelijk van het leven beroven van [slachtoffer 2] . Dat betekent dat de rechtbank moet beoordelen of bij verdachte sprake is van opzet, al dan niet in voorwaardelijke zin, op de dood van [slachtoffer 2] .
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte geen weet had van wat [medeverdachte] de betreffende nacht van plan was. Verdachte zou – kort gezegd – slechts als taxi voor [medeverdachte] hebben gefungeerd, geen vragen hebben gesteld over wat er ging gebeuren en naarmate de avond vorderde steeds angstiger zijn geworden, waardoor hij zich niet meer durfde te onttrekken aan [medeverdachte] toen [medeverdachte] [slachtoffer 2] aanviel en beschoot.
Naar het oordeel van de rechtbank kan echter uit de uiterlijke verschijningsvorm van de hiervoor beschreven gedragingen van verdachte en [medeverdachte] worden afgeleid dat zij nauw en bewust hebben samengewerkt met het doel om [slachtoffer 2] te doden. Er is sprake van een gezamenlijke voorbereiding onder meer door een nieuwe prepaid simkaart te activeren, daarvoor beltegoed aan te schaffen en op te waarderen, kentekenplaten te stelen en die kentekenplaten op de Mercedes te monteren. Verder hebben zij ruim 4,5 uur postgevat in de buurt van de locatie van [slachtoffer 2] en hebben zowel verdachte als [medeverdachte] de auto op enig moment verlaten, terwijl [slachtoffer 2] binnen op het feest was. Toen [slachtoffer 2] het feest verliet heeft [medeverdachte] hem meermalen geprobeerd met verschillende vuurwapens, die zich in de auto bevonden, dood te schieten, terwijl verdachte in zijn auto met een draaiende motor en gedoofde lichten er vlak naast stilstond en daarbij zijn gezicht verhulde. Op het moment dat [slachtoffer 2] terugschoot op [medeverdachte] stapte [medeverdachte] snel weer in, waarna verdachte wegreed met [medeverdachte] . Bij de slagbomen van het parkeerterrein is verdachte nog eens gestopt met de auto, zodat [medeverdachte] nog een keer kon uitstappen en opnieuw kon schieten richting [slachtoffer 2] . Verder is verdachte, nadat [medeverdachte] weer was ingestapt, daarna achteruit gereden waarmee hij [medeverdachte] feitelijk in de gelegenheid stelde om nog een laatste keer vanuit de rijdende auto op [slachtoffer 2] te schieten. Tenslotte is uit DNA-onderzoek gebleken dat het DNA van verdachte op beide wapens is gevonden.
Uit de hiervoor weergegeven gang van zaken – in onderling verband en samenhang bezien – kan het dan ook niet anders dan dat verdachte en [medeverdachte] afspraken hebben gemaakt over de uitvoering van het delict en bij de uitvoering hebben samengewerkt. Deze gang van zaken onderstreept de gerichtheid en het planmatige handelen van verdachte.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat hij van niets wist ongeloofwaardig, zoals de stelling van verdachte dat hij, gedurende de hele nacht – urenlang – niet aan [medeverdachte] zou hebben gevraagd waar zij naar toe gingen en waarop zij urenlang aan het wachten waren, zelfs niet nadat kort daarvoor gestolen kentekens op zijn auto waren gemonteerd. Daarnaast heeft verdachte niet willen verklaren waarom hij kort voor het incident zijn simkaart heeft verwisseld noch waarom de onderkant van zijn gezicht bedekt was toen hij rondliep bij het [hotel] en waarom hij vervolgens met gezichtsbedekking in de auto zat.
Verdachte verklaarde dat dit geen bivakmuts, maar een mondkapje betrof, maar waarom hij dat mondkapje in zijn eigen auto en in de open lucht droeg, heeft hij niet willen of kunnen zeggen of verklaren. Gelet op die omstandigheden (eigen auto en buitenlucht) ligt het ook overigens niet voor de hand dat het een coronamaatregel betrof.
Het tweede wapen, de Beretta, lag bovendien in de auto van verdachte op een plek waar [medeverdachte] deze snel in de cabine van de auto via een zijdeur kon verwisselen met zijn andere wapen, toen dat nodig was (hetgeen ook te zien is op de beelden) en verdachte moet van de aanwezigheid van dat (grote) wapen in zijn auto op de hoogte zijn geweest, zeker omdat hij urenlang in de auto heeft zitten wachten. Ook uit de manier waarop verdachte direct met [medeverdachte] wegreed na de eerste schietpartij, stopte, waarna weer werd geschoten door [medeverdachte] en vervolgens achteruit terugreed, waarbij weer (nu vanuit de auto) werd geschoten door [medeverdachte] en vervolgens na de derde poging met [medeverdachte] vertrok van de parkeerplaats, blijkt de (voortdurende) samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte] .
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte zodanig nauw en bewust heeft samengewerkt met de medeverdachte, zowel vóór, tijdens als na het schieten op [slachtoffer 2] , dat sprake is van medeplegen van het ten laste gelegde en dat hun opzet gericht was op het doden van [slachtoffer 2] .
Voorbedachten rade
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het bestanddeel ‘voorbedachten rade’ moet komen vast te staan dat verdachte zich gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het te nemen of het genomen besluit en hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.
Voor de bewezenverklaring van het bestanddeel 'voorbedachten rade' acht de rechtbank in het bijzonder de feiten en omstandigheden redengevend die al zijn genoemd in de overwegingen over medeplegen. Daaruit volgt dat het delict, naar zijn aard, grondig is voorbereid en een nauwe samenwerking vereiste tussen de verdachten. De rechtbank neemt op grond van die omstandigheden als vaststaand aan dat verdachte en [medeverdachte] voor de uitvoering van hun daad, op verschillende momenten, de gelegenheid hebben gehad om na te denken over de betekenis en de gevolgen van hun voorgenomen daad. Tot driemaal toe heeft [medeverdachte] op [slachtoffer 2] geschoten met een vuurwapen, telkens bleef verdachte in de auto beschikbaar om [medeverdachte] te verplaatsen en/of samen te vluchten. Nu verdachte deze gelegenheid meermalen heeft gehad, houdt de rechtbank het ervoor dat verdachte van deze gelegenheid ook gebruik heeft gemaakt om over de gevolgen van het voornemen na te kunnen denken. Van enige ogenblikkelijke gemoedsopwelling waarin verdachte zou hebben gehandeld is niet gebleken. Evenmin is gebleken van andere contra-indicaties die het aannemen van voorbedachten rade in de weg staan.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat voorbedachten rade is bewezen en de poging om [slachtoffer 2] te doden dient te worden aangemerkt als medeplegen van poging tot moord, meermaals gepleegd, aangezien er tenminste twee afzonderlijke pogingen op verschillende momenten zijn gedaan om [slachtoffer 2] dood te schieten.
Diefstal kentekens
De rechtbank leidt uit de bewijsmiddelen af dat verdachte en [medeverdachte] nauw en bewust hebben samengewerkt om de kentekenplaten te stelen, waarbij de rechtbank betrekt dat het gebruik van de gestolen kentekenplaten, ook bij de voorbereiding van het voorgenomen misdrijf, een belangrijk onderdeel hebben gevormd van hun moordplan.
Conclusie
De rechtbank acht het onder feit 1, primair, feit 2 en feit 3, primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.