Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 juli 2022 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Feiten en omstandigheden
- een overeenkomst tussen eiser en [Werkgever 1] met de titel ‘Employment Contract (arbeidsovereenkomst); en
- een brief van [Werkgever 1] aan eiser, met de kop ‘Termination of Services’ (ontslagbrief).
lex loci laboris-principe). Maar de Verordening bevat bijzondere regels voor een aantal situaties waarin van de hoofdregel van ‘lex loci laboris’ wordt afgeweken. In dit geval heeft eiser zich beroepen op de uitzonderingsbepaling van artikel 13, eerste lid, aanhef en onder b, van de Verordening. Deze bepaling luidde (op het moment van het geding) als volgt:
- het aan de eisers in die procedure was om alle gegevens en documenten aan verweerder te verschaffen die van belang zijn voor een concrete vaststelling van de toepasselijke wetgeving, en dat het ontbreken daarvan in beginsel voor rekening en risico van eisers komt;
- dat, als verweerder vervolgens de gestelde feiten en omstandigheden betwist, het aan eisers is om de feitelijk ook aannemelijk te maken; en
- dat eisers in dat laatste niet zijn geslaagd, en dat verweerder dus terecht de Nederlandse sociaalzekerheidswetgeving van toepassing heeft verklaard.
vierweken na verzending van deze tussenuitspraak.