Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 februari 2022 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist, verweerder
Als derde-partij neemt aan het geding deel: [derde belanghebbende] , te [woonplaats]
Inleiding
Overwegingen
De nieuwe beslissing op bezwaarNieuwe motivering van verweerder om niet handhavend op te treden
Motivering van verweerder om niet handhavend op te treden.
Het geschil
Bevoegdheid tot handhavend optredenHandhavend optreden op grond van de APV of de bomenverordening Zeist 2016
Handhavend optreden op grond van artikel 6.37 van het Bouwbesluit 2012
bestrijden van brand, nieuwbouw en bestaande bouw’heeft. Dat betekent niet dat ieder artikel in deze afdeling betrekking heeft op het bestrijden van brand en tegelijkertijd betrekking heeft op nieuwbouw en bestaande bouw.
Handhavend optreden op grond van de toepasselijke gemeentelijke verordening
tussen de toegang van een gebouw en het openbare wegennet moet een verbindingsweg aanwezig zijn, die geschikt is voor het te verwachten verkeer en die het gebouw onder alle omstandigheden bereikbaar maakt voor het noodzakelijk brandweer materieel. De rechtbank leidt uit dit artikel af dat een verbindingsweg versmald mag worden zolang deze weg geschikt blijft voor het te verwachten verkeer en het noodzakelijke brandweer materieel. Uit deze bepaling volgt geen voorgeschreven breedte, en volgt ook niet, zoals eiseres stelt, dat de weg net zo breed moet blijven als deze was ten tijde van de bouw van de woning.
Overschrijding redelijke termijn
Conclusie
Beslissing
- veroordeelt verweerder in de door eiseres redelijkerwijs gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 1.518,-;
- draagt verweerder op om het door eiseres betaalde griffierecht van € 178,- te vergoeden.
de uitspraak te ondertekenen)