Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
2 [gedaagde sub 2] , vennoot van gedaagde sub 1,
3 [gedaagde sub 3] , vennoot van gedaagde sub 1,
[gedaagde sub 1] c.s.,
1.De procedure
- de dagvaarding die op 23 december 2021 aan [gedaagde sub 1] c.s. is betekend, met productie 1 tot en met 19;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens voorwaardelijke conclusie van eis in reconventie met productie 1 tot en met 3;
- de akte wijziging eis in conventie, tevens conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie met productie 20;
- de e-mail van 27 juni 2022 van de zijde van [gedaagde sub 1] c.s. met productie 20 en 21.
2.De feiten
[eiseres] de bedrijfsruimte aan de [adres] in [plaats] (hierna: het gehuurde) voor bepaalde tijd tot en met 30 september 2026. De huurprijs bedraagt momenteel € 3.736,25 per maand en is bij vooruitbetaling verschuldigd.
[eiseres] verzocht in overleg te treden over huurprijsvermindering. In dit kader heeft [eiseres] meerdere malen aan [gedaagde sub 1] c.s. verzocht om met overlegging van gegevens inzage in haar financiële situatie, aan welke verzoeken [gedaagde sub 1] c.s. geen gehoor heeft gegeven. Partijen zijn het over een huurprijsvermindering niet eens geworden.
[gedaagde sub 1] c.s. geen gehoor gegeven.
[eiseres] onder schriftelijke mededeling daarvan aan [gedaagde sub 1] c.s. verrekend met de waarborgsom.
3.De vordering van [eiseres] en het verweer van[gedaagde sub 1] c.s.
[gedaagde sub 1] c.s. hoofdelijk te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan haar te betalen een (totaal)bedrag van € 15.026,86, vermeerderd met primair de contractuele rente van 1% per maand, subsidiair de wettelijke handelsrente, meer subsidiair de wettelijke rente over € 7.764,22 vanaf 15 december 2021 tot 1 januari 2022 en over € 8.900,47 vanaf 1 januari 2022 tot aan de dag van voldoening, met hoofdelijke veroordeling van [gedaagde sub 1] c.s. in de proceskosten en de nakosten te vermeerderen met de wettelijke rente. Het bedrag van € 15.026,86 is als volgt opgebouwd:
- aan te zuiveren waarborgsom € 7.953,75
- factuur [onderneming] B.V. (NEN-keuring) € 946,72
- contractuele rente 1% tot en met 15 december 2021 € 260,18
- buitengerechtelijke incassokosten € 866,21
- contractuele boete € 250,00 per dag vanaf 15 augustus 2021 € 5.000,00
5.De beoordeling van de wederzijdse vorderingen
contractuelerente van 1% althans de handelsrente althans de wettelijke rente over de tot en met 15 december 2021 vervallen contractuele rente wordt afgewezen. Immers, niet is gesteld op grond waarvan [gedaagde sub 1] c.s. deze rente over de reeds vervallen contractuele aan [eiseres] verschuldigd zou zijn.
[eiseres] de waarborgsom terecht heeft aangesproken en [gedaagde sub 1] c.s. niet heeft voldaan aan haar verzoek om de waarborgsom weer aan te vullen.
contractuelerente van 1% althans
handelsrente althans
wettelijkerente wordt afgewezen, omdat niet is gemotiveerd en onderbouwd waarom [gedaagde sub 1] c.s. deze rente aan [eiseres] verschuldigd zou zijn. Hierbij heeft de kantonrechter in aanmerking genomen dat gesteld noch gebleken dat [gedaagde sub 1] c.s. ter zake van de betaling van deze posten in gebreke is gesteld en vervolgens in verzuim is komen te verkeren.
[eiseres] voor deze kosten een rechtsbijstandsverzekering heeft en om die reden een veroordeling van [gedaagde sub 1] c.s. in deze kosten niet redelijk of billijk is. De kantonrechter is van oordeel dat niet is gesteld, noch is gebleken dat [eiseres] geen, of niet onvoorwaardelijk, aanspraak kan maken op haar rechtsbijstandverzekering voor de eventuele buitengerechtelijke kosten, zodat zij onvoldoende heeft onderbouwd dat zij buitengerechtelijke kosten heeft gemaakt [2] . Deze vordering wordt daarom afgewezen.
[eiseres] te betalen, vermeerderd met de contractuele rente van 1% over de in 2021 (nog)verschuldigde huurprijs per kalendermaand met ingang van 16 december 2021 tot aan de dag van voldoening en over de (nog) verschuldigde huurprijs over de maand januari 2022 vanaf de vervaldag tot de dag van voldoening.
746,00(2 punten x tarief € 373,00)