ECLI:NL:RBMNE:2022:4442
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van Aio-uitkering wegens overschrijding vermogensgrens door auto op naam
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 7 november 2022, wordt het beroep van eiser tegen de intrekking van zijn Aanvullende inkomensvoorziening ouderen (Aio) beoordeeld. De intrekking vond plaats op basis van het besluit van de Sociale Verzekeringsbank van 10 februari 2022, waarin werd gesteld dat eiser door het bezit van een auto boven de vermogensgrens was uitgekomen. Eiser had bezwaar gemaakt tegen deze intrekking, maar het bezwaar werd bij besluit van 10 mei 2022 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 12 oktober 2022 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser, zijn dochter en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de intrekking van de Aio-uitkering terecht is gebeurd. Eiser had aangevoerd dat de auto op zijn naam stond om verzekeringstechnische redenen en dat deze eigendom was van zijn zoon. Echter, de rechtbank oordeelt dat de auto, die op naam van eiser staat en waarvan de verzekering door hem wordt betaald, tot zijn vermogen behoort. De rechtbank verwijst naar jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep, die stelt dat het kentekenbewijs op naam van de betrokkene de veronderstelling rechtvaardigt dat de auto een bestanddeel van zijn vermogen is.
Eiser heeft niet overtuigend aangetoond dat de auto niet tot zijn vermogen gerekend moet worden. De rechtbank wijst erop dat eiser niet heeft bewezen dat er een bruikleenovereenkomst bestaat en dat de auto feitelijk door hem wordt aangewend. De rechtbank concludeert dat de intrekking van de Aio-uitkering op goede gronden is gebeurd en verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.