ECLI:NL:RBMNE:2022:4302
Rechtbank Midden-Nederland
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Toekenning van huishoudelijke hulp op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning met betrekking tot proceskosten en indicatie in uren
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 26 oktober 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere over de toekenning van huishoudelijke hulp op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 28 juli 2021, waarin haar huishoudelijke hulp was toegekend. Na het indienen van een beroep wegens het uitblijven van een besluit op bezwaar, heeft verweerder op 16 juni 2022 alsnog een besluit genomen. Eiseres heeft gronden van beroep ingediend, maar de rechtbank oordeelde dat het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk was, omdat verweerder inmiddels had beslist op het bezwaar.
De rechtbank overwoog dat eiseres recht had op een vergoeding van de proceskosten, omdat verweerder pas na het indienen van het beroep een beslissing op het bezwaar had genomen. De hoogte van de proceskostenvergoeding werd vastgesteld op € 379,50, rekening houdend met de wegingsfactor voor de aard van de zaak. Eiseres voerde aan dat verweerder in zowel het primaire als het bestreden besluit ten onrechte geen maatwerkvoorziening in de vorm van een urenindicatie had verstrekt. De rechtbank stelde vast dat verweerder niet verplicht was om het aantal toegekende uren expliciet te vermelden, zolang dit maar herleidbaar was.
De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit niet tot een andere strekking leidde dan het primaire besluit en dat verweerder niet gehouden was om het primaire besluit te herroepen. Eiseres had nagelaten om gemotiveerd aan te tonen waarom het bestreden besluit niet kon standhouden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de proceskostenveroordeling toe aan eiseres, maar zonder aanleiding voor vergoeding van het griffierecht. De rechtbank benadrukte dat in toekomstige besluiten het aantal toegekende uren duidelijk vermeld moet worden, om te voorkomen dat kwetsbare personen in de problemen komen.