ECLI:NL:RBMNE:2022:3394
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing urgentieaanvraag woning op basis van randvoorwaarden Huisvestingswet
In deze zaak heeft eiseres, een alleenstaande moeder met twee kinderen, een aanvraag ingediend voor een urgentieverklaring voor het verkrijgen van een woning in Utrecht op relationele gronden. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, omdat eiseres niet beschikte over een zelfstandige woonruimte, wat een randvoorwaarde is volgens de Huisvestingsverordening. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van eiseres op 19 augustus 2022 behandeld.
De rechtbank oordeelt dat de randvoorwaarde van het achterlaten van een zelfstandige woonruimte niet in strijd is met de Huisvestingswet of algemene rechtsbeginselen. Eiseres betoogde dat deze voorwaarde in strijd is met de bedoeling van de wetgever en dat het bijna onmogelijk is om een urgentieverklaring te verkrijgen. De rechtbank stelt vast dat de gemeenteraad bevoegd is om urgentieregels en randvoorwaarden op te nemen in de Huisvestingsverordening, en dat de voorwaarde niet onredelijk is gezien de schaarste op de woningmarkt.
Daarnaast heeft eiseres aangevoerd dat de hardheidsclausule toegepast had moeten worden, omdat zij en haar kinderen in een onhoudbare woonsituatie verkeren. De rechtbank heeft begrip voor de situatie van eiseres, maar oordeelt dat er geen sprake is van een zeer uitzonderlijke situatie die toepassing van de hardheidsclausule rechtvaardigt. De rechtbank concludeert dat verweerder de urgentieaanvraag van eiseres terecht heeft afgewezen en verklaart het beroep ongegrond. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.