ECLI:NL:RBMNE:2022:3039

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 juli 2022
Publicatiedatum
28 juli 2022
Zaaknummer
16/707304-17 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkoop van goederen bestemd voor illegale hennepteelt door groothandel

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 28 juli 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen [verdachte], een groothandel die in de periode van 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 een grote hoeveelheid voorwerpen en stoffen heeft verkocht die bestemd waren voor de illegale hennepteelt. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan overtredingen van artikel 11a van de Opiumwet door deze goederen te koop aan te bieden, te verkopen, af te leveren en voorhanden te hebben, terwijl zij wist of ernstige reden had om te vermoeden dat deze artikelen bestemd waren voor de professionele of grootschalige hennepteelt. Daarnaast heeft [verdachte] in deze periode nagelaten om meerdere ongebruikelijke transacties, zoals bedoeld in artikel 16 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft), te melden bij de FIU-NL. De rechtbank heeft bij de oplegging van de straf rekening gehouden met het faillissement van [verdachte] en heeft besloten geen andere straf op te leggen dan verbeurdverklaring van de in beslag genomen goederen, die een aanzienlijke waarde vertegenwoordigen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, gezien de maatschappelijke impact van de illegale hennepteelt en de rol van [verdachte] in het faciliteren daarvan.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/707304-17 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 28 juli 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte] b.v.,
laatstelijk gevestigd aan de [adres] te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: [verdachte] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen gehouden op 18 november 2021, 30 mei 2022, 31 mei 2022, 2 juni 2022 en 9 juni 2022. Op 28 juli 2022 is het onderzoek ter terechtzitting gesloten en is direct uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de officieren van justitie mr. E.M. van den Burg en mr. B.S. Schnier (hierna in enkelvoud te noemen: de officier van justitie) en van hetgeen de raadsman van [verdachte] , de heer mr. M. Veldman, advocaat te Amsterdam, naar voren heeft gebracht en hetgeen mevrouw mr. M. Veldman, advocaat te Utrecht, mede namens hem ten aanzien van [verdachte] heeft aangevoerd en mr. G.A.C. Beckers, advocaat te Maastricht, mede namens hem ten aanzien van het WOD-traject heeft aangevoerd.
De vennootschap is ter terechtzitting vertegenwoordigd door haar twee voormalig (indirecte) bestuurders [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er op neer dat [verdachte] :
feit 1
in de periode van 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 in Nederland, elders in Europa, in
de Verenigde Staten en/of in Israël, samen met anderen, stoffen en voorwerpen te koop heeft
aangeboden, heeft verkocht, afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad, waarvan [verdachte] en
haar mededaders wisten of ernstige reden hadden te vermoeden dat deze bestemd waren
voor de professionele of grootschalige hennepteelt;
feit 2
op 9 oktober 2018 te Nieuwegein, Maarsen, Utrecht en/of elders in Nederland, samen met
anderen, stoffen en voorwerpen te koop heeft aangeboden en/of voorhanden heeft gehad,
waarvan [verdachte] en haar mededaders wisten of ernstige reden hadden te vermoeden dat deze
bestemd waren voor de professionele of grootschalige hennepteelt;
feit 3
in de periode van 12 oktober 2012 tot 1 januari 2015 te Zoetermeer, Nieuwegein en/of elders
in Nederland, heeft nagelaten om van meerdere contante betalingen van € 15.000,- of meer
melding te doen als ongebruikelijke transactie in de zin van de Wet ter voorkoming van
witwassen en financieren van terrorisme (hierna: Wwft);
feit 4
in de periode van 1 januari 2015 tot en met 19 januari 2017 te Zoetermeer, Nieuwegein en/of
elders in Nederland, heeft nagelaten om van meerdere contante betalingen van € 15.000,- of
meer melding te doen als ongebruikelijke transactie in de zin van de Wwft en hiervan een
gewoonte heeft gemaakt.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van [verdachte] en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde en heeft hiertoe onder meer kort samengevat het volgende naar voren gebracht.
In de eerste plaats bevat het dossier onvoldoende bewijsmiddelen waaruit zich een illegale bestemming van de op de tenlastelegging vermelde stoffen en voorwerpen laat vaststellen. De indicatoren uit de Aanwijzing Opiumwet, waarnaar door het Openbaar Ministerie wordt verwezen, rechtvaardigen niet de conclusie dat de daarin genoemde stoffen en voorwerpen zonder meer een illegale bestemming hebben. De stoffen en voorwerpen zoals door [verdachte] verkocht, waren voornamelijk bestemd voor de kleinschalige, hobbymatige en medicinale hennepteelt en dat is niet strafbaar gesteld in artikel 11a Opiumwet. Bovendien verkocht [verdachte] de stoffen en voorwerpen aan andere bedrijven, die de stoffen en voorwerpen vervolgens in hun winkel of webshop verkochten aan particulieren. [verdachte] kan volgens de raadsman niet strafrechtelijk worden verweten, hoe de voor [verdachte] onbekende klanten van deze winkels en webshops de stoffen en voorwerpen gebruikten. De stoffen en producten die [verdachte] verkocht, zijn ook bij andere winkels zoals bouwbedrijven en webshops te koop.
Daarnaast bevat het dossier volgens de raadsman geen bewijsmiddelen waaruit kan worden afgeleid dat [verdachte] wist of ernstige reden had te vermoeden dat sprake was van een illegale bestemming. De criminele intentie ontbreekt. [verdachte] heeft nooit betwist dat de stoffen en voorwerpen kunnen worden gebruikt voor de illegale hennepteelt, maar de bestemming was de kleinschalige, hobbymatige en medicinale hennepteelt. Bovendien heeft [verdachte] er alles aan gedaan om te voorkomen dat de stoffen en voorwerpen werden gebruikt voor de illegale hennepteelt. De raadsman heeft hiertoe onder meer naar voren gebracht dat [verdachte] , om te voorkomen dat ze de wet zou overtreden, vanaf maart 2015 werkte volgens een handboek dat samen met de raadsman was opgesteld en zich hieraan hield. Als er al van het handboek is afgeweken, was dat incidenteel en/of gebeurde dat buiten de invloedssfeer van [verdachte] . Tot slot heeft de raadsman bepleit dat alle verkooptransacties naar het buitenland niet onder het bepaalde in artikel 11a van de Opiumwet vallen.
Ten aanzien van het onder 3 en 4 ten laste gelegde heeft de raadsman naar voren gebracht dat de meldplicht op grond van artikel 16 van de Wwft voor [verdachte] niet gold. Op grond van de subjectieve indicator moesten contante transacties waarbij contante betalingen plaatsvonden van € 15.000,- of meer alleen dan worden gemeld als bij de rechtspersoon het vermoeden bestond dat er sprake zou kunnen zijn van witwassen of het financieren van terrorisme. [verdachte] had geen reden om te vermoeden dat hiervan sprake zou kunnen zijn. De transacties waren namelijk gebruikelijk in de branche waarin [verdachte] opereerde en door te werken volgens het handboek werd de kans op witwassen gemarginaliseerd.
Door de verdediging zijn meer verweren gevoerd. Voor zover ter zake doend, zijn deze weergegeven bij de bespreking daarvan.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De bewijsmiddelen worden telkens gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Ten aanzien van feiten 1 en 2
Inleiding
[verdachte] is ten laste gelegd dat zij het in artikel 11a van de Opiumwet strafbaar gestelde heeft begaan. Artikel 11a van de Opiumwet is op 1 maart 2015 in werking getreden en stelt de (rechts)persoon strafbaar die stoffen of voorwerpen te koop aanbiedt, verkoopt, aflevert en/of voorhanden heeft, waarvan hij/zij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het telen van hennep in de uitoefening van een beroep of bedrijf als bedoeld in artikel 11, derde lid, van de Opiumwet, dan wel tot het telen van een grote hoeveelheid hennep (grootschalige hennepteelt) als bedoeld in artikel 11, vijfde lid, van de Opiumwet. Onder een grote hoeveelheid wordt verstaan ‘een hoeveelheid die meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel.’ Die algemene maatregel van bestuur is het Opiumwetbesluit. Op grond van artikel 1, tweede lid, van het Opiumwetbesluit betreft een grote hoeveelheid, voor zover hier relevant, meer dan 500 gram hennep of 200 hennepplanten.
Tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel dat tot de invoering van artikel 11a van de Opiumwet leidde, is door de wetgever uitgebreid ingegaan op de reikwijdte van de strafrechtelijke aansprakelijkheid uit hoofde van artikel 11a van de Opiumwet.
In de Nota naar aanleiding van het Verslag is daarover onder meer het volgende aangegeven:
“Voor een veroordeling ter zake van overtreding van het nieuwe artikel 11a zal het Openbaar Ministerie moeten bewijzen dat betrokkene wist dat of ernstige redenen had om te vermoeden dat de door hem verrichte handelingen bestemd waren voor het beroeps- of bedrijfsmatig telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken of vervoeren van lijst II middelen of van grote hoeveelheden van die middelen. (…) Van strafbare voorbereiding is sprake indien ten aanzien van de dader wetenschap of een ernstig vermoeden kan worden bewezen bij de verrichting van handelingen die strekken tot voorbereiding of vergemakkelijking van de genoemde illegale hennepteelt. Het gaat met andere woorden steeds om de criminele intentie van de dader en de daaruit voortvloeiende handeling. Deze twee bestanddelen van de strafbaarstelling moeten zijn vervuld, wil er sprake zijn van strafbare voorbereidingshandelingen. De werking van deze bestanddelen is vergelijkbaar met communicerende vaten. Indien de verrichte handeling onmiskenbaar bestemd is voor de hennepteelt zal de criminele intentie grotendeels kunnen worden afgeleid uit aard en bedoeling van die handeling, terwijl wanneer de handeling meer alledaags is, hogere eisen zullen gelden voor het bewijs van hetgeen de verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden over het uiteindelijk doel ten behoeve waarvan de handeling werd verricht.” [1]
In de brief van de minister van Veiligheid en Justitie van 7 december 2012 met een schriftelijke reactie op de in eerste termijn bij de plenaire behandeling in de Tweede Kamer gestelde vragen schrijft de minister over de reikwijdte van de strafrechtelijke aansprakelijkheid verder onder meer nog:
‘Het gaat in dit wetsvoorstel in het geheel niet om een omslag van legale producten in illegale producten. Het gaat erom dat voorwerpen (…) ter beschikking worden gesteld terwijl men ernstige redenen heeft om te vermoeden of weet dat met die voorwerpen strafbare handelingen zullen worden begaan. Het gaat dus om het “ter beschikking stellen van de voorwerpen” en niet om de voorwerpen die ter beschikking worden gesteld. De kern van de strafbare voorbereiding is de verstrekking onder bepaalde omstandigheden. De verstrekking onder die omstandigheden is strafbaar, maar de voorwerpen blijven doorgaans legaal.’ [2]
De wetgever heeft tijdens de parlementaire behandeling voor de vraag wanneer sprake is van beroepsmatige of bedrijfsmatige teelt van hennepplanten verwezen naar wat hierover staat in de Aanwijzing Opiumwet van het Openbaar Ministerie. In de Nota naar aanleiding van het Verslag staat:
‘Bij beroeps- en bedrijfsmatige teelt wordt gekeken naar de wijze van telen, zoals blijkt uit de Aanwijzing Opiumwet van het OM (Staatscourant 2011, nr. 11 134 van 27 juni 2011), paragraaf 3.2.1 en bijlage 1. Paragraaf 3.2.1 vermeldt, voor zover hier van belang, dat voor de beoordeling van het al dan niet beroeps- of bedrijfsmatige karakter van teelt wordt gekeken naar de omstandigheden waaronder de teelt plaatsvindt. Bij het aantreffen van een hoeveelheid van vijf planten of minder wordt in het algemeen aangenomen dat er geen sprake is van beroeps- of bedrijfsmatig handelen. Het aantal planten is echter niet altijd de doorslaggevende factor voor het bepalen van het al dan niet beroeps- of bedrijfsmatige karakter van de teelt. Ook bij vijf planten of minder kan sprake zijn van beroeps- of bedrijfsmatige teelt. Dit geldt in situaties waarin aan twee of meer indicatoren voor professionele teelt, zoals opgenomen in bijlage I van de Aanwijzing is voldaan en indien er sprake is van teelt voor geldelijk gewin.’ [3]
In de Aanwijzing Opiumwet wordt aangegeven dat aan de hand van doel en mate van professionaliteit moet worden beoordeeld of sprake is van beroeps- of bedrijfsmatige teelt, waarbij bij een schaalgrootte van vijf planten of minder in beginsel aangenomen kan worden dat geen sprake is beroeps- of bedrijfsmatige teelt. Doel (geldelijk gewin) en mate van professionaliteit van de teelt van een hoeveelheid kan echter maken dat ook in een dergelijk geval sprake is van beroeps- of bedrijfsmatige teelt. Bijlage 1 van de Aanwijzing Opiumwet bevat een niet-limitatieve opsomming van indicatoren om de mate van professionaliteit van de hennepkweek te beoordelen.
Blijkens de hiervoor weergegeven wetsgeschiedenis is voor een bewezenverklaring van de bestemming als bedoeld in artikel 11a Opiumwet vereist dat de gedragingen strekken tot voorbereiding of vergemakkelijking van hennepteelt, waarbij het uiteindelijke doel ten behoeve waarvan de handeling wordt verricht van belang is [4] .
4.3.1.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feiten 1 en 2 [5]
[verdachte]
is in 2005 opgericht en was gevestigd op de [adres] te [vestigingsplaats] . Op 22 mei 2019 is geregistreerd dat [verdachte] ten gevolge van faillissement is opgeheven. [6] De enig aandeelhouder [7] en bestuurder van [verdachte] was [medeverdachte 3] B.V. (hierna: [medeverdachte 3] ). [8] [medeverdachte 3] fungeerde als een holdingmaatschappij waarvan [medeverdachte 4] B.V. (hierna: [medeverdachte 4] ) en [medeverdachte 5] B.V. (hierna [medeverdachte 5] ) enig aandeelhouders en bestuurders waren. [9] [medeverdachte 4] fungeerde eveneens als een holdingmaatschappij [10] waarvan [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) enig aandeelhouder en bestuurder was [11] . [medeverdachte 5] fungeerde ook als een holdingmaatschappij waarvan [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ) enig aandeelhouder [12] en bestuurder was. [13]
[medeverdachte 1] heeft ter zitting verklaard dat hij en [medeverdachte 2] de leiding binnen [verdachte] hadden en de beslissingen namen. [14] [medeverdachte 2] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij en [medeverdachte 1] feitelijk de leidinggevenden van [verdachte] waren en de beslissingen namen. [15]
Personeel
[verdachte] had verschillende werknemers in dienst, waaronder [medeverdachte 6] (hierna: [medeverdachte 6] ) en [medeverdachte 7] (hierna: [medeverdachte 7] ). [medeverdachte 6] was sinds 2011 werkzaam bij [verdachte] [16] als vertegenwoordiger met werkgebied buitenland. [17] [medeverdachte 7] was vertegenwoordiger met werkgebied binnenland. [18]
Aanpassing bedrijfsvoering [verdachte]
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hebben ter terechtzitting verklaard dat de artikelen die [verdachte] verkocht vóór de invoering van artikel 11a Opiumwet in maart 2015 voornamelijk bestemd waren voor de hennepteelt en dat dit ook na de invoering van artikel 11a Opiumwet een belangrijk deel van de omzet was. [19]
Actiepunten t.b.v. art. 11a Opiumwet
Tijdens een doorzoeking op 9 oktober 2018 in het pand van [verdachte] is een document aangetroffen genaamd “Actie punten t.b.v. art. 11a Opiumwet” (beslagcode C.03.02.002 [20] ). Op elke bladzijde staat “oktober 2017” afgedrukt. Op deze actiepuntenlijst staat onder meer:
f) Assortiment aangepast;
Wij hebben o.a. de volgende artikelen uit het assortiment gehaald;
 Alle type schakelborden
 Watergekoelde airco’s
 Ymvk kabel van 5x16mm later ook 5x10mm
 Watervaten in kooi 600 en 1000 ltt.
 Per 2016 krachtstroom stekker 32A
 Alle zekeringen en kracht automaten boven 35A
 Per 2017 ventilatoren 6000m3 en 7000m3
 na verkoop van de restant voorraad, is het niet meer mogelijk om deze goederen nog te bestellen. [21]
Instructie hennepkwekerij
Op de [adres] te [vestigingsplaats] zijn drie losse pagina’s aangetroffen bij [verdachte] (beslagcode C.05.02.002). [22] Deze drie pagina’s zijn toegevoegd als bijlage aan het PvB-217. [23] Op de pagina’s staat een tabel afgebeeld, bestaande uit drie kolommen. De eerste kolom bevat een nummer, de tweede de naam van een product en de derde een instructie of uitleg over de toepassing van het product.
Bij nr. 85 staat: "Berekening vat. Tot 70 planten 150L,
70 tot 100 planten 200 L
100 tot 200 planten 300L
200 tot 350 planten 500L" [24]
Verbalisant [verbalisant 1] , hennep-rechercheur, heeft onderzoek gedaan naar de inhoud van de drie pagina’s en beschrijft in zijn proces-verbaal van bevindingen dat alle producten die op de pagina’s genoemd staan, gebruikt worden in de hennepteelt. [25]
Over
vijverfolieheeft verbalisant [verbalisant 1] het volgende beschreven:
“lk maak in nagenoeg elke hennepkwekerij mee, dat er op de vloer vijverfolie is
gelegd. (…) Op dit folie worden de potten met aarde, met daarin de hennepplanten gezet. De zijkanten van dit folie worden in de ruimten dan omhoog gezet, om er een
vloeistofdichte bak van te maken. Met meestal houten latten, wordt het folie op de muur vastgezet. ln het document staat vermeld, dat er opstaande randen moeten zijn van ongeveer 25 cm hoog (…). Als de deur van de kweekruimte naar buiten opengaat, kan het folie, en dus ook de lat, gewoon doorlopen, omdat je er overheen kunt stappen, de kweekruimte in. Als de deur naar binnen opengaat, zal er in de ruimte een houten bekisting moeten worden gemaakt op de vloer, waarop het vijverfolie vastgemaakt kan worden, zoals ook in het document wordt genoemd.”
Over
zwart/wit – folieheeft verbalisant [verbalisant 1] het volgende beschreven:
“Dit folie wordt gebruikt in de kweekruimte zelf op muren en soms plafonds. De ene kant van het folie is wit, om het licht te weerkaatsen en de ruimte maximaal licht te maken. De andere kant is zwart en dient ter afscherming, zodat het geheel niet opvalt van buitenaf.”
Over
lampenheeft verbalisant [verbalisant 1] het volgende beschreven:
“ln de hennepteelt worden nagenoeg altijd assimilatielampen gebruikt (…). Deze kweeklampen zijn bijna altijd 600 Watt en soms nog 400 Watt. Zoals ook in het document staat genoemd, is het regel dat er 1 lamp van 600 Watt per vierkante meter kweekoppervlak gebruikt wordt. Indien gebruik wordt gemaakt van 400 Watt lampen, gebruikt men er 1 per 0,75 vierkante meter.” [26]
Over
snoer/kabelheeft verbalisant [verbalisant 1] het volgende beschreven:
“Alle elektrische apparaten in de hennepkwekerij worden bijna altijd zelf aangesloten. Dit om zo min mogelijk ruchtbaarheid te geven. Er worden grote rollen witte kabel gekocht, waarvan de snoeren binnen de ruimten op maat gemaakt worden. Er wordt in dit document een uiteenzetting gegeven wanneer je welke soort moet gebruiken. Het gaat dan om de belastbaarheid van deze kabels. Hoe meer en hoe zwaarder, qua wattage, de apparaten zijn, hoe meer belastbaar moeten de kabels zijn.”
Over
afzuigerheeft verbalisant [verbalisant 1] het volgende beschreven:
“ln een hennepkwekerij is altijd sprake van een afgesloten ruimte. Dit, om ontdekking te voorkomen en om er een nagenoeg constante temperatuur te behouden. Er wordt gebruik gemaakt van kweeklampen (assimilatielampen). Bijna altijd betreffen dit lampen van elk 600 Watt. ln de kwekerij groeien de planten onder deze lampen. Deze lampen produceren, naast licht, ook veel warmte. Het mag niet te warm worden in de kwekerij en uiteraard is er naast warmte ook sprake van vuile lucht. Voor de afzuiging van deze lucht zorgen grote zogenaamde slakkenhuisafzuigers. Zoals ook in het document wordt gezegd: Type afzuiger altijd op basis van het aantal lampen. Hoe meer lampen, hoe meer warmte, en hoe groter de ruimte. Er staat ook vermeld, dat er altijd overcapaciteit moet zijn qua vermogen. Beter iets meer afzuiging, dan te weinig, zodat het mogelijk te warm wordt in de ruimte en er teveel gevraagd wordt, van de dan te kleine afzuiger, waardoor storing kan ontstaan, of zelfs brand.” [27]
Over
inblaasheeft verbalisant [verbalisant 1] het volgende beschreven:
“Zoals reeds genoemd, wordt de te warme lucht naar buiten afgevoerd. Er zal dan ook verse lucht ingeblazen moeten worden in de kweekruimte. Hier zorgen aanzuig-ventilatoren voor. Dit zijn dezelfde als de ventilatoren, die de warme lucht afvoeren, alleen zuigen zij dus lucht aan van buitenaf. Deze zijn altijd veel kleiner, als die de warme lucht afvoeren, omdat er anders teveel capaciteit is en de lucht te koud wordt in de kweekruimte, waardoor er weer verwarmd moet worden. Vandaar dat er in het document staat, dat de inblaas-capaciteit altijd de helft of iets meer moet zijn van de afzuiger, die de warmte afzuigt. Het voorbeeld, zoals genoemd in het document (5000 m3 afzuiging = 3250 m3 inblaas), spreekt voor zich.”
Over
dimmerheeft verbalisant [verbalisant 1] het volgende beschreven:
“Zoals ik reeds noemde, is er aan- en afzuiging van lucht in de kweekruimte. De temperatuur in deze ruimte wordt geregeld door een zogenaamde dimmer. Dit is een apparaat waarop zowel de aan- als afzuigers zijn aangesloten. Op de dimmer kun je de temperatuur instellen [28] zodat er in de ruimte een constante temperatuur is. (…) In het document staat dan nog een schema genoemd. Hierin staat eigenlijk, in het kort gezegd, dat hoe groter de kweekruimte is, hoe zwaarder qua vermogen de afzuigers zijn, dus hoe hoger het Amperage moet zijn van de dimmer om dit wattage aan te kunnen.”
Over
koolstoffilterheeft verbalisant [verbalisant 1] het volgende beschreven:
“(…) Om de geur van hennep te verbloemen, wordt er in de kwekerij gebruik gemaakt van koolstoffilters. Deze hangen nagenoeg altijd aan het plafond in de
kweekruimte en zijn met flexibele slangen aangesloten op de afzuiger. (…) Hierbij geldt ook, hoe groter de ruimte en het aantal planten, hoe meer geur, des te groter de
capaciteit van de filtering moet zijn. Deze filters zijn leverbaar in diverse afmetingen, hetgeen ook is terug te vinden in het document. Om een voorbeeld te geven uit dit document: Bij een kweekruimte met een inhoud van 7000 m3, worden 3 koolstoffilters gebruikt van 150 cm lang.” [29]
Over
ventilatorsheeft verbalisant [verbalisant 1] het volgende beschreven:
“Om de warmte en aangevoerde verse lucht in de kweekruimte goed te verdelen, wordt er gebruik gemaakt van kleine (…) ventilatoren. (…) Er wordt in dit document gesproken over 1 ventilator per 4 kweeklampen en dat is zeer aannemelijk.” [30]
Over
slang afzuiger uitgangheeft verbalisant [verbalisant 1] het volgende beschreven:
“Zoals reeds gezegd, is er aan- en afzuiging in de kweekruimte. Deze geschiedt middels afzuigers en koolstoffilters. Deze moeten uiteraard wel met elkaar verbonden worden middels een buizensysteem, dat uitmondt in een raam, deur dan wel wand, waar de uiteindelijke uitblaas dan wel inlaat van lucht plaatsvindt. Dit zijn flexibele buizen, die van binnen geïsoleerd zijn i.v.m. de resonantie van verplaatsing van lucht. Vandaar er in het document staat: Akoestische slang dempt het geluid. Deze moet minimaal 1,5 meter zijn, zoals staat vermeld. Dan staat er nog, hoe de slang (buis) moet zijn aangesloten. Niet met een scherpe bocht, maar flauw, i.v.m. stagnatie van lucht.” [31]
Over
slang librabakheeft verbalisant [verbalisant 1] het volgende beschreven:
“Dit zijn de kweekbakken, waarin de hennepplanten staan, op zogenaamde steenwollen slabs. Er wordt in het document nog aangegeven, dat er altijd plusminus 3 cm tussen de potten moet worden gehouden, zodat er verse lucht tussendoor kan.” [32]
Over
slang S-haakheeft verbalisant [verbalisant 1] het volgende beschreven:
“(…) kettingen en ogen van de kweekkappen moeten weer op elkaar aangesloten
worden. Dit gebeurt bijna altijd met een zogenaamde S-haak. Een stukje ijzer in de vorm van een S. Er staat nog vermeld dat de kappen dan makkelijker omhoog en omlaag te brengen zijn. Het is namelijk zo, dat de lampen qua hoogte steeds verder opgetrokken moeten worden, omdat de plant natuurlijk groeit, en de lamp niet te dicht op de plant mag hangen, omdat de hennepplant dan verbrandt.” [33]
Over
pottenheeft verbalisant [verbalisant 1] het volgende beschreven:
“Hennepplanten staan in de kweekruimte opgesteld in potten, dan wel bakken. Deze zijn leverbaar in ronde, vierkante en langwerpige modellen en hebben ook diverse inhoudsmaten. ln het document staat bijvoorbeeld: een vierkante pot van 3,5 liter inhoud = 15,5 cm lang en ook 15,5 cm breed enz. De afmetingen van de bakken indiceren dan ook meteen, hoeveel je er in de kweekruimte kunt neerzetten.” [34]
Over
berekening vatheeft verbalisant [verbalisant 1] het volgende beschreven:
“De hennepplanten hebben uiteraard water nodig. ln de kweekruimte, of daarbuiten, staat een watervat. (…) Hierin bevindt zich dan een dompelpomp, die op een tijdklok
geschakeld staat. De pomp is dan weer aangesloten op een slang die uitmondt in de kweekruimte en de hennepplanten van water (en voeding) voorziet. Hoe groter de kwekerij, hoe groter het watervat. Vandaar dat er in dit document ook staat vermeld bij hoeveel planten je een bepaald vat nodig hebt qua inhoud.” [35]
Over
pompenheeft verbalisant [verbalisant 1] het volgende beschreven:
“Zoals ik boven reeds zei, staat er in het watervat een pomp, die het water oppompt naar de kweekruimte(n). Er worden diverse watersystemen gebruikt, om de planten te voeden, zoals in het document staat vermeld. Druppelaars en Rayetsproeiers bijvoorbeeld. Beiden zijn systemen, waarbij elke pot hennepplant afzonderlijk water toegediend krijgt. Ook hierbij geldt: hoe meer planten, des te groter de capaciteit van de pomp. DAB en Tallas zijn merken van deze pompen. Deze komen het meeste voor in de hennepteelt, qua merken.”
Over
druppelaarsheeft verbalisant [verbalisant 1] het volgende beschreven:
“Zoals ik reeds zei, worden de hennepplanten nagenoeg in elke hennepkwekerij van water voorzien via zogenaamde druppelaars (…). Er staat in het document genoemd, dat je er voor moet zorgen dat deze druppelaars niet door moeten blijven lopen nadat de pomp gestopt is met water geven. Dit geeft namelijk over bewatering en is funest voor de hennepplant (wortelrot bijvoorbeeld),” [36]
Over
vatverwarmingheeft verbalisant [verbalisant 1] het volgende beschreven:
“lk noemde hierboven dat er een constante temperatuur moet zijn in het watervat. Koud water is niet goed voor de hennepplanten (tropische plant namelijk). Het water zal dus extra moeten worden verwarmd met een waterverwarmer. Hoe groter het watervat des te groter de capaciteit van de verwarmer. Er staat in het document vermeld, dat als er alleen koud water getapt kan worden in de kwekerij, je dan een zware verwarmer moet gebruiken, omdat er 1 van bijvoorbeeld 100 Watt nooit die hoeveelheid koud water kan verwarmen.”
Over
Grodan spuitheeft verbalisant [verbalisant 1] het volgende beschreven:
“Dit is een groot soort injectiespuit met naald, waarmee water kan worden opgezogen uit een SLAB, waarin hennepplanten groeien. SLABS zijn langwerpige steenwollen strips, waarin hennepplanten staan en wortelen. (…) Het water wordt eruit gezogen, om de waarden in het water te kunnen meten. Zoals ook staat vermeld in het document: EC + PH kun je meten. EC waarde = zoutgehalte in het water. PH =
zuurgraad van het-water.” [37]
Gelet op de toelichting van verbalisant [verbalisant 1] op de inhoud van drie aangetroffen pagina's, merkt de rechtbank deze pagina's aan als een instructie voor het opzetten van een hennepkwekerij van tussen de 70 tot 350 planten.
Voorraad [verdachte]
Op 9 oktober 2018 hebben doorzoekingen plaatsgevonden op de adressen [adres] , [adres] , [adres] , [adres] , [adres] , [adres] , [adres] en [adres] te [vestigingsplaats] , alle in gebruik bij [verdachte] . Daarnaast hebben doorzoekingen plaatsgevonden bij de [adres] te [plaats] en de [adres] box 41 te [plaats] . Ook deze panden betroffen locaties waar de bedrijfsvoorraad van [verdachte] stond opgeslagen. [38] Opsporingsambtenaren hebben alle artikelen in de voorraad van [verdachte] geteld en opgenomen in een tabel. [39] Verbalisant [verbalisant 2] heeft aan alle artikelen uit de bedrijfsadministratie een eenduidige benaming gegeven [40] door alle artikelen te vergelijken met de indicatoren uit de aanwijzing van de Opiumwet en te koppelen aan een indicator. [41] Op basis daarvan is vervolgens aan de eerder genoemde tabel waarin de aangetroffen voorraad is geteld en opgenomen per artikel deze eenduidige benaming toegevoegd. [42] Deze tabel is opgenomen als bijlage II van dit vonnis en wordt gebruikt voor het bewijs. Tot slot is een tabel opgenomen, waarbij de getelde artikelen zijn gegroepeerd op basis van hun door het onderzoeksteam aangebrachte, eenduidige benaming. [43] Deze tabel is opgenomen als bijlage III bij dit vonnis en wordt eveneens gebruikt voor het bewijs.
Verkoopcijfers [verdachte]
Meerdere verbalisanten met een digitale expertise hebben op 9 oktober 2018 deelgenomen aan de doorzoeking in het pand van [verdachte] aan de [adres] -110 te [vestigingsplaats] (locatie C) en [adres] , [adres] en [adres] te [vestigingsplaats] (locatie D). [44] Verbalisant [verbalisant 3] is naar de serverruimte op locatie C gegaan en zag twee HP servers en een HP werkstation. [45] Deze zijn veilig gesteld. [46] Verbalisant [verbalisant 4] kreeg, onder gebruikmaking van het account “ [account] ”, toegang tot de bedrijfs- en voorraadadministratie “ [verdachte] BV – Microsoft Dynamics NAV Classic” (hierna te noemen: Navision). [47]
Uit Navision is een overzicht
Artikelenen een overzicht
Klantstatistiekgeëxporteerd en omgezet naar de Excelbestanden. [48] Vervolgens heeft verbalisant [verbalisant 2] de artikelen op het overzicht
Artikelengecategoriseerd met een eenduidige benaming. [49] Daarna heeft verbalisant [verbalisant 2] elk artikel gekoppeld aan een indicator, zoals beschreven in bijlage 1 van de Aanwijzing van de Opiumwet, en onderzoek gedaan of door [verdachte] verkochte artikelen kunnen worden bestemd voor de grootschalige hennepteelt. Vervolgens heeft verbalisant [verbalisant 2] de mate van professionaliteit per artikel (hoog, gemiddeld, laag of onbekend) weergegeven. [50] Dit is opgenomen in het overzicht
Geclassificeerde artikelen.
Door het overzicht
Klantstatistieken het overzicht
Geclassificeerde artikelensamen te
voegen is het overzicht
' [verdachte] klant/artikel statistiek 2015-2018'ontstaan. Dit overzicht laat per klant het aantal indicatoren zien waarbinnen de klant artikelen heeft afgenomen. [51]
Omzet
Na analyse van de verschillende overzichten blijkt dat [verdachte] in de periode van 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 een totale omzet van € 101.801.175,- had. Ook blijkt dat 92,4 % van de omzet artikelen betreffen die in bijlage 1 van de Aanwijzing van de Opiumwet worden aangemerkt als ‘hoog professioneel’. De omzet is voorts uitgesplitst naar de indicatoren zoals beschreven in bijlage 1 van de Aanwijzing van de Opiumwet. Naar aanleiding daarvan kan worden geconstateerd dat het merendeel van de indicatoren door het merendeel van de klanten wordt afgenomen. De omzet van artikelen met gemiddelde of lage mate van professionaliteit is relatief beperkt, respectievelijk 0,8% voor gemiddeld- en zelfs slechts 0,0 % voor ‘laag professioneel’. [52]
Klanten
Uit de analyses van de overzichten volgt dat 26% van het totaal aantal klanten artikelen heeft afgenomen binnen alle 12 indicatoren, zoals beschreven in bijlage 1 van de Aanwijzing van de Opiumwet. Deze klanten hebben de hoogst gemiddelde omzet, namelijk € 291.143,-. Verder volgt uit de analyses dat 1% van het totaal aantal klanten
geenartikelen heeft afgenomen die als ‘hoog professioneel’ zijn aangemerkt en 8 % van de klanten binnen één indicator ‘hoog professionele’ artikelen hebben afgenomen van [verdachte] . Deze twee groepen tezamen zijn verantwoordelijk voor 0,4 % van de totale omzet van [verdachte] . [53] Negen van de tien grootste klanten van [verdachte] namen het hele productassortiment van [verdachte] af (alle 12 indicatoren). [54]
Te koop aangeboden en verkochte artikelen
Uit de verkoopstatistieken van [verdachte] blijkt dat [verdachte] 4.987 soorten artikelen heeft verkocht. In totaal werden er 17.697.387 artikelen verkocht door [verdachte] . In onderstaande tabel is door verbalisant [verbalisant 2] weergegeven hoeveel van deze artikelsoorten en artikelen en in welke mate van professionaliteit (hoog, gemiddeld, laag, onbekend) vallen.
In een Excelbestand zijn alle artikelen opgenomen die verkocht zijn door [verdachte] in de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 te Nieuwegein. [56] Deze tabel is opgenomen als bijlage IV bij dit vonnis en worden gebruikt voor het bewijs.
Verbalisant [verbalisant 5] heeft op basis van verschillende bronnen onderzoek gedaan naar factoren die nodig zijn voor de teelt van hennep in een ruimte afgesloten van licht en ruimte en vervolgens gekeken welke artikelen met betrekking tot die facturen door [verdachte] te koop zijn aangeboden. [57] Hieruit blijkt het volgende.

Ruimte afgesloten van licht en lucht [58]
(…)
Vijverfolie is tegen het lekken van water; de isolatiefolie en zwart/wit folie voor het weren en reflecteren van licht en volgens het WODC ter voorkoming van warmtedetectie. [verdachte] verkoopt ook een nietmachine waarmee de folie aan de wanden kan worden bevestigd. In de Aanwijzing Opiumwet wordt de indicator geïsoleerd met betrekking tot daglicht en temperatuur als hoog gezien in de factor professionaliteit met betrekking tot de teelt van cannabis. Verder biedt [verdachte] meerdere formaten groeitenten aan van de merken Mammoth, Budbox, Secret Jardin en Homebox. De groeitenten hebben een formaat van 40x40x80 cm tot 600x300x240 cm. Bij het berekenen van het Wederrechtelijk verkregen voordeel van een hennepkwekerij met kunstlicht wordt, indien het aantal planten per m2 niet bekend is, gerekend met 15 planten per m2 door het Functioneel Parket Afpakken. Een tent van 600x300 cm zou dus gemiddeld genomen voor 270 planten plaats bieden. Volgens dezelfde bron levert een hennepplant dan 28,2 gram per plant gemiddeld op. ln een dergelijke groeitent kan dus gemiddeld een opbrengst van zo'n 7,6 kilogram hennep per oogst worden bewerkstelligd. [59]
(…)
Aan- en afzuiging van lucht met geurbestrijding(…)
Op www.cnnbs.nl is een berekening gemaakt over de capaciteit van de afzuiger. (…) In het artikel wordt gerekend met een ruimte van 2,5x2,5x2 m waarbij de afzuiger dan een capaciteit van tussen de 2.250 m3 en 3.750 m3 zou moeten hebben. Verder blijkt uit de bronnen dat een slakhuisventilator vaak gebruikt wordt met een al dan niet geluidsdichte kist van metaal of MDF. Een slakhuisventilator wordt dan vaak een kist of softbox genoemd. Deze kist is specifiek om de lucht goed weg te werken en daarnaast om het geluid van de afzuiger te verhullen zodat de kans op ontdekking van de kwekerij kleiner wordt. Voor het verhullen van het geluid worden verder geluiddempende rubbers gebruikt waarmee de softbox kan worden opgehangen en geluidsdempers. De bronnen wijzen verder uit dat een buisventilator voldoende is voor een kleine kweekruimte, maar dat een softbox wordt aangeraden voor een grote ruimte. Verder zijn luchtslangen van belang voor de aan- en afvoer van lucht. ln hennepkwekerijen worden vaak geïsoleerde luchtslangen gebruikt om het geluid te verbergen. Volgens www.cnnbs.nl kun je voor een kleine kweektent volstaan met afvoeren van lucht in de ruimte waarin de kweekruimte staat. 'Ga je groter, dan kun je de lucht beter in een andere ruimte afvoeren’. [60]
(…)
[verdachte] biedt in de catalogi slakhuisventilatoren mét (softbox of kist) en zonder ombouw aan (…). Deze slakhuisventilatoren hebben een capaciteit van 250 m3 tot en met 7000 m3 per uur. Het is mogelijk dat [verdachte] inmiddels de 6000 m3 en 7000 m3 types niet meer verkoopt; het type met de grootste capaciteit is dan 5000 m3 per uur. [61] (…) [verdachte] biedt ophangrubbers aan om het geluid te verminderen, evenals een noodafzuiger op accu. Ook bieden ze luchtverdeelslangen aan, geïsoleerde luchtslangen met een diameter van tussen de 102 mm en 457 mm en flenzen en verbindingstukken voor de slangen. [verdachte] biedt koolstoffilters te koop aan met een capaciteit van 150 m3 per uur tot en met 4500 m3 per uur. (…) Ook biedt [verdachte] allerlei andere producten aan om geur te bestrijden waaronder een fles geurolie om aan een softbox te bevestigen en een 30 liter emmer met Apple Crumble gel die geur verwijdert. [62]
Kunstlicht
(…)
Ambtshalve weet ik dat de HPS lampen in de hennepteelt het meest worden aangetroffen. (…) Op www.cnnbs.nl wordt aangeraden om per vierkante meter een lamp van tussen de 400 en 600 watt te gebruiken, met een absoluut minimum van 150 watt. Op ww.wietkweken.com staat dat een lamp van 400 watt meer dan genoeg is voor (… ) hobbyteelt. Het geheel van een HPS lamp bestaat uit een bulb, een armatuur (draagconstructie met lamphouder), een voorschakelapparaat (ook wel VSA, transformator of ballast genoemd) en eventueel een relais. Een schakelklok en andere elektrische regelapparatuur kan hier ook bij horen. In de Aanwijzing Opiumwet wordt kunstlicht op tijdklokken gezien als indicator van hoge professionaliteit. (…) [verdachte] biedt in haar catalogi HPS lampen (…) te koop aan met wattages tussen de 250watt en 1000watt. [63] (…) Verder biedt [verdachte] allerlei types armaturen te koop aan voor HPS lampen (…). Ook biedt [verdachte] losse VSA's (…) en losse reflectorkappen (…). [verdachte] biedt relaiskasten (…) zekeringen en kabels en stekkers. ln combinatie met producten uit paragraaf 15 (
Elektrische meet- en regelapparatuur) kunnen bovenstaande lampen en daaraan gerelateerde voorwerpen voor zowel de grootschalige als de professionele hennepteelt worden gebruikt.
(…)
Bewatering
(…)
Uit onderzoek van het Functioneel Parket Afpakken blijkt dat gemiddeld 16,35 liter water per hennepplant per oogst wordt aanbevolen. Dit water kan aan de hennepplant worden toegediend
door (…)een centraal geregeld bevloeiingssysteem of drupsysteem (hoge indicator van professionaliteit). (…) In het WODC rapport
staat dat gebruik gemaakt moet worden van materialen voor waterbeheer zoals slangen, ringen, klemmen en dompelpompen. Volgens
forensisch drugsexpert R.G.J.M.van Cuijk worden uiteenlopende modellen waterreservoirs
ingezet. Als het water automatisch naar de planten wordt geleid gebeurd dit met een dompelpomp (…). [64]
ln de catalogi van [verdachte] staan watervaten van 50 liter tot en met 1000 liter. (…) Verder biedt [verdachte] waterpompen te koop aan met een capaciteit van 400 liter per uur tot en met 16000 liter per uur (…). Gezien de hoge capaciteit liters per uur zijn deze
waterpompen in samenhang met andere producten vermoedelijk voor grootschalige (hennep)teelt bestemd. [verdachte] biedt daarnaast alle toebehoren voor het al dan niet automatisch bewateren van de planten te koop aan zoals slangen, koppelstukken voor slangen en diverse soorten sproeiers, bedruppelaars, waterspinnen, vatverwarmers, gietlansen en hogedrukspuiten. (…) Het samenstel van materialen dat
[verdachte] levert is (behalve de gieter) volgens de Aanwijzing Opiumwet een indicator van hoge professionaliteit met betrekking tot de teelt van cannabis, namelijk centraal geregeld bevloeiingssysteem, drupsysteem. [65] (…)
Luchtcirculatie en -bevochtiging
(Hennep)planten zijn gebaat bij luchtcirculatie. Die zorgt er voor dat er steeds voldoende verse CO2 door de plant kan worden opgenomen middels de verse lucht. (…) Opvallend is dat in de artikelen van www.cnnbs.nl en www.wietkweken.com over kleine kweekruimtes van 1 m2 niet gesproken wordt over zulke ventilatoren. (…) Pas bij grotere kweekruimtes zouden dan ventilatoren voor luchtcirculatie nodig zijn. (…) Ambtshalve is mij bekend dat er verschillende soorten ventilatoren zijn die
regelmatig worden aangetroffen, namelijk zwenkventilatoren, muurventilatoren, staande ventilatoren, box ventilatoren en grondventilatoren. (…) Als deze ventilatoren, thermostaat- of computergestuurd, zorgen voor (verdeling van) de verwarming, wordt dit gezien als indicatie van hoge professionaliteit. (…) Het controleren van de luchtvochtigheid is van belang voor de wietplant. (…) Om de luchtvochtigheid te controleren worden losstaande luchtbevochtigers en -
ontvochtigers gebruikt. [66]
[verdachte] biedt in haar catalogi muurventilatoren, staan ventilatoren, grondventilatoren, tafelventilatoren, zwenkventilatoren en box ventilatoren aan (…). lk zag in de catalogi diverse soorten draagbare luchtbevochtigers met een capaciteit van 0,4 liter per uur tot 7 liter per uur. (…) lk zag (…) dat er apparaten bij waren die geschikt
waren om via de thermostaat en/of computer te worden aangestuurd.
Bodem en container voor bodem
(…) Potgrond kan bij het tuincentrum worden gehaald. Volgens de website www.cnnbs.nl is de potgrond van het tuincentrum meestal van lage kwaliteit en kan je beter bij een speciaalzaak speciale aarde en aardemengsels voor de wietplant kopen.” [67] Verbalisant, [verbalisant 6] , taakaccenthouder hennep, heeft geverbaliseerd dat hij de merken Plagron, Canna, DutchPro, BioBizz en B.A.C. alleen in growshops en hennepkwekerijen gezien heeft en nog nooit in een regulier tuincentrum. [68]
“Bij het kweken op hydrocultuur kan van meerdere kweekmedia gebruik worden gemaakt. De wortels van de planten groeien door het kweekmedium naar het water en halen daar de toegevoegde voedingsstoffen (kunstmest) uit. Er wordt hierbij meestal met steenwol of hydrokorrels gewerkt omdat dit goed werkt om precies de juiste samenstelling van de voedingsstoffen te kunnen bewerkstelligen. De potten met het medium (of bijvoorbeeld matten van het medium) worden op een systeem geplaatst waar water doorheen stroomt. Steenwol wordt, naast kweekmedium, ook vaak gebruikt als plug of startblok. Het zaadje of het stekje staat dan in het startblok of de plug en wordt dan, afhankelijk van de manier van telen, op een steenwolmat op het verrijkte water of direct in de verrijkte potgrond geplaatst. Volgens www.wietkweken.com is kweken op hydrocultuur niet voor de beginnende kweker en noemt deze manier van kweken professioneel. ln de Aanwijzing Opiumwet wordt het binnen kweken van hennep op steenwol en hydrocultuur als indicator van hoge professionaliteit gezien, evenals het werken met speciaal verrijkte aarde en potgrond. (…)
[verdachte] biedt onder andere de volgende soorten kweekmedia te koop aan: (…) Canna Terra Professional, Canna Seed Mix, Plagron Mega Worm, steenwol
matten (slabs), steenwol startblokken, steenwol trays. De soorten kweekmedia die [verdachte] (…) verkoopt zijn speciaal verrijkte aarde en potgrond en steenwol op hydrocultuur, welke in de Aanwijzing Opiumwet als indicator voor hoge professionaliteit bij de teelt van cannabis worden gezien. [69]
(…)
[verdachte] biedt speciaal verrijkte aarde en potgrond, cocos en hydrokorrels van de merken (…) B.A.C., Biobizz, (…)Canna, Plagron (…) te koop aan.
(…)
Plantenvoeding (kunstmest) en bestrijdingsmiddelen
Uit de bronnen blijkt dat een hennepplant speciale plantvoedingsmiddelen nodig heeft om goed te kunnen groeien en veel opbrengst te genereren. [70] (…) Uit de Aanwijzing Opiumwet blijkt dat het kweken op hydrocultuur en speciaal verrijkte aarde als hoge indicator van professionaliteit worden gezien met betrekking tot de teelt van cannabis. (…) [verdachte] biedt complete voedingslijnen te koop aan (…). Verder worden er enkele producten die de opbrengst van de [71] plant verhogen (…). lk zag dat [verdachte] plantenvoeding in verpakkingen van 10 ml tot en met 20 liter te koop aanbiedt.
Afhankelijk van de mengverhouding met water kan van de grootte van de verpakking gesteld worden, dat de grotere verpakkingen bestemd zijn voor de grootschalige en professionele (hennep-)teelt. (…) Ik zag verder dat [verdachte] diverse soorten bestrijdingsmiddelen te koop aanbiedt.
(…)
(…) [verdachte] biedt een aantal soorten CO2 apparatuur aan. Bij de fles van het merk Enhancer staat in de catalogi 'goed voor een ruimte van 1,5x1,5x2 m'. Een emmer van het merk Nature 2 heeft een pomp, hierbij staat 'is goed voor een ruimte van 3 m3'. De emmer van het merk CO2 boost heeft een motor. Verder biedt [verdachte] CO2 kachels/generatoren aan die werken op zowel propaan als aardgas. (…) Verder worden er ventielen, controllers en sensoren aangeboden van de merken Shiva, Techgrow, DimLux en Biogreen. Deze producten zijn volgens de Aanwijzing
Opiumwet, met uitzondering van de fles en emmer, in samenstelling met andere stoffen en voorwerpen een indicator van gebruik bij de professionele teelt van cannabis.
Elektrische meet- en regelapparatuur
ln de bijlage van de Aanwijzing Opiumwet staan meerdere indicatoren waarbij gesteld kan worden dat indien zij computer gestuurd of anderszins automatisch worden geregeld wijzen op een hoge professionaliteit met betrekking tot de teelt van cannabis. Dit zijn:
- Kunstlicht op tijdklokken
- Centraal geregeld bevloeiingssysteem, drupsysteem
- Verwarming thermostaat- of computer gestuurd
- CO2 gestuurde installatie [73]
(…)
[verdachte] biedt elektronische klimaat- en luchtvochtigheidsregelaars aan (dimmers, thermo- en hygrostaten, en controllers), alsmede complete computers voor het volledig controleren van licht, lucht en warmte. Ik zag dat deze apparatuur verschilde in vermogen van 3 tot en met 25 ampère en tot 8 aansluitingen heeft. Er kunnen op zulke apparaten meerdere ventilatoren (zoals een slakhuis of buisventilator) en groeilampen worden aangesloten en automatisch aangestuurd. Verder biedt [verdachte] temperatuursensoren, planttemperatuurcamera's en luchtvochtigheidsensoren te
koop aan. Ook relaiskasten voor het automatisch regelen van de verlichting (tot 12 aansluitingen) worden door [verdachte] te koop aangeboden. Verder biedt [verdachte] voor onder meer de verlichting allerlei kabels, zekeringen en stekkers te koop aan, net zoals diverse soorten tijdklokken. Ook biedt [verdachte] voedingscomputer voor tot vier pompen te koop aan en diverse soorten (automatische) EC- en PH meters. Ook thermo- en hygrometers behoren tot het assortiment, evenals de regelaars voor CO2 suppletie.
(…). Al deze voorwerpen zijn een indicatie van hoge professionaliteit met betrekking tot de teelt van cannabis en, onder meer in het geval van meerdere aansluitingen, voor grootschalige teelt (in het geval van cannabisteelt) (…). [74]
Camera’s en detectieapparatuur
(…) Het afschermen van de ruimte (binnen of buiten) van cannabisteelt wordt als indicator van hoge professionaliteit met betrekking tot de teelt van cannabis gezien in de Aanwijzing Opiumwet. (…) dat [verdachte] een compleet alarmsysteem van het merk SMS Com te koop aanbiedt. Dit is een alarm waar per stuk door [verdachte] diverse extra's op kunnen worden gemonteerd, namelijk: rookmelder, thermostaat, bewegingsmelder, magneet contact, sleutel contact, waterdetector, sirene en flashlight. [75]
(…)
Verwerkingsproducten opbrengst
(…) De henneptop wordt eerst van de plant geknipt met een schaar, de grote bladeren (schutbladeren) worden dan direct verwijderd. (…) suikerbladeren worden vaak verwijderd met een cannacutter of tumble trimmer (jargon voor knipmachine). (…) Dit kan apparaat kan handmatig of elektrisch worden bediend. (…) Dergelijke knipmachines vinden enkel een logische toepassing voor de professionele en/of grootschalige hennepteler (…), gezien de investering. Zoals gezegd kan het knippen gebeuren voor of na het drogen van de wiet. Het drogen gebeurt door het ophangen of neerleggen van de wiet. Dit kan in een speciale droogtent of in een al dan
niet in gebruik zijnde kweekruimte. De hennep zal immers nog steeds sterk ruiken, dus dient ook hier de lucht via een koolstoffilter afgezogen te worden (…).
Ambtshalve weet ik dat hennepafval vaak in vuilniszakken wordt vervoerd. (…). Als de hennep gedroogd is, wordt ze vaak in zogenaamde strijkzakken verpakt. Strijkzakken worden met een lauwe strijkbout of sealapparaat gesloten en de zakken voorkomen dat de geur van hennep vrijkomt. Zo kan de hennep zonder geuroverlast worden opgeslagen en vervoerd. (...) Het vervoer van grote hoeveelheden vindt meestal plaats in grote sporttassen en 'big shoppers'. [76]
(…)
[verdachte] biedt twee soorten knipmachines te koop aan: Tumble Trimmer en Uienafstaartmachine. Beiden kunnen zowel handmatig als elektrisch worden bediend. Overigens bestaat een uienafstaartmachine wel, maar ziet die er heel anders uit dan die [verdachte] te koop aanbiedt (…). [verdachte] biedt verder voor het drogen speciale droogtenten (…) aan, naast de reguliere groeitenten waar in gedroogd kan worden. Ook bieden ze (…) speciale droognetten en rekken aan om in deze tenten te hangen.
Verder worden (…) droognetten tot 8 lagen aangeboden met een doorsnede tot 80x80 cm. Indien gebruikt voor hennep kan in deze netten de opbrengst van een
grootschalige en/of professionele kweek worden gedroogd. Voor het verpakken en vervoeren biedt [verdachte] strijkzakken te koop aan (aluminiumzak genoemd in de
catalogi). Onder hetzelfde kopje als Aluminiumzakken worden een handsealapparaat en een Bestron reisstroomstrijkijzer ‘t.b.v. aluminiumzakken' te koop aangeboden. Het grootste model strijkzak heet Jumbo en is 90x130cm. Zo'n model is gezien de afmeting bestemd voor de opbrengst [77] van grootschalige en/of professionele teelt van hennep. [verdachte] verkoopt verder diverse soorten en maten gripzakken, luchtdichte vaten en 1 soort vacuüm seal zak. Ook biedt [verdachte] sporttassen en 1 type big shopper te koop aan. (…) lk zag ook verschillende soorten weegschalen. De weegschalen zijn
om gewichten van 0,1 tot 15 kg te wegen. Hiermee kunnen de opbrengsten van de hennep worden gewogen.
(…)
Producten die [verdachte] te koop aanbiedt maar niet in de bronnen worden genoemd [78]
(…) Ik zag dat [verdachte] ook 1 type bamboestok en netten met de maasgroottes 12x15cm en 15x15 cm te koop aanbiedt. Deze bamboestokken en netten worden in hennepkwekerijen vaak aangetroffen om de hennepplanten recht omhoog te laten groeien.” [79]
Verbalisant [verbalisant 2] heeft per indicator, zoals beschreven in bijlage 1 van de Aanwijzing van de Opiumwet, beschreven welke door [verdachte] verkochte artikelen daaronder vallen en hoeveel daarvan verkocht zijn:
“01 Belichting
Alle voorwerpen en stoffen die te maken hebben met verlichting, timers relaiskasten, bedrading en dimmers heb ik ingedeeld onder deze indicator. Volgens bijlage 1 valt al het kunstlicht op tijdklokken onder de professionaliteit Hoog. Daarom heb ik alle benodigdheden voor kunstlicht en alle regelapparatuur daarvoor ook ingedeeld in de mate van professionaliteit Hoog. ln totaal zijn er 1.192.011 van dit soort artikelen verkocht. [80]
Schakelkasten/relaiskasten(…) Relaiskasten worden in de hennepteelt gebruikt om verlichting mee te regelen. (…) Uit bijlage 1 van de aanwijzing Opiumwet blijkt dat relaiskasten/schakelkasten worden gezien als indicatie van een hoge professionaliteit met betrekking tot de teelt van cannabis. Hieronder is in een tabel het aantal en soort relaiskasten weergegeven dat door [verdachte] is verkocht in genoemde periode. In de eerste rij van de tabel is weergegeven hoeveel lampen van 600 watt er kunnen worden aangesloten op de verkochte relaiskast/schakelkast. Dit varieert tussen de 1 lamp en de 60 lampen
van 600 watt.
(…)
Door het Functioneel Parket Afpakken wordt de rapportage "Wederrechtelijk verkregen voordeel van een hennepkwekerij met kunstlicht" uitgebracht. (…) Hierin staat dat, (…) uit kan worden gegaan van 15 planten per vierkante meter. Voor grootschaligheid wordt uitgegaan van 500 gram of 200 planten. De grens van 200 planten ligt daarom bij 15 planten per vierkante meter op 200 planten gedeeld door 15 per meter is 13,33 m2. Daarom kunnen alle relaiskasten/schakelkasten, waarop meer dan 13,33 lampen op kunnen worden aangesloten, aangemerkt worden als geschikt voor de grootschalige cannabisteelt.
01 Voeding
Gieter en irrigatiesysteem
(…) ln totaal zijn er door [verdachte] in de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018, 455 gieters verkocht. ln dezelfde periode zijn er in totaal 2.442.924 irrigatie artikelen verkocht, zoals bijvoorbeeld slangen, leidingen en pompen. Zo zijn er bijvoorbeeld 20.618 waterpompen verkocht.
Watervaten
ln de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 zijn er door [verdachte] in totaal 16.341 watervaten verkocht in verschillende maten. Hiervan waren er 3.770 groter dan 500 liter.
Voeding
Ik zag dat in de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 in totaal 931.279 eenheden voeding verkocht waren door [verdachte] . Daarvan waren 358.565 eenheden, of wel ruim 38,5 %, groter dan 5 liter (jerrycans van 5, 10 of 20 liter). Dit zorgde voor een omzet van € 11.670.246,23; dit zorgde voor 58,9 % van de totale omzet op voeding. [82] (…) [verdachte]
verkochtvoedingsmiddelen van 35 verschillende merken (…). Het meest verkochte merk is Canna, waarvan 248.466 eenheden zijn verkocht.
Voedingscomputers
[verdachte] heeft in de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 942 voedingscomputers verkocht. Voedingscomputers zijn in hoge mate professioneel en kunnen vermoedelijk worden aangemerkt als bestemd voor de grootschalige teelt.
03 Ruimte
(…)
Kweektenten [83]
ln de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 zijn er door [verdachte] in totaal 29.085 kweektenten verkocht. Een kweektent is een kant en klare kweekruimte, afgesloten van licht en lucht, die geschikt is voor de cannabisteelt. Van deze 29.085 door [verdachte] verkochte kweektenten zijn er 791 kweektenten met een oppervlakte
groter of gelijk aan 13,33 vierkante meter verkocht. (…) Van deze 29.085 kweektenten werden 17.382 kweektenten verkocht met een oppervlakte groter dan
1,2 vierkante meter (meer dan 500 gram opbrengst (1,2 m2 x 15 planten = 18 x 28,2 gram = 507,6 gram)).
(…)
Vijverfolie
ln de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 is er door [verdachte] in totaal 858.400 m2 vijverfolie verkocht. (…)
04 Afscherming [84]
(…)
Geurbestrijding
ln de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 zijn er door [verdachte] in totaal 44.060 eenheden verkocht van middelen ter bestrijding van geur. Deze middelen variëren van geurdiscs van 6 gram tot emmers van ONA met een inhoud van 20 liter. Van deze 20 liter emmers zijn er in totaal 346 verkocht
Isolatiefolie
ln de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 zijn er door [verdachte] in totaal 11.379 rollen met isolatietape verkocht en 9.638 rollen met isolatiefolie (…).
Reflecterende folie
ln de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 zijn er door [verdachte] in totaal 375 rollen van 10 x 1,37 meter reflecterende folie verkocht.
Sealfolie
Door [verdachte] zijn in de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 in totaal 77 sealapparaten, 3.252 rollen met sealfolie en 7 topvellen ten behoeve van het afdekken van pallet verkocht.
Zwart/wit folie
(…) Door [verdachte] zijn in de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 totaal 16.648 rollen zwart wit folie verkocht. (…)
Maat in m2
Aantal artikelen
500
245
50
14.376
100
1.951
20
13
60
8
20
14
22
33
60
60
4
Koolstoffilters
(…)
[verdachte] heeft tussen 1 maart 2015 en 9 oktober 2018 in totaal 71.504 koolstoffilters verkocht. (…) 53.159 van de verkocht koolstoffilters had een capaciteit die groter was dan 600 m3 per uur.
Afzuigbeveiliging
[verdachte] heeft tussen 1 maart 2015 en 9 oktober 2018 in totaal 312 afzuigerbeveiligers op accu verkocht.
05 Ventilatie
Softboxen
ln de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 zijn er door [verdachte] in totaal 21.250 softboxen verkocht met verschillende capaciteiten. [86] (…) De 3 grootste maten met een capaciteit van 5.000, 6.000 en 7.000 m3 per uur, zijn vermoedelijk bestemd voor de grootschalige cannabisteelt. Hiervan zijn er in totaal 2.719 verkocht.
(…)
Slakkenhuisventilatoren
ln de periode 1 maart 201 5 tot en met 9 oktober 2018 zijn er door [verdachte] in totaal 18.283 slakkenhuisventilatoren verkocht met een capaciteit van 250 tot 7.000 m3 per uur. Volgens de aanwijzing van de Opiumwet kunnen alle formaten ingedeeld worden in de professionaliteitsfactor hoog.
(…)
Airco’s
ln de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 zijn er door [verdachte] in totaal 82 airco's verkocht, waaronder bijvoorbeeld de Opticlimate met een koelvermogen tot 15.000 Watt. [87] (…)
Grond-, tafel-, wand- en sta ventilatoren
Door [verdachte] zijn in de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 in totaal 169.175 grond-, tafel-, wand- en sta ventilatoren verkocht (…).
Flenzen en hulpstukken, Bouwmateriaal
ln de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 zijn er door [verdachte] in totaal 2.424.463 voorwerpen en stoffen uit de categorie flenzen en hulpstukken verkocht en 2. [adres] voorwerpen en stoffen uit de categorie bouwmateriaal. Al deze materialen kunnen worden gebruikt om ventilatoren aan te sluiten of op te hangen.
Luchtfilter, Luchtslangen
ln de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 zijn er door [verdachte] in totaal 2 luchtfilters verkocht. [verdachte] verkocht in die periode in totaal 105.043 luchtslangen. [88] (…)
Bevochtiging, ontvochting
Door [verdachte] zijn in de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 in totaal 9.699 voorwerpen en stoffen ten bate van de bevochtiging en 456 ten bate van de ontvochtiging verkocht. Volgens de aanwijzing van de Opiumwet kunnen beide ingedeeld worden in de professionaliteitsfactor hoog.
Ozon
Door [verdachte] zijn in de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 in totaal 11 ozonsystemen verkocht. Volgens de aanwijzing van de Opiumwet kunnen deze ingedeeld worden in de professionaliteitsfactor Hoog.
Dimmers, thermo en hydrostaten
ln de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 zijn er door [verdachte] in totaal 14.559 stuks uit deze categorie verkocht. (…) Volgens de aanwijzing van de Opiumwet deze voorwerpen en stoffen ingedeeld worden in de professionaliteitsfactor hoog.
06 Verwarming
Door [verdachte] zijn in de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 in totaal 43.776 voorwerpen of stoffen verkocht die vallen onder de indicator verwarming. Hiervan hadden 41.628 stoffen of voorwerpen de professionaliteitsfactor hoog (…). Kachels zijn ingedeeld in de professionaliteitsfactor hoog als ze over regelapparatuur zoals thermostaat beschikken of computergestuurd zijn.
07 Bodem
Door [verdachte] zijn in de periode 1 maart 201 5 tot en met 9 oktober 2018 2.812.750 zakken verrijkte aarde verkocht in verschillende maten. (…) Volgens de aanwijzing van de Opiumwet kan verrijkte aarde ingedeeld worden in de professionaliteitsfactor hoog. [89] (…)
Steenwol
Door [verdachte] is in de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 in totaal voor € 5.967.903,34 aan steenwol producten verkocht. (…) lk heb hierbij niet de
aantallen vermeld, omdat de aantallen en de maten per verpakking enorm variëren.
Volgens de aanwijzing van de Opiumwet kunnen steenwolproducten ingedeeld worden in de professionaliteitsfactor hoog.
08 Ziektebestrijding
Door [verdachte] zijn in de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 in totaal in totaal 62.890 stuks voorwerpen en stoffen verkocht die onder de indicator ziektebestrijding vallen. (…)
09 Verwerking
Cannacutter
(…) ln de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 zijn er door [verdachte] in totaal 3.755 cannacutters verkocht, waarvan 1.844 elektrisch.
Droogrekken
Door [verdachte] zijn in de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 in totaal 170.297 droognetten verkocht. Het beste verkochte artikel is de "Dry-line droogrek stapelbaar" met 130.391 stuks. Dit droogrek is stapelbaar en lijkt daarom geschikt voor de professionele en/of grootschalige hennepteler. [90]
(…)
Verpakkingsmateriaal
(…) Door [verdachte] zijn in de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 in totaal 766.400 gripzakken verkocht (…). [verdachte] verkocht aluminiumstrijkzakken (…).
Gripzakken van 500 x 500 millimeter worden ook wel kilozak genoemd. Vermoedelijk past hier dus een kilogram gedroogde hennep in. Het formaat van deze kilozak komt vrijwel overeen met de aluminiumstrijkzak middel van 45 x 56 centimeter. Vermoedelijk past daarom ook in deze strijkzak middel, ongeveer 1 kilogram gedroogde hennep en in de grotere strijkzakken "groot" en "jumbo" nog meer. Vermoedelijk zijn de strijkzakken "groot" en "jumbo" gezien de afmeting bestemd voor de opbrengst van grootschalige en/of beroeps- of bedrijfsmatige teelt van hennep.
(…)
10 Plantmateriaal
Stekpoeder
Stekpoeder is poeder dat bepaalde groeiregulatoren (plantenhormonen) bevat, zodat stekken van planten beter wortelen. (…) Door [verdachte] zijn in de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 in totaal 27.868 voorwerpen en stoffen uit deze categorie verkocht.
11 CO2-suppletie
(…) Door [verdachte] zijn in de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 in totaal 9.617 voorwerpen en stoffen uit de categorie CO2 verkocht (…). Het gaat dan om CO2 generators op aardgas of propaan, CO2 controllers, hotboxen en emmers.
(…)
99 Niet benoemd in bijlage 1
Dit zijn voorwerpen of stoffen die ik niet kon in delen in een van de in bijlage 1 van de aanwijzing van de Opiumwet genoemde indicatoren.
(…)
Steunnetten en bamboestokken
Door [verdachte] zijn in de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 in totaal 1.694.757 bamboestokken verkocht. (…) ln totaal werd er 2.288.231,69 m2 aan steunnetten verkocht. [92]
(…)
Brandblusser
ln de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 zijn er door [verdachte] in totaal 5.797 brandblussers verkocht. (…) Algemeen bekend is dat cannabiskwekerijen relatief brandgevaarlijk zijn door ondeugdelijke aansluiting van elektriciteit
en apparatuur met groot vermogen.
(…)
Meetapparatuur, EC en PH meters, ijk-vloeistof
In de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 zijn er door [verdachte] in totaal 33.498 meetapparaten, zoals PH en EC meters verkocht. Er zijn in totaal 16.853 flessen ijkvloeistof verkocht in verschillende maten, van 20 ml tot 5 liter. De 3 best verkochte formaten zijn allemaal 100 ml groot.
Weegschalen
In de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 zijn er door [verdachte] in totaal 1.835 weegschalen verkocht. Dit betreffen diverse verschillende weegschalen om gewichten tussen de 0,01 gram en de 15 kilogram te wegen. De best verkochte weegschalen zijn:
1. Weegschaal (…) – 1 t/m 7000 gr (…)
2. Weegschaal in koffer - 1 t/m 15 kg (…)
3. Weegschaal (…) - 0,1 t/m 500 gr (…) [93]
Op 9 oktober 2018 is tijdens de doorzoeking op het adres [adres] te [vestigingsplaats] een computer aangetroffen [94] met daarop een Excelbestand met de naam “stamgegevens leveranciers BLT crediteuren ten behoeve van inkoop china etc. xls.”. Dit bestand was op 30 juni 2015 als laatst gewijzigd en opgeslagen door [medeverdachte 1] . [95] In het bestand staat bij het bedrijf “Can Filters” onder het veld
Opmerkingende volgende tekst:

koolstoffilters 150-4500 m3 capaciteit. thuiskweker heeft max koolstoffilter 600m3
nodig [96]
Het dossier bevat een tabel met daarin alle artikelen die zijn afgenomen van [verdachte] in de periode 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2015. [97] Deze tabel is opgenomen als bijlage V bij dit vonnis en wordt gebruikt voor het bewijs.
Onderzoek klanten [verdachte]
[klant 1]
Door een observatieteam werd op 23 mei 2018 gezien dat een aantal pallets werd uitgeladen uit een vrachtwagen van [verdachte] bij het adres [adres] te [plaats] . Uit aantekeningen in Navision blijkt dat [medeverdachte 7] op 9 juli 2018 langs is geweest omdat er al enige tijd geen leveringen meer waren geweest. De eigenaar gaf volgens de aantekeningen aan dat zij enige tijd dicht waren geweest. Uit de politiesystemen blijkt dat er op 20 juni 2018 in het pand 17,45 kilo hennep was aangetroffen. Op 13 juli 2018 startte [verdachte] weer met leveren aan [klant 1] . Op 24 augustus 2018 stond in de aantekeningen vermeld dat [medeverdachte 7] de dag ervoor ter plaatse was geweest en met de eigenaren had gesproken. Tussen 24 augustus en 9 oktober 2018 hebben nog 15 leveringen plaatsgevonden. [98]
[klant 2]
De persoon [A] is in onderzoek Weerribben als één van de verdachten aangemerkt. Het vermoeden rees dat hij op 13 mei 2015 artikelen had geleverd voor een hennepkwekerij die is aangetroffen op het adres [adres] te [plaats] . [99] Uit de administratie van [verdachte] bleek dat er in het boekjaar 2015 36 facturen met een totaalbedrag van € 172.746,19 werden opgemaakt voor het leveren van stoffen en voorwerpen aan [klant 2] . [100] Binnen onderzoek Weerribben zijn de volgende locaties naar voren gekomen, waar hennepkwekerijen zijn aangetroffen die in verband konden worden gebracht met de aangemerkte verdachten in dit onderzoek:
Op 9 maart 2015 heeft een telefoongesprek plaatsgevonden tussen [A] en iemand genaamd [medeverdachte 6] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 6] ) over bestellen bij [verdachte] . Tijdens dit telefoongesprek vraagt [A] aan [medeverdachte 6] of het bezit van spullen die hij wil bestellen legaal of illegaal is. [101] In het dossier zit een factuur van [verdachte] aan [klant 2] van een dag later, 10 maart 2015. [102]
[klant 3] B.V. en [klant 4] B.V.
Het telefoonnummer [telefoonnummer] is door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 7] [103] en op 15 maart 2018 heeft er een telefoongesprek plaatsgevonden tussen hem en de eigenaar van de klanten [klant 3] B.V. en [klant 4] B.V. [104] De eigenaar zegt in dit tapgesprek dat hij niet zo’n goede uitspraak heeft gehad, omdat hij in hoger beroep was gegaan en 120 uur dienstverlening heeft gekregen. Verder zouden “die spullen wat in beslag genomen zijn” verbeurd verklaard zijn volgens de eigenaar. De eigenaar zegt nog “ze hebben echt alles meegenomen hé”. Vervolgens zegt de eigenaar daarop: “Ik ben in ieder geval heel blij met jullie. Want ja, ik zorg gewoon dat ik minder voorraad heb en alles weet je wel.” [medeverdachte 7] zegt daarop: “Ja dan rijden we maar een keer meer. Geen probleem toch?”. [105] Voorts is er een aantekening bij deze klant door ‘ [medeverdachte 7] ’ (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 7] ) gemaakt, gedateerd 6 oktober 2017, waar staat “ [naam] zit nog op de uitslag van de rechter te wachten met het terug krijgen evt van zijn spullen”. [106] Uit Navision blijkt dat [verdachte] in de periode van 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 70.390 artikelen heeft verkocht aan [klant 3] B.V. [107] Uit Navision blijkt voorts dat [verdachte] in de periode van 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 15.628 artikelen heeft verkocht aan [klant 4] B.V. [108] Uit de bevindingen vergeleken met bijlage 1 van de Aanwijzing blijkt dat de door [verdachte] aan [klant 3] BV geleverde voorwerpen en stoffen kennelijk geschikt zijn voor professioneel en bedrijfsmatig handelen met betrekking tot de teelt van cannabis (professionaliteitsfactor hoog). Immers meer dan twee stoffen of voorwerpen die door [verdachte] zijn geleverd aan [klant 3] B.V. vallen in deze categorie. [verdachte] heeft zelfs stoffen en voorwerpen met een professionaliteitsfactor hoog uit alle 11 indicatoren van de aanwijzing geleverd, met uitzondering van CO2 suppletie [109] . Dit zelfde geldt ook voor de leveringen aan [klant 4] B.V. [110] [klant 3] B.V. is veroordeeld voor het overtreden van artikel 11a Opiumwet door het voorhanden hebben van stoffen en voorwerpen bestemd voor de grootschalige en professionele hennepteelt. [111]
[klant 5]
Op 14 maart 2018 heeft er een telefoongesprek plaatsgevonden tussen [medeverdachte 7] (NNman4044) en NN3483 (noemt zich [naam] ) over de klant van [verdachte] . Dit gesprek is uitgeschreven:
“nnman3483: (…) op vrijdag (…) in [vestigingsplaats] (…) toch?
nnman4044: Jazeker heb ik een afspraak mee vrijdag (…)
nnman3483: Dat hoeft niet meer. Hij is leeg. Hij is gisteren opgerold.
nnman4044: Dat meen je niet!!!
nnman3483: Ja ik dacht ik bel je even voordat je er staat.
(…) nnman3483: Hij is met uh machine dingen bij hem thuis gevonden. Zijn aquas(fon).... in beslag zijn .sitas(fon)...ntv in beslag. Kwekerijen gevonden.
nnman4044: Ja dan is het klaar hé . Dan hoef je niets meer te beginnen. (…)
(…) nnman3483: Mijn vader had ook gezegd het is een smet, er zit een smet op het pand van [klant 5]
nnman4044: Ja klopt. Het is al twee keer (…) gebeurd (…)
(…) nnman3483: Alles eh het hele pand is leeggehaald door de politie (…)
nnman4044: Ja dan nemen ze alles mee (…). Want dan ben je (…) gewoon (…) een growshop geweest, ja dat mag gewoon niet ja klaar.
(…) nnman3483: (…) ik vind het niet erg dat het gebeurd is.
nnman4044: nee allicht niet. De een z'n dood is de ander zijn brood” [112]
In de bedrijfsadministratie zijn opmerkingen per klant genoteerd, naar aanleiding van klantbezoeken. Op 14 maart 2018 heeft een medewerker het volgende genoteerd:
“vandaag contact gehad met [medeverdachte 7] over deze klant en hij vroeg mij om het account te blokkeren”.
Op 10 mei 2018 is door [medeverdachte 7] (
de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 7]) genoteerd:
“Gisteren hier geweest en de winkel die gesloten was even bekeken bijna geen voorraad meer alles mee genomen mag wel open zijn wil weer een klein voorraadje binnen zetten (…)” [113]
Het dossier bevat de volgende facturen van [verdachte] gericht aan [klant 5] :
 Een factuur van [verdachte] aan [klant 5] B.V. met afleveradres [adres] te [vestigingsplaats] met factuurdatum 3 juli 2018. Betalingswijze betreft “Contant bij aflevering”. [114]
 Een factuur van [verdachte] aan [klant 5] B.V. met afleveradres [adres] te [vestigingsplaats] met factuurdatum 24 juli 2018. [115]
 Een factuur van [verdachte] aan [klant 5] B.V. met afleveradres [adres] te [vestigingsplaats] met factuurdatum 9 augustus 2018. [116]
 Een factuur van [verdachte] aan [klant 5] B.V. met afleveradres [adres] te [vestigingsplaats] met factuurdatum 20 augustus 2018. [117]
[klant 6]
Uit het politiesysteem bleek dat [verdachte] was geregistreerd in het onderzoek Koningsberg. Ook bleek [klant 6] v.o.f / [klant 6] , gevestigd op het adres [adres] te [vestigingsplaats] , betrokken in het onderzoek Koningsberg. Op 19 juli 2016 werd door de gemeente [vestigingsplaats] een bestuurlijke controle uitgevoerd betreffende het pand [adres] in [vestigingsplaats] . Door de politie werd een grote hoeveelheid hennep gerelateerde goederen waargenomen, waaronder koolstoffilters, potgrond en voedingsmiddelen. [118] Eén koolstoffilter en een droognet waren reeds gebruikt. [119] Daarnaast werd op 19 juli 2016 169 gram hennep aangetroffen. [120]
Uit de bij [klant 6] in beslag genomen facturen blijkt dat [verdachte] in totaal € 12.613,79 contant heeft gefactureerd aan [klant 6] . Eén factuur met factuurdatum 9 april 2015 is nader onderzocht. De factuur is gericht aan [klant 6] v.o.f., [adres] , [vestigingsplaats] en bij ‘daadwerkelijke betalingswijze’ staat de optie ‘contant’ aangevinkt. [121] Twaalf artikelen van deze factuur zijn nader onderzocht. Deze factuur betreft onder meer de volgende artikelen:
 Hv-Pro Hvdro A 10 ltr
 Zelfbouwset 600W ELT - Philips -Spieqelkap
 Een koolstoffilter met omschrijving: “Empire Light 3500 100cm flens [122] diameter 350, 3500 m3”.
 Een koolstoffilter met omschrijving: “CAN-lite 2000 100 cm flens 250 diameter 2000 m3”. [123]
 Victorkettinq 37y2,22 mm 30 mtr p/bos
 Twee schakelborden met omschrijving: “VOI-Schakelbord 48 x 600 W 2 x kachel 2 continue”. [124]
 Een luchtbevochtiger met omschrijving: “Airsonic luchtbevochtiger 0,4 ltr p/u reservoir 6L”. [125]
Al deze artikelen zijn in het proces-verbaal geduid als producten die gebruikt worden bij de hennepteelt.
[klant 7]
Uit het onderzoek Madrid blijkt onder meer dat [verdachte] leverancier was van [klant 7] . De eigenaar van [klant 7] was [B] . Uit het politiesysteem blijkt dat op 4 mei 2016 een melding is gedaan over een hennepkwekerij in een garagebox [nummer] te [plaats] , waar een chauffeur namens [verdachte] goederen aan het lossen was. [126] Uit facturen van [verdachte] aan [klant 7] blijkt dat [klant 7] in de periode van 21 februari 2017 tot en met 15 juni 2017 voor een totaalbedrag van € 26.625,82 stoffen en voorwerpen van [verdachte] heeft afgenomen. Het afleveradres was telkens [adres] te [plaats] . Alle betalingen van deze facturen hebben contant plaatsgevonden. [127] Tot de door [verdachte] geleverde stoffen en voorwerpen behoren onder andere afzuigslangen, snelheidsregelaars, waterpompen, sproei-installaties, groeimiddelen, een watervat, luchtventilatoren, koolstoffilters, groeitenten, assimilatielampen en folie. [128]
Uit het onderzoek Madrid is naar voren gekomen dat [B] samenwerkte met de eigenaar van [bedrijf 1] B.V., [C] . In de woning van [C] zijn onder meer contant geld, een klimaattent, een cannacutter, filters, (onderdelen van) assimilatielampen, hennepresten, verdroogde hennepstekken en een hennepdroger aangetroffen. [129]
Daarnaast is in het onderzoek Madrid [D] , die het adres [adres] te [plaats] regelmatig bezocht, geobserveerd. Uit observatiebevindingen van 25 april 2017 blijkt dat [D] vanaf het adres [adres] te [plaats] zakken potgrond bracht naar het adres [adres] in [plaats] . Op dit adres is op 19 juni 2017 op de zolder van de woning in twee tenten een inwerking zijnde hennepkwekerij aangetroffen met 102 planten. [130] Middels een peilbaken- en observatiebevindingen bleek dat [D] ook regelmatig op het adres [adres] in [plaats] was. Op 9 mei 2017 werd gezien dat [D] met een sleutel de deur van de woning opende en binnen ging. Op 21 juni 2017 werd in de woning een in werking zijnde hennepkwekerij met 100 planten aangetroffen. [131]
[klant 8]
Het onderzoek Kieken was gericht op de betrokkenheid van onder meer verdachte [E] en [F] bij witwassen en de handel en productie van hennep. [132] Tijdens het onderzoek Kieken werd op 23 februari 2017 de woning van één van deze verdachten doorzocht, te weten de woning aan de [adres] te [plaats] . In een tuinhuisje werd een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. Daarnaast werden hennep, een vuurwapen, munitie, contant geld aangetroffen. [133]
Op 25 maart 2016 werd in het onderzoek Kieken een melding ontvangen, dat er ter hoogte van het adres [straat] te [vestigingsplaats] hennep gerelateerde stoffen en voorwerpen werden geleverd vanuit een vrachtwagen -van de firma [firma] - en geladen in een personenauto van het merk Seat. De melder bevestigde desgevraagd dat bij het overladen [E] betrokken was. De melder had eveneens gezien dat plantenvoeding en
hennepplanten werden overgeladen. [134]
Uit 22 facturen van [verdachte] gericht aan [klant 8] blijkt dat [verdachte] in de periode van 1 december 2015 tot en met 21 februari 2017 artikelen heeft verkocht aan [klant 8] . De facturen zijn contant betaald. [135] Op de factuur van 31 maart 2016 staan koolstoffilters, substraat, een temperatuur en luchtvochtigheidsmeter, een waterpomp en groeimiddelen. [136]
Pseudokoop
Het team werken onder dekmantel (hierna: WOD) heeft met behulp van meerdere stelselmatige informatie inwinners (hierna: undercoveragenten) informatie ingewonnen [137] [138] en een pseudokoop [139] uitgevoerd. Twee van de undercoveragenten hebben tussen 8 maart 2018 en 11 maart 2018 onder meer [medeverdachte 2] en [medeverdachte 6] gesproken op de Spannabis beurs te Barcelona. Ten behoeve hiervan is op 20 februari 2018 een Europees Onderzoeksbevel naar Spanje gestuurd [140] , waarvoor Spanje op 2 maart 2018 toestemming heeft verleend. [141]
Spanje
Op 9 maart 2018 [142] op de Spannabis beurs werd undercoveragent [verbalisant 7] aangesproken door [medeverdachte 6] . [verbalisant 7] heeft het volgende over dit gesprek geverbaliseerd:
“hij (
[medeverdachte 6]) vroeg mij of we hadden gevonden wat we zochten. Hij vroeg verder wat ik precies nodig had. lk vertelde dat we ons aan het oriënteren waren in de hennephandel en opzetten van een plantage. [medeverdachte 6] gaf hierop aan:
- dat hij niet aan particulieren leverde aangezien ze een groothandel waren;
- zij enkel leverden aan growshops of bedrijven;
- er een wetswijziging was waardoor het leveren aan grootschalige hennepteelt
strafbaar is gesteld.
Vervolgens herhaalde hij al knipogend, wij verkopen enkel aan groothandels en doen dus niets illegaals en knipoogde hier ook nog eens bij. lk vroeg hem of ik wel bij hem terecht kon. Hij reageerde nogmaals met dat ik enkel als bedrijf bij hun terecht kon. Verder zei hij, als jij in Portugal wat wil beginnen, is het beste dat jij in Portugal een Growshop gaat beginnen. (…)
Ik zei hem, als voorbeeld, als ik start en heb een voorraad van 10000 euro. Hij reageerde hierop:
- dat ik dan gelijk de grootste in Portugal zou zijn;
- dat ik dan direct goedkoop spullen had voor mijn eigen handel, ook dit ondersteund
met een knipoog;
- dat het mooi zou zijn als ik dan ook nog echt kon leveren aan anderen;
- dat ik gewoon een website op moest zetten van een bedrijf, dat kostte volgens hem
nog geen 300 euro en was geen moeite;
- dat hij dan controleerde of de website werkte en of je er ook kan bestellen. Hoefde
niet perse maar wel beter;
- dat hij wel alles controleerde of het werkt;
- dat hij hierbij wel zou kunnen helpen.”
Verder sprak ik nog met die grijze man die ook bij hun groep hoorde. Hij gaf aan inkoper van het bedrijf te zijn. Wij spraken in het algemeen over hennepteelt:
- dat het goede handel is;
- het raar is dat het nog illegaal is in Nederland;
- het voorlopig nog wel illegaal zou zijn;
- er daarom nog veel in valt te verdienen. [143]
Vervolgens met [medeverdachte 7] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 7] ) gesproken. Ik vertelde over het oriënteren voor de hennepteelt in Portugal en vroeg hem informatie over hoeveel lampen.
- hij wees naar een lamp in de stand waar we stonden.
- dat was volgens hem geen led lamp maar een lamp met een airco ineen.
- zij die lampen ook leveren.
- met een lamp je ongeveer 16 planten kon laten groeien. [144]
Op 9 maart 2018 op de Spannabis beurs hadden undercoveragent [verbalisant 8] en [medeverdachte 2] een gesprek. [verbalisant 8] heeft hierover het volgende geverbaliseerd: [medeverdachte 2] vertelde dat hij de baas van zijn bedrijf is en dat zij [145] groothandelaren in kwekerij-apparatuur waren en dat ze op de beurs waren om te netwerken. Vervolgens sprak ik met [medeverdachte 7] . Hij vroeg wat we op de beurs deden. Ik vertelde dat wij een vriend in Portugal hadden die veel ruimte heeft voor kwekerijen en dat wij daar in willen investeren. Ook vertelde ik dat wij op de beurs waren om ideeën op te doen om zoveel mogelijk winst uit onze oogsten te halen. [medeverdachte 7] vroeg of we growshops gingen opzetten. Ik zei: “Nee, we gaan hennep kweken.” [medeverdachte 7] zei daarop dat zij groothandelaren waren in apparatuur voor het opzetten van hennepkwekerijen. Hij zei dat ze zelf geen hasj maken maar dat ze de apparatuur aan mensen verkopen die hennep kweken. [146]
Op 10 maart 2018 in de nachtclub [nachtclub] te Barcelona [147] raakte [verbalisant 7] in gesprek met [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] zei onder meer dat volgens hem de hennephandel binnen vijf jaren waarschijnlijk legaal zou zijn en dat dit niet goed was voor zijn handel. Uiteindelijk gaf [medeverdachte 2] zijn telefoonnummer en zei dat [verbalisant 7] hem altijd kon bellen. [148]
Op 20 april 2018 belde [verbalisant 7] naar het telefoonnummer dat hij van [medeverdachte 2] had gekregen. [verbalisant 7] vertelde [medeverdachte 2] dat hij hem wilde spreken over het doen van zaken, wat zij eerder besproken hadden. [medeverdachte 2] verwees [verbalisant 7] naar [medeverdachte 6] en gaf hem het telefoonnummer van [medeverdachte 6] . [149]
Na een telefoongesprek tussen [verbalisant 7] en [medeverdachte 6] op 23 april 2019, [150] belde [verbalisant 7] op 2 mei 2018 nog een keer met [medeverdachte 6] . [medeverdachte 6] en [verbalisant 7] maakten de afspraak om elkaar op 22 mei 2018 in Lissabon te ontmoeten. Nadat [verbalisant 7] hiernaar vroeg vertelde [medeverdachte 6] dat hij een catalogus kon opsturen, maar dat de prijzen voor het buitenland anders waren. [151] Nadat [verbalisant 7] een sms-bericht naar [medeverdachte 6] had gestuurd met daarin zijn e-mailadres, kreeg hij via een e-mailbericht van [medeverdachte 6] de catalogus opgestuurd. [152]
Portugal
Ten behoeve van de voortzetting van het WOD-traject in Portugal is op 19 april 2018 een Europees Onderzoeksbevel naar Portugal gestuurd [153] , waarvoor de procureur-generaal in Portugal in mei 2018 toestemming heeft gegeven. Deze toestemming is vervolgens op 18 mei 2018 bekrachtigd door de rechtbank (Tribunal Central de Instrução Criminal).
Op 22 mei 2018 ontmoetten [verbalisant 7] en [medeverdachte 6] elkaar in een bar in Portugal. [154] [medeverdachte 6] vertelde dat hij net een afspraak had gehad met [naam] , dat was zijn klant in Lissabon en was eigenaar van een growshop. [medeverdachte 6] vroeg: “Jullie willen zelf groeien toch?”. [verbalisant 7] vertelde hem dat zij wilden investeren in plantages en dat zij daarvoor meerdere locaties ter beschikking hadden. [verbalisant 7] heeft het volgende geverbaliseerd over het gesprek:
“Hij (
[medeverdachte 6]) vertelde dat hij volgens de Nederlandse wet niet direct aan de eindgebruikers van zijn product mocht verkopen als het voor hennepteelt bestemd was. Hij gaf daarop aan dat hij daar wel oplossingen voor had. Volgens hem was het makkelijkst als we spullen via [naam] af zouden nemen. Hij gaf vervolgens aan dat hij dan de prijs zo zou aanpassen dat we, ondanks het feit dat [naam] er tussen zat, daar niets van zouden merken. (…) Een andere manier was, volgens hem, zelf een winkel te beginnen. Ik vroeg hem of hij een growshop bedoelde. Hij gaf aan dat te bedoelen maar dat we het beter iets konden noemen als:” [naam] ”. Verder moest je dan een website hebben die werkte en dat je via die site ook moest kunnen bestellen. Hij zei dat hij de foto’s voor de site wel kon aanleveren. We moesten dan ingeschreven staan als een officieel bedrijf met de Portugese KVK nummers. Verder moesten we een adres hebben waar de spullen naar toe konden. Ik zei tegen hem een
loods te hebben. Hij antwoordde toen:” wij gaan niet leveren waar jullie de plantage willen gaan bouwen.” Ik vertelde toen dat het een loods was hier in Lissabon enkel voor opslag, geschikt als distributiepunt. Dat was volgens hem voldoende. Hij zei, “als je een kantoortje inricht zodat het lijkt of daar bedrijvigheid is en je zet in de loods een palletwagen en wat pallets dan is dat voldoende”. Wat we verder moesten regelen was een internationaal belastingnummer. (…)
lk vroeg hem hoe de betalingen plaats moesten vinden. Hij gaf aan dat hij geen cash geld accepteerde. Hij wilde gewoon een betaling over de bank van het Portugese bedrijf . Op die manier kon hij ook laten zien dat hij alles gecontroleerd had en dat hij goederen leverde aan een officieel bedrijf (…). Hij legde uit dat je bedragen boven 15000 moest melden en dat je dan veel moest uitleggen. (…) Hij benadrukte dat hun bedrijf het enige over gebleven bedrijf is in Nederland, dat ze een monopoly hebben en dat ze een omzet hebben van ongeveer 36 miljoen euro per jaar. Dat ze
daar dus niet teveel risico voor wilde gaan lopen. Volgens hem was dat ook de reden waarom [medeverdachte 2] de eigenaar zich zoveel zorgde maakte. (…) Hij vertelde ook dat [medeverdachte 2] hem had gezegd dat hijvoorzichtig met ons moest zijn aangezien
hij door mijn manier van praten in het laatste telefoongesprek wel door had dat wij zelf wilden gaan planten. (…) [medeverdachte 6] vertelde niet over dat soort dingen over de telefoon te praten. (…) Hij dacht er ook over na een PGP aan te schaffen. [155]
(…)
Volgens hem moest je voorzichtig blijven. (…). Als er iemand van ons wegrijdt
met plantenpotten, lampen, aarde en filters dan kunnen ze al niet meer weg komen dat het voor tomaten teelt is. Hij vertelde dat ze nu vanaf zijn bedrijf er al standaard zaden bij leveren voor tomaten en peperplanten. Hierdoor heb je tenminste een verhaal.
(…)
Hij gaf aan dat, als we direct van de kant wilden, het misschien beter was om de eerste bestelling via [naam] te plaatsen en als we dan verder waren alsnog een winkel konden beginnen om dan direct te kunnen bestellen. (…) Hij vertelde die nacht nog een offerte voor ons te maken voor een plantage met 50 lampen, dus ongeveer 50 vierkante meter. Hij gaf aan een schatting te geven van de airco en de schakelpanelen die hij niet leverden en hij zou de bedrijven waar ze wel werden geleverd erbij zetten. [156] Hij gaf aan dat het met een eigen bedrijf als volgt zou gaan. Hij zou dan zaken gaan doen met [naam] en liet ons er buiten. lk vroeg hem hoe hij dit dan zou bespreken met [medeverdachte 2] . Hij gaf dat hij gewoon zou zeggen dat hij een nieuwe winkel van [naam] had. [medeverdachte 2] hoeft dan niet te weten dat jullie dat zijn. Zo bouw ik schotten er tussen voor veiligheid. [medeverdachte 6] zei dat ze allemaal weten waar de omzet van 36 miljoen euro aan verdiend wordt, maar dat ze er alles aan doen om aan de controle eisen te voldoen. Dus als [naam] een winkel heeft, met een loods ingeschreven staat, een btw nummer internationaal heeft, de banknummers kloppen dan heb ik aan al mijn verplichtingen voldaan. [157]
(…)
Op een gegeven moment pakte hij (
[medeverdachte 6]) een servet van tafel en begon een tekening te maken. Hij tekende een kweekruimte en legde op een begrijpbare manier uit hoe je een goede ruimte opbouwde om op die manier de temperatuur en de luchtvochtigheid te controleren. Volgens hem was dat een van de belangrijkste punten in de plantage. Verder tekende hij de ventilatoren, de airco, afzuiging, bevochtiger. Gaf aan wanneer wit licht en wanneer rood licht te gebruiken.”
Later op de avond ontving [verbalisant 7] via Whatsapp een offerte van [medeverdachte 6] met daarop de artikelen die nodig waren voor het opzetten van een hennepkwekerij. [158]
Op 29 juni 2018 vroeg [verbalisant 7] via Whatsapp aan [medeverdachte 6] wat hij van de website vond. [medeverdachte 6] gaf aan dat de website van aanpassingen nodig had, zoals betaalopties en wat meer foto’s. Verder moest de website online zijn. [159] Diezelfde avond heeft [medeverdachte 6] foto’s gestuurd van door [verdachte] aangeboden artikelen. [160]
Op 2 juli 2018 verzocht [verbalisant 7] [medeverdachte 6] om de benodigde formulieren te sturen. [161] Naar aanleiding daarvan heeft [verbalisant 7] een aanmeldingsformulier en algemene voorwaarden om klant te worden bij [verdachte] ontvangen. [162]
Op 3 september 2018 werd in een Whatsappgesprek tussen [verbalisant 7] en [medeverdachte 6] besproken dat [verbalisant 7] dezelfde bestelling wil plaatsen, conform de door [medeverdachte 6] eerder gemaakte offerte. Hierna stuurde [medeverdachte 6] een nieuwe offerte via de e-mail naar [verbalisant 7] . Vervolgens heeft [verbalisant 7] op 6 september 2018 via Whatsapp de bestelling aan [medeverdachte 6] bevestigd. Tussen 7 en 12 september 2018 heeft [verbalisant 7] wederom via Whatsapp wederom contact gehad met [medeverdachte 6] om de bestelling formeel te maken, de betaling te regelen en details te bespreken over de levering. [163]
Er is een offerte van [verdachte] van 23 augustus 2018 getiteld "Offerte export Portugal". [164] Daarnaast is er een orderbevestiging op briefpapier van [verdachte] aan [bedrijf 2] (debiteurnr. 4464), waarin de levering van de opdracht wordt bevestigd [165] en een email van [medeverdachte 6] aan het email adres waarin [medeverdachte 6] vraagt om de order in orde te maken voor klant 4464 en meedeelt dat "wij" het transport regelen. [166]
Op 20 september 2018 werden de door [verbalisant 7] en [verbalisant 9] bij [verdachte] bestelde artikelen geleverd in Lissabon. [167]
4.3.2.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feiten 3 en 4
Op 22 december 2016 heeft Bureau Toezicht Wwft aangifte [168] gedaan van overtreding van artikel 16 van de Wwft, namelijk dat [verdachte] meerdere ongebruikelijke transacties, zoals bedoeld in de Wwft, niet heeft gemeld bij de Financial Intelligence Unit (hierna: FIU). [169] Aan de aangifte is onder meer een rapport toegevoegd betreffende het toezichtonderzoek in het kader van de Wwft betreffende [verdachte] . [170] Het onderzoek heeft betrekking op de periode 1 januari 2011 tot 1 november 2015. [171] Bijlage 2 van het rapport bevat een overzicht [172] uit de administratie van [verdachte] waarop de gegevens staan van 105 ongebruikelijke transacties van
€ 15.000,- of meer. [173]
Ter terechtzitting heeft [medeverdachte 1] verklaard dat de transacties zoals vermeld in het onder 3 en 4 ten laste gelegde inderdaad allemaal contant zijn betaald. [medeverdachte 1] heeft verder verklaard dat [verdachte] voor de inwerkingtreding van artikel 11a Opiumwet op 1 maart 2015 [verdachte] voornamelijk artikelen verkocht aan growshops ten behoeve van de hennepteelt. Daarnaast hebben [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ter terechtzitting verklaard dat [verdachte] geen transacties heeft gemeld aan de Financial Intelligence Unit – Nederland (FIU-NL). [174]
De politie heeft de kasboeken van 2012 tot en met 2017 van [verdachte] in beslag genomen. [175] Naar aanleiding van de aangifte heeft de politie onderzoek gedaan en de facturen behorende bij de ongebruikelijke transacties uit de in beslag genomen kasboeken gehaald. [176] Het dossier bevat alle facturen behorende bij de ongebruikelijke transacties. [177] Het overzicht van deze transacties is opgenomen als bijlage VI bij dit vonnis en wordt gebruikt voor het bewijs.
4.3.3.
Overwegingen ten aanzien van feiten 1 en 2
Algemeen
Gelet op de hiervoor besproken bewijsmiddelen staat vast dat [verdachte] de op de ten laste gelegde genoemde artikelen heeft verkocht (feit 1) en in voorraad heeft gehad (feit 2). Dat wordt door de verdediging ook niet betwist. Het gaat om de vragen of deze artikelen bestemd waren voor de grootschalige dan wel professionele hennepteelt en of [verdachte] bekend was met die bestemming.
Toerekening gedragingen aan [verdachte]
Bij de beoordeling of [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan artikel 11a van de Opiumwet, dient allereerst te worden bepaald of de gedragingen van de (indirecte) bestuurders van [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , en het personeel waaronder de vertegenwoordiger buitenland van [verdachte] , [medeverdachte 6] en de vertegenwoordiger binnenland van [verdachte] , [medeverdachte 7] , kunnen worden toegerekend aan de rechtspersoon [verdachte] .
De rechtbank stelt voorop dat een rechtspersoon als dader van een strafbaar feit kan worden aangemerkt, indien de gedraging in redelijkheid aan de rechtspersoon kan worden toegerekend [178] . Die toerekening is afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval, waartoe mede behoort de aard van de (verboden) gedraging. Een belangrijk oriëntatiepunt daarbij is of de gedragingen hebben plaatsgevonden, dan wel zijn verricht in de sfeer van de rechtspersoon. Dergelijke gedragingen kunnen in beginsel worden toegerekend aan de rechtspersoon. Volgens de Hoge Raad zal van een gedraging in de sfeer van de rechtspersoon sprake kunnen zijn indien zich een of meer van de navolgende omstandigheden voordoen:
• het gaat om een handelen of nalaten van iemand die hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking hetzij uit anderen hoofde werkzaam is ten behoeve van de rechtspersoon;
• de gedraging past in de normale bedrijfsvoering van de rechtspersoon;
• de gedraging is de rechtspersoon dienstig geweest in het door hem uitgeoefende bedrijf;
• de rechtspersoon vermocht erover te beschikken of de gedraging al dan niet zou plaatsvinden en zodanig of vergelijkbaar gedrag werd blijkens de feitelijke gang van zaken door de rechtspersoon aanvaard of placht te worden aanvaard, waarbij onder bedoeld aanvaarden mede is begrepen het niet betrachten van de zorg die in redelijkheid van de rechtspersoon kon worden gevergd met het oog op het voorkomen van de gedraging.
Op basis van het strafdossier en het verhandelde ter terechtzitting stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast. [verdachte] was ten tijde van de ten laste gelegde feiten een groothandel in producten die geschikt zijn voor het telen van hennep. [verdachte] leverde artikelen aan andere bedrijven. Via hun holdingmaatschappijen - [medeverdachte 4] ( [medeverdachte 1] ), [medeverdachte 5] ( [medeverdachte 2] ) en [medeverdachte 3] (beiden) – waren [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] enig aandeelhouders en bestuurders van [verdachte] . Ter terechtzitting hebben [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] verklaard dat zij beiden directeur van [verdachte] waren en bevoegd tot het nemen van beslissingen. Zij bepaalden het beleid binnen [verdachte] . [medeverdachte 6] was als vertegenwoordiger buitenland werkzaam bij [verdachte] .
De ten laste gelegde gedragingen, inhoudende de verkoop van artikelen die bestemd waren voor de hennepteelt, passen naar het oordeel van de rechtbank in de normale bedrijfsvoering van [verdachte] . Immers, [verdachte] verdiende zijn geld met de verkoop van deze producten en daar was de bedrijfsvoering op gericht. De verkoopprijs van de artikelen maakte onderdeel uit van de omzet en was bedoeld als winst van [verdachte] .
Ook de verkoop van artikelen aan de undercoveragenten zijn naar het oordeel van de rechtbank aan [verdachte] toe te rekenen. [medeverdachte 6] was als vertegenwoordiger buitenland werkzaam voor [verdachte] en in die hoedanigheid heeft hij artikelen verkocht aan de undercoveragenten ten behoeve van de illegale hennepteelt. De verkoop van deze artikelen is de kernactiviteit van [verdachte] . Daarnaast heeft het volgende te gelden. De undercoveragenten hebben op de beurs in Spanje niet alleen contact gehad met [medeverdachte 6] , maar ook met andere medewerkers, waaronder [medeverdachte 2] en [medeverdachte 7] . Hetgeen de undercoveragenten daarover hebben geverbaliseerd - te weten dat [verdachte] een groothandel is voor (hennep) kwekerij-apparatuur, dat de hennepteelt illegaal is en je met een lamp die [verdachte] verkoopt ongeveer 16 planten kan laten groeien - bevestigen dat het handelen van [medeverdachte 6] paste in de normale bedrijfsvoering. [medeverdachte 6] handelde ook niet alleen. [medeverdachte 2] heeft het telefoonnummer van [medeverdachte 6] aan de undercoveragenten gegeven zodat zij zaken konden doen met [verdachte] via [medeverdachte 6] . De verkoop verliep vervolgens volgens de normale bedrijfsvoering binnen [verdachte] , waarbij [medeverdachte 6] de protocollen en het handboek van [verdachte] grotendeels heeft gevolgd.
De verdediging heeft aangevoerd dat [medeverdachte 6] in dit geval op eigen houtje heeft gehandeld en dat [medeverdachte 2] het [medeverdachte 6] zelfs had verboden om zaken te doen met de undercoveragenten. De rechtbank overweegt dat het dossier geen steun biedt voor deze laatste stelling. Wel zou uit het contact tussen de undercoveragent en [medeverdachte 6] kunnen worden afgeleid dat [medeverdachte 2] niet (volledig) op de hoogte mocht zijn van de verkoop. De rechtbank stelt evenwel vast dat er binnen [verdachte] kennelijk geen of onvoldoende waarborgen zijn ingebouwd om deze verkoop tegen te houden. [medeverdachte 6] kon daarin ook niet geheel zelfstandig handelen, meerdere andere personen binnen [verdachte] moeten betrokken zijn geweest bij de verkoop en levering. [medeverdachte 6] vraagt immers anderen binnen [verdachte] de bestelling in orde te maken.
Op grond van vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de ten laste gelegde gedragingen zijn verricht in de sfeer van de rechtspersoon. Die gedragingen kunnen daarom in redelijkheid aan [verdachte] worden toegerekend.
Artikel 11a Opiumwet
Zoals eerder uiteengezet, stelt artikel 11a van de Opiumwet de (rechts)persoon strafbaar die stoffen of voorwerpen te koop aanbiedt, verkoopt, aflevert en/of voorhanden heeft, waarvan zij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het telen van hennep in de uitoefening van een beroep of bedrijf, dan wel tot het telen van een grote hoeveelheid hennep (grootschalige hennepteelt). De rechtbank vat de beroepsmatige, bedrijfsmatige en de grootschalige hennepteelt samen als de “illegale hennepteelt”.
De rechtbank is van oordeel dat [verdachte] in de periode van 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 stoffen en voorwerpen (hierna: artikelen) te koop heeft aangeboden, heeft verkocht, afgeleverd en voorhanden heeft gehad, terwijl zij wist dat deze artikelen mede bestemd waren tot de illegale hennepteelt. Als hierna wordt gesproken over het verkocht hebben van artikelen, dan bedoelt de rechtbank daar ook mee het te koop hebben aangeboden, het afleveren en het voorhanden hebben van de artikelen.
Bestemming en wetenschap
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hebben ter terechtzitting onder meer verklaard dat de artikelen die [verdachte] heeft verkocht, gebruikt konden worden voor de illegale hennepteelt, maar bestemd waren voor de hobbymatige/kleinschalige hennepteelt. Daarnaast hebben zij verklaard dat zij er alles aan hebben gedaan om te voorkomen dat de artikelen de bestemming “illegale hennepteelt” kregen. Zo werkte [verdachte] vanaf 1 maart 2015 volgens het daartoe opgestelde handboek en de protocollen waaraan afnemers moesten voldoen, heeft [verdachte] al haar werknemers hierover geïnstrueerd, werd een aantal artikelen uit het assortiment van [verdachte] gehaald en is de verkoopbalie in de winkel gesloten. Het handboek en de protocollen stelden eisen aan de klanten. Dit mochten alleen bedrijven zijn met een identificatie, BTW nummer en een KvK inschrijving. [verdachte] controleerde of de klanten daadwerkelijk een winkel of website hadden en leverde de goederen alleen op een afgesproken adres af. Bij afwijking moest daar een melding van worden gedaan, net als bij iedere indicatie van illegale hennepteelt. In dat geval werd de relatie bevroren. Er was een gedegen en inzichtelijke administratie waardoor de naleving van de regels controleerbaar was. Dat daadwerkelijk overeenkomstig het handboek en de protocollen werd gehandeld, blijkt volgens [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ook uit de opgenomen tapgesprekken.
Gelet op de aard van het grootste deel van de verkochte artikelen, de hoeveelheden per klant en de samenstelling van de goederen per klant, de bevindingen die zijn gedaan met betrekking tot klanten van [verdachte] , de bevindingen tijdens het WOD-traject, de aangetroffen instructie voor het opzetten van een illegale hennepkwekerij en het feit dat een groot deel van de betalingen contant werd verricht, alles in samenhang met elkaar bezien, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat [verdachte] wist dat de artikelen mede bestemd waren voor de illegale hennepteelt. De rechtbank acht het onaannemelijk dat de door [verdachte] verkochte artikelen enkel bestemd waren voor de hobbymatige/kleinschalige hennepteelt of andersoortige teelt. en. De rechtbank licht dit oordeel hieronder nader toe.
Aard van de artikelen
Uit de analyses van de artikelen door verbalisanten met ‘hennepteelt’ als expertise, blijkt dat een deel van de artikelen
alleengebruikt wordt in de illegale hennepteelt. Voorbeelden hier van zijn: grote groeitenten van 3x3x1.5 meter, slakhuisventilatoren met een capaciteit van 5.000 m3, lampen tot en met 1000 Watt, relaiskasten en schakelkasten, watervaten tot en met 1.000 liter water, sproeisystemen, elektrische klimaat- en luchtvochtigheidsregelaars en droognetten tot acht lagen. De rechtbank acht het onaannemelijk dat dit soort artikelen, gelet op bijvoorbeeld de grootte of de capaciteit van het artikel, bestemd zijn voor de hobbymatige/kleinschalige hennepteelt.
Voorts overweegt de rechtbank dat [verdachte] producten is blijven verkopen na inwerkingtreding van 11a Opiumwet, waarvan zij zelf kennelijk meende dat deze enkel bestemd waren voor de illegale hennepteelt. De rechtbank wijst dan op de aanpassingen ie [verdachte] in het assortiment zou aanbrengen, terwijl is gebleken dat die producten toch nog zijn verkocht na inwerkingtreding van 11a Opiumwet.
Klanten
Naast de aard van de artikelen waaruit naar het oordeel van de rechtbank blijkt dat deze artikelen mede tot de illegale hennepteelt bestemd zijn, acht de rechtbank de bevindingen met betrekking tot een aantal klanten van belang. Zo is er 17,45 kilogram hennep aangetroffen in een pand van een klant van [verdachte] , zijn er zeven hennepkwekerijen aangetroffen die in verband kunnen worden gebracht met de eigenaar van een klant van [verdachte] , is er 169 gram hennep aangetroffen bij de eigenaar van een klant van [verdachte] , zijn er meerdere hennepkwekerijen aangetroffen bij de zakenpartner van de eigenaar van een klant van [verdachte] en is er in een woning van een eigenaar van een klant een hennepkwekerij aangetroffen. De artikelen en voorwerpen die [verdachte] aan deze klanten heeft verkocht, waren geschikt voor het opzetten van een hennepkwekerij en het is aannemelijk dat deze, gelet op de overige bevindingen, daar dus ook voor zijn gebruikt. Daarnaast is [verdachte] artikelen blijven verkopen aan klanten die enige tijd gesloten zijn geweest vanwege hennepteelt zoals Leeuwenhoek en [klant 5] en aan de klant [klant 3] B.V., terwijl [verdachte] wist dat deze klant was veroordeeld voor artikel 11a van de Opiumwet. De rechtbank leidt hieruit af dat [verdachte] hiermee willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard en daarmee het voorwaardelijk opzet had dat de door [verdachte] verkochte artikelen bestemd waren tot de illegale hennepteelt.
WOD-traject
Uit de bevindingen van het WOD-traject blijkt dat [verdachte] artikelen heeft verkocht die bestemd waren tot de illegale hennepteelt. De vertegenwoordiger buitenland van [verdachte] , [medeverdachte 6] , heeft artikelen verkocht aan undercoveragenten, terwijl hij wist dat zij de artikelen wilden gebruiken voor het opzetten van illegale hennepkwekerijen in Portugal.
Instructie hennepkwekerij
Aan de overtuiging van de rechtbank dat de door [verdachte] verkochte artikelen mede bestemd waren tot de illegale hennepteelt en dat [verdachte] daarvan wist, draagt bij dat in één van de computers van [verdachte] drie documenten zijn aangetroffen, die niet anders kunnen worden beoordeeld dan als een instructie voor het opzetten van een hennepkwekerij. Dat het hier gaat over de illegale hennepteelt en niet over de hobbymatige/kleinschalige hennepteelt, blijkt onder meer uit het aantal planten dat in de instructie staat vermeld, namelijk tot en met 350 planten.
Betalingen in contanten
Verder acht de rechtbank van belang dat een groot deel van de betalingen door klanten aan [verdachte] contant werd gedaan. Dit blijkt ook uit het onder 4 bewezen verklaarde. Het is een feit van algemene bekendheid dat de handel in verdovende middelen, waaronder de handel in cannabis, gepaard gaat met grote hoeveelheden contant geld.
Indicatoren Aanwijzing Opiumwet
Aan de overtuiging van de rechtbank dat de door [verdachte] verkochte artikelen bestemd waren tot de illegale hennepteelt, draagt ook bij dat 92,39 % van de totale omzet van [verdachte] ziet op artikelen met de professionaliteitsfactor ‘Hoog’. Daarnaast blijkt uit analyses dat 26 % van alle klanten van [verdachte] artikelen kocht die binnen alle 12 de indicatoren uit de Aanwijzing Opiumwet vallen. Deze klanten hebben samen de hoogste omzet voor [verdachte] geleverd. De rechtbank is het met de verdediging eens dat niet enkel de indicatoren uit de Aanwijzing Opiumwet genoeg zijn om af te leiden dat artikelen bestemd zijn tot de illegale hennepteelt. Naast de indicatoren, acht de rechtbank de overige feiten en omstandigheden, zoals hiervoor uiteen gezet, ook van belang.
Handboek en protocollen
[verdachte] was deskundig op het gebied van hennepteelt en was zich er blijkens haar beleid van bewust dat met de artikelen die zij verkocht, illegale hennepkwekerijen konden worden opgezet. Zij beschikte over een handboek en protocollen om - naar eigen zeggen - te voorkomen dat zij de wet overtraden. Zoals door de verdediging betoogd, blijkt uit de aan het dossier toegevoegde tapgesprekken dat er daadwerkelijk werd gecontroleerd of klanten aan de inschrijvingsvoorwaarden voldeden. Verder blijkt uit het dossier dat [medeverdachte 7] de klanten in Nederland bezocht. Uit de bewijsmiddelen blijkt echter anderzijds dat het handboek en de protocollen niet afdoende waren om wetsovertredingen te voorkomen. Immers, meerdere afnemers van [verdachte] zijn in verband gebracht met illegale hennepteelt. Ook is gebleken dat de voorschriften niet altijd (volledig) werden nageleefd.
Het opstellen van het handboek en werken conform dit handboek zoals [verdachte] dit heeft gedaan, heeft niet voorkomen dat deze artikelen uitsluitend een andere bestemming kregen (zoals de kleinschalige/hobbymatige hennepteelt).
Anders dan de officier van justitie meent, beschouwt de rechtbank het handboek en de daarin opgenomen werkwijze niet zozeer als een rookgordijn. Wel is de rechtbank van oordeel dat deze onvoldoende zijn om de risico’s in te perken die de handel van [verdachte] met zich brengt; wanneer een bedrijf nagenoeg alle goederen verkoopt die gebruikt kunnen worden voor illegale hennepteelt en haast geen andere soorten goederen te koop aanbiedt, loopt dat bedrijf een enorm risico dat die verkochte goederen gebruikt zullen gaan worden voor die illegale hennepteelt. Grote waakzaamheid is dan geboden. Het volstaat dan niet om, kort gezegd, te controleren of de kopende partij op papier (en internet) aan bepaalde voorwaarden voldoet, om te controleren of er iets is wat op een (web)winkel lijkt en het volstaat ook niet om de koper te laten verklaren dat geen illegale kwekerijen zullen worden opgezet met de gekochte goederen. Voor de afnemers van [verdachte] is eenvoudig aan deze eisen te voldoen, om vervolgens toch illegaal hennep te telen of met dat doel door te verkopen.
De vergelijking met andere (web)winkels die ook goederen verkopen die gebruikt kunnen worden voor illegale hennepteelt, gaat niet op. Die tuincentra of (web)winkels richten zich niet op hennepteelt en hebben een veel breder assortiment dan [verdachte] . Ook voor hen geldt dat waakzaamheid is geboden, maar in veel mindere mate dan bij [verdachte] het geval was.
Voorts overweegt de rechtbank dat zelfs als [verdachte] concrete aanwijzingen had dat een klant in verband kon worden gebracht met illegale hennepteelt, [verdachte] de artikelen bleef verkopen. Tot slot acht de rechtbank nog van belang dat [verdachte] een aantal artikelen ten tijde van de inwerkingtreding van artikel 11a van de Opiumwet in maart 2015 uit het assortiment heeft gehaald, maar deze artikelen na maart 2015 nog heeft verkocht. Dat dit nog bestaande voorraad was, maakt dit niet anders.
Taps
De rechtbank maakt voor het bewijs gebruik van een aantal verslagen van tapgesprekken. De verdediging had de rechtbank verzocht om de taps ook zelf te beluisteren, maar heeft niet betoogd dat de weergave van de gesprekken onjuist is. De rechtbank heeft een aantal taps beluisterd en acht de verslagen van de taps betrouwbaar.
Conclusie
Gelet op vorenstaande kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dat [verdachte] de onder 1 ten laste gelegde genoemde artikelen heeft verkocht, met het voorwaardelijk opzet dat deze artikelen mede bestemd waren voor de illegale hennepteelt. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] in de periode van 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 te Nieuwegein, Maarssen, Utrecht, Portugal en Spanje artikelen heeft verkocht, terwijl zij het voorwaardelijk opzet had dat deze artikelen mede bestemd waren voor de illegale hennepteelt.
Anders dan de officier van justitie heeft gesteld, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden vastgesteld dat de door [verdachte] verkochte artikelen uitsluitend bestemd waren voor de illegale hennepteelt. Immers, gebleken is wel dat [verdachte] ook aan winkels verkocht die de artikelen op hun beurt hebben doorverkocht aan eindgebruikers. Onder die eindgebruikers zitten ongetwijfeld ook klanten die op legale (kleinschalige en niet professionele) wijze hennep hebben geteeld of artikelen hebben gebruikt voor de teelt van andere gewassen. Om die reden kan dan ook niet worden bewezen dat alle verkochte artikelen bestemd waren voor de illegale hennepteelt. Daarom verklaart de rechtbank de in de tenlastelegging onder 1 genoemde aantallen niet bewezen.
Gelet op het onder 1 bewezen verklaarde in samenhang met de aard van een deel van de artikelen, acht de rechtbank ook bewezen dat [verdachte] op 9 oktober 2018 te Nieuwegein, Utrecht en Maarssen de in beslag genomen voorraad van [verdachte] – de onder feit 2 genoemde artikelen – voorhanden had en te koop heeft aangeboden met het voorwaardelijk opzet dat deze artikelen bestemd waren tot de illegale hennepteelt.
De rechtbank ziet in het dossier geen aanknopingspunten voor medeplegen, zodat [verdachte] bij alle feiten van dit onderdeel wordt vrijgesproken.
4.3.4.
Verweren ten aanzien van feiten 1 en 2
Bestemming medicinale hennepteelt
De verdediging heeft onder meer aangevoerd dat [verdachte] ook aan klanten leverde ten behoeve van de medicinale hennepteelt. Daarmee dient [verdachte] volgens de verdediging te worden vrijgesproken, nu de medicinale hennepteelt niet behoort tot de illegale hennepteelt.
Uit het strafdossier blijkt dat het bedrijf Bedrocan het enige bedrijf in Nederland is met een vergunning voor de grootschalige teelt van medicinale hennep. Uit het strafdossier blijkt voorts dat [verdachte] niet (direct) artikelen heeft verkocht aan Bedrocan. Personen die thuis een kleine hoeveelheid hennep telen in het kader van hun gezondheid, rekent de rechtbank onder de kleinschalige hennepteelt. Zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen, acht de rechtbank het niet aannemelijk dat alle artikelen bestemd waren voor de kleinschalige/hobbymatige hennepteelt. Het verweer wordt dan ook verworpen.
WOD-traject
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat aan de inzet van het WOD-traject, op de wijze zoals deze in de onderhavige zaak is toegepast, zodanige gebreken kleven dat sprake is van onherstelbare vormverzuimen in de zin van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv). Deze verzuimen zouden volgens de verdediging moeten leiden tot bewijsuitsluiting van alle bevindingen in het WOD-traject. De verdediging heeft hierover het volgende naar voren gebracht.
In het Europese Onderzoeksbevel (hierna: EOB) aan Spanje en het EOB aan Portugal is aangekruist dat de verdenkingen zien op de illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen. Hiervan was echter geen sprake, het onderzoek heeft altijd gezien op overtreding van 11a Opiumwet. Daarnaast wordt in het EOB gericht aan Spanje niet gevraagd om toestemming voor de inzet van een WOD-traject (artikel 126j van het Wetboek van Strafvordering, hierna: Sv) en is het bevel ex artikel 126j Sv niet gevoegd bij het EOB. Verder is bij het EOB gericht aan Portugal niet het bevel ex artikel 126 i Sv betreffende de pseudokoop gevoegd, terwijl in Portugal de pseudokoop is voltooid. Volgens de verdediging hebben Spanje en Portugal op basis van onjuiste dan wel onvolledige informatie toestemming verleend voor de inzet van een WOD-traject, waaronder het voltooien van de pseudokoop.
De rechtbank verwerpt het verweer en overweegt als volgt. In onderdeel G van het EOB aan zowel Spanje als Portugal staat beschreven waar onder meer [medeverdachte 2] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 6] van werden verdacht. In dat onderdeel staat artikel 11a van de Opiumwet beschreven en zijn in het kort de onderzoeksbevindingen tot dan toe weergegeven. Daarmee was het voor Spanje en Portugal duidelijk in het kader van welke verdenking zij toestemming verleenden. Daarnaast is door de officier van justitie het EOB gericht aan Spanje overgelegd, waarin uitdrukkelijk toestemming wordt gevraagd voor het WOD-traject. Met het EOB gericht aan Portugal wordt toestemming gevraagd voor de voortzetting van het WOD-traject. De voorbesprekingen met betrekking tot de pseudokoop, waaronder het bespreken van de bedoelingen van de undercoveragenten en hetgeen [verdachte] daarin kon betekenen, vonden ten dele plaats in Portugal. De rechtbank ziet deze activiteiten als onderdeel van het WOD-traject en vallen daarom binnen het uitgevaardigde EOB.
De verdediging heeft daarnaast naar voren gebracht dat het WOD-traject niet zorgvuldig is uitgevoerd en geverbaliseerd. De resultaten van het WOD-traject zijn volgens de verdediging onbetrouwbaar en het WOD-traject voldoet niet aan de criteria die de Hoge Raad aan Mr. Big trajecten heeft gesteld. Ook is volgens de verdediging niet voldaan aan het Tallon-criterium, nu met name [medeverdachte 6] tot andere handelingen is gebracht dan waar zijn opzet op was gericht.
Voor de beoordeling van het verloop van het WOD-traject zoekt de rechtbank aansluiting bij hetgeen de Hoge Raad heeft overwogen in zijn arresten van 17 december 2019 [179] . Gelet daarop en de bevindingen uit het WOD-traject in onderhavige zaak, is de rechtbank van oordeel dat er geen sprake is geweest van een zogenaamde ‘Mr. Big-methode’. Deze methode kenmerkt zich door langdurige stelselmatige infiltratie en ‘befriending’. Hiervan is in het contact tussen de undercoveragenten en [medeverdachte 2] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] geen sprake geweest. Het ging om contact op de Spannabis beurs in Barcelona waar een verkooptransactie startte, welke verkooptransactie daarna middels een aantal contactmomenten tussen de undercoveragenten en [medeverdachte 6] is voltooid. Dat de undercoveragenten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] één keer in een club hebben gesproken en [medeverdachte 6] hooguit een paar keren in een restaurant hebben gesproken, is onvoldoende om te spreken van een ‘Mr. Big-methode’. Het verweer wordt dan ook verworpen.
Een beroep op het zogenoemde Tallon-criterium [180] kan slagen wanneer de betrokken verdachte door de politieambtenaar, in dit geval de undercoveragenten, is gebracht tot andere handelingen, dan die waarop zijn opzet reeds was gericht. Naar het oordeel van de rechtbank is dat in de onderhavige zaak niet aan de orde. Uit de processen-verbaal van de undercoveragenten blijkt onder meer dat [medeverdachte 2] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] zich hebben voorgesteld aan de undercoveragenten en hebben verteld wat [verdachte] is. Zo vertelde [medeverdachte 2] dat hij de baas is, dat zij “groothandelaren zijn in kwekerij-apparatuur” en dat zij op de beurs (
Spannabis)zijn om te netwerken. [medeverdachte 7] vertelde dat zij “groothandelaren waren in apparatuur voor het opzetten van hennepkwekerijen” en [medeverdachte 6] heeft de undercoveragenten verteld dat “ze een groothandel” zijn en leveren aan growshops of bedrijven. Door zich als koper van apparatuur ten behoeve van een illegale hennepkwekerij voor te doen en daar naar te informeren bij [medeverdachte 2] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] , hebben naar het oordeel van de rechtbank de undercoveragenten [verdachte] niet bewogen tot een handeling die niet al in haar bedoeling lag, namelijk de verkoop van artikelen ten behoeve van hennepkwekerijen.
Met inachtneming van al het voorgaande komt de rechtbank tot de conclusie dat de bevindingen van het WOD-traject rechtmatig zijn verkregen en gebruikt kunnen worden voor het bewijs.
Verkoop buitenland
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het telen van hennep in het buitenland niet op dezelfde wijze strafbaar is gesteld als in Nederland. [verdachte] dient volgens de verdediging dan ook te worden vrijgesproken van alle leveringen aan klanten in het buitenland.
De rechtbank stelt voorop dat artikel 11a Opiumwet strafbaar stelt het in Nederland te koop aanbieden, verkopen, vervoeren en voorhanden hebben van stoffen of voorwerpen met de bestemming tot illegale grootschalige en/of bedrijfsmatige hennepteelt. Dat de teelt niet in Nederland zou plaatsvinden, maakt niet dat de goederen daarom niet bestemd kunnen zijn tot het plegen van één van de in artikel 11, derde en vijfde lid, strafbaar gestelde feiten [181] .
De rechtbank stelt vast dat een deel van de verkochte en geleverde artikelen zag op leveringen aan klanten in het buitenland. Uit het strafdossier kan niet worden opgemaakt in hoeverre en op welke wijze de hennepteelt in de ten laste gelegde periode in de betreffende landen illegaal was. De rechtbank kan dan ook niet uitsluiten dat een deel van de leveringen aan het buitenland bestemd was voor vormen van hennepteelt die in dat land zijn toegestaan. De politie heeft in dit dossier daarnaar geen onderzoek gedaan. [verdachte] zal dan ook worden vrijgesproken van de verkoop en leveringen aan het buitenland, omdat de rechtbank geen concrete aanknopingspunten heeft om vast te stellen welke buitenlandse afnemers de goederen bestemden voor de illegale hennepteelt. Dit met uitzondering van de verkoop van artikelen in het kader van het WOD-traject, omdat in dat traject concreet is komen vast te staan dat de goederen bestemd waren voor en illegale vorm van hennepteelt.
De verkoop aan de undercoveragenten tijdens het WOD-traject startte in Spanje en heeft zich vervolgens in Nederland en Portugal voortgezet en was ten behoeve van hennepteelt die in Portugal verboden is. De rechtbank acht het aanbieden en de verkoop van artikelen in Spanje en Portugal om die reden wel bewezen.
4.3.5.
Overwegingen ten aanzien van feiten 3 en 4
Toerekening gedragingen aan [verdachte]
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat ook het niet melden van de transacties, zoals genoemd in de tenlastelegging onder 3 en 4, kan worden toegerekend aan [verdachte] . Het was namelijk staand beleid binnen [verdachte] om de contante transacties niet te melden, dat is nooit gebeurd, terwijl [verdachte] op grond van de Wwft de aangewezen instelling was om dit te melden in voorkomende gevallen.
Meldplicht artikel 16 Wwft
[verdachte] is een instelling zoals genoemd in artikel 1 lid 1 onder a, punt 15 van de Wwft, zoals dit artikel gold ten tijde van de ten laste gelegde periodes betreffende feiten 3 en 4, te weten een:
beroeps- of bedrijfsmatig handelende verkoper van goederen, voor zover betaling van deze goederen in contanten plaatsvindt voor een bedrag van € 15 000 of meer, ongeacht of de transactie plaatsvindt in een handeling of door middel van meer handelingen waartussen een verband bestaat.
Op grond van artikel 16 Wwft diende [verdachte] ongebruikelijke transacties te melden aan de Financiële inlichtingen eenheid. Artikel 15 Wwft bepaalt dat indicatoren werden vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur aan de hand waarvan kon worden beoordeeld of een transactie moest worden aangemerkt als een ongebruikelijke transactie. De bedoelde algemene maatregel van bestuur betreft het Uitvoeringsbesluit Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (hierna: Uitvoeringsbesluit Wwft), met de daarbij behorende Indicatorenlijst.
Uitvoeringsbesluit Wwft
In de ten laste gelegde periode betreffende feiten 3 en 4 gold voor [verdachte] als indicator, aan de hand waarvan zij kon beoordelen of een transactie moest worden aangemerkt als een ongebruikelijke transactie, het volgende:
Transacties waarbij de meldingsplichtige aanleiding heeft om te veronderstellen dat ze verband kunnen houden met witwassen of financiering van terrorisme.
De inhoud van deze (subjectieve) indicator is in de ten laste gelegde periode betreffende feiten 3 en 4 niet gewijzigd. De vraag die moet worden beantwoord is: “Had [verdachte] aanleiding om te veronderstellen dat de in de onder 3 en 4 ten laste gelegde genoemde transacties verband konden houden met witwassen?”
Te bespreken verweer: [verdachte] had geen meldplicht
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de contante transacties in de branche waarin [verdachte] opereerde gebruikelijk waren en dat [verdachte] hierdoor geen aanleiding had om te veronderstellen dat die transacties in verband konden worden gehouden met witwassen. Dit betekent dat [verdachte] in de ten laste gelegde periode betreffende feiten 3 en 4 geen meldplicht had.
Gelet op het onder 1 en 2 bewezen verklaarde, betrof de branche waarin [verdachte] opereerde de kleinschalige, dan wel de beroepsmatige-, bedrijfsmatige- en/of de grootschalige hennepteelt. Elke transactie in contanten hoger dan € 15.000,- is hierdoor naar het oordeel van de rechtbank automatisch ongebruikelijk nu deze transacties in verband kunnen worden gebracht met witwassen. Illegale hennepteelt levert namelijk grote contante geldbedragen op. Het verweer dat [verdachte] geen meldplicht had, wordt gelet op het vorenstaande dan ook verworpen.
Conclusie
Op grond van de aangifte, de facturen die zien op transacties die gelijk aan of hoger dan
€ 15.000,- zijn en die contant zijn betaald en de verklaringen van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ter terechtzitting, dat [verdachte] nooit een transacties heeft gemeld bij de Financiële inlichtingen eenheid, acht de rechtbank het onder 3 en 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. Nu [verdachte] vanaf 1 januari 2015 tot en met 19 januari 2017 geen enkele ongebruikelijke transactie heeft gemeld, heeft [verdachte] daarmee voldaan aan het een gewoonte maken daarvan. De rechtbank merkt hierbij op dat dit ook geldt voor de periode van 12 oktober 2012 tot 1 januari 2015. Echter tijdens die periode was het gewoonte maken van het niet melden van ongebruikelijke transacties nog niet afzonderlijk strafbaar gesteld.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht het onder 1, 2, 3 en 4 wettig en overtuigend bewezen. De volledige bewezenverklaring is opgenomen in Bijlage VI van dit vonnis.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. [verdachte] is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. [verdachte] wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1
stoffen/voorwerpen te koop aanbieden, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en voorhanden hebben, waarvan zij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde lid/vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten, meermalen gepleegd;
feit 2
stoffen/voorwerpen te koop aanbieden en voorhanden hebben, waarvan zij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde lid/vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
feit 3
opzettelijke overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 16 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd;
feit 4
opzettelijke overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 16 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd, terwijl het feit wordt gepleegd door een rechtspersoon die daarvan een gewoonte maakt.

7.STRAFBAARHEID VAN [verdachte]

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van [verdachte] uitsluit. [verdachte] is dan ook strafbaar.

8.OP TE LEGGEN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd [verdachte] - naast verbeurdverklaring van het beslag - geen (andere) straf op te leggen.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de gehele tenlastelegging en heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De ernst van de feiten
[verdachte] heeft in de periode van 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 als groothandel een grote hoeveelheid voorwerpen en stoffen, die bestemd zijn voor de grootschalige beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt, voorhanden gehad, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd. Hiermee heeft [verdachte] zich ruim drie en een half jaar schuldig gemaakt aan overtreding van artikel 11a van de Opiumwet.
De bestrijding van hennepteelt is een prioriteit van de Nederlandse overheid, aldus de wetgever. Volgens het kabinet levert de illegale hennepteelt door haar omvang en professionaliteit een reëel veiligheidsrisico op ‘waartegen doortastend en effectief moet worden opgetreden’. Met artikel 11a van de Opiumwet wil de wetgever optreden tegen activiteiten van ondersteunende aard rond de illegale hennepteelt, in het bijzonder de activiteiten die strekken ter voorbereiding of bevordering van die teelt.
De rechtbank rekent het [verdachte] aan dat zij goederen voorhanden heeft gehad, te koop heeft aangeboden, heeft verkocht en afgeleverd, die bijdragen aan het in stand houden van de illegale hennepteelt. Hennep bevat de voor de volksgezondheid schadelijke stof THC en is daarom door de wetgever op lijst II van de Opiumwet geplaatst. Het is een feit van algemene bekendheid dat hennepteelt en de handel in en het gebruik van verdovende middelen vaak gepaard gaan met verschillende vormen van (ernstige) criminaliteit, waardoor de samenleving schade wordt berokkend.
Daarnaast heeft [verdachte] in een periode van ruim vier jaar nagelaten meerdere ongebruikelijke transacties, zoals bedoeld in artikel 16 Wwft, te melden bij de FIU-NL. De wetgever heeft aan instellingen, zoals [verdachte] , een poortwachtersfunctie toegekend. Op grond daarvan heeft [verdachte] een belangrijke maatschappelijke verantwoordelijkheid bij de bestrijding van witwassen. [verdachte] heeft door haar handelen de overheid de mogelijkheid ontnomen zicht te krijgen op geldstromen die kunnen duiden op criminaliteit en achterliggende strafbare feiten op te sporen. [verdachte] heeft daarmee in ernstige mate haar verantwoordelijkheid miskend.
Faillissement [verdachte]
De rechtbank heeft bij haar beslissing over het opleggen van een straf acht geslagen op het uittreksel van de Kamer van Koophandel van 20 mei 2022 betreffende [verdachte] . Daarin staat dat op 22 mei 2019 [verdachte] ten gevolge van faillissement is opgeheven. Uit een e-mail van 1 juni 2022 van de curator in het faillissement van [verdachte] , de heer [G] , blijkt dat de faillissementsboedel negatief is.
De straf
Gelet op de aard en de ernst van de feiten zoals hiervoor is geschetst, ligt naar het oordeel van de rechtbank een forse geldboete in de rede. Nu [verdachte] failliet is en een geldboete eventuele nadelige gevolgen kan hebben voor schuldeisers, acht de rechtbank het passend om te bepalen dat [verdachte] geen andere straf dan verbeurdverklaring zal worden opgelegd. Op alle bezittingen van [verdachte] is beslag gelegd, deze goederen vertegenwoordigen ongetwijfeld een aanmerkelijke waarde. In die zin wordt [verdachte] met de verbeurdverklaring ook al genoeg gestraft.

9.BESLAG

Onder [verdachte] zijn voorwerpen in beslag genomen, zoals vermeld op de in bijlage VII opgenomen beslaglijsten.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht alle voorwerpen op de beslaglijst (met uitzondering van vals geld) verbeurd te verklaren, nu met betrekking tot al deze voorwerpen de onder 1 en 2 ten laste gelegde strafbare feiten (artikel 11a Opiumwet) zijn begaan. Het vals geld dient volgens de officier van justitie te worden onttrokken aan het verkeer.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van de beslissing over de in beslag genomen voorwerpen. Wel heeft de raadsman een email doorgestuurd van de curator van [verdachte] , mr [G] . In deze email merkt de curator op dat de verbeurdverklaring van de voorraad en daarnaast van de banksaldi de schuldeisers van [verdachte] , die volgens hem part noch deel hebben aan de aan [verdachte] verweten strafbare feiten, hard zou raken. Tot de schuldeisers van [verdachte] behoren ondernemers die een reguliere voorraad (veelal onder eigendomsvoorbehoud) hebben verkocht en geleverd aan [verdachte] . Door de beslaglegging hebben zij hun zaken niet kunnen terughalen terwijl zij door een verbeurdverklaring van de banksaldi ook niet vanuit het faillissement schadeloos gesteld zouden kunnen worden. De schuldenlast is op dit moment in totaal zo’n 1,1 miljoen euro.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal het in beslag genomen voorwerp
vals geld in kluis 320 euro(voorwerpnummer: PL0900‐2017370296‐2283238 en IBN-code: C.05.06.006) onttrekken aan het verkeer. Dit voorwerp is bij gelegenheid van het onderzoek naar de door [verdachte] begane strafbare feiten aangetroffen en is van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
Teruggave aan de rechthebbende
De rechtbank zal teruggave gelasten van de volgende in beslag genomen voorwerpen aan degene die redelijkerwijs als rechthebbende van dit voorwerp kan worden aangemerkt:

Kentekenbewijs [kenteken](voorwerpnummer: MDRBB16018_481876)

Paspoort NL ( [nummer] )(voorwerpnummer: MDRBB16018_481877)

Bestuurderskaart(voorwerpnummer: MDRBB16018_481878)
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de overige in beslag genomen voorwerpen, zoals vermeld op de als bijlage VII aan dit vonnis gehechte beslaglijsten, verbeurd verklaren. Het gaat om onder meer administratie, gegevensdragers, pallets, laadstations, sleutels, voertuigen, geld en voorraad. Met betrekking tot en met behulp van deze voorwerpen is het onder 1 en 2 bewezen verklaarde begaan of zijn uit de baten van de strafbare feiten verkregen.
10 TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
  • 33, 33a, 36b, 36c, 51 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 11a van de Opiumwet en
  • 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten en
  • 16 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren terrorisme,
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt [verdachte] daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart [verdachte] strafbaar;
- bepaalt dat ten aanzien van het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde geen straf wordt opgelegd;
Beslag
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van de volgende voorwerpen:
  • Kentekenbewijs [kenteken](voorwerpnummer: MDRBB16018_481876)
  • Paspoort NL ( [nummer] )(voorwerpnummer: MDRBB16018_481877)
  • Bestuurderskaart(voorwerpnummer: MDRBB16018_481878)
- verklaart het volgende voorwerp onttrokken aan het verkeer:

vals geld in kluis 320 euro(voorwerpnummer: PL0900‐2017370296‐2283238 en IBN-code: C.05.06.006)
-verklaart de overige op de aan dit vonnis gehechte beslaglijsten vermelde goederen verbeurd.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J. van Rijssen, voorzitter, mr. S.M. Schothorst en mr. G. Schnitzler, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M.E. van Dijk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 juli 2022.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Aan wordt ten laste gelegd dat:
[verdachte]
zij in of omstreeks de periode van 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 te Nieuwegein, Maarssen, Utrecht en/of elders in Nederland en/of in Portugal en/of elders in Europa en/of in de Verenigde Staten en/of in Israël tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen (telkens)
feit 1
onderstaande stoffen en/of voorwerpen te koop heeft/hebben aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, en/of voorhanden heeft/hebben gehad, te weten:
(bron: PvB-335 tabel met verkopen aan klanten die voorwerpen afnamen die in 2 of meer verschillende indicatoren van hoge professionaliteit vallen, p. 9681 dossier en Excel verkoopstatistieken , 7e kolom, p. 5958)
[verdachte]
 34.511, 34.511, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' dimmers thermo- en hygrostaten en/of
 34.511, 1.065, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' electra-onderdelen en/of
 34.511, 200.238, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' kabels en stekkers
 34.511, 340, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' krachtautomaten en/of
 34.511, 941.463, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' kunstlicht en/of
 34.511, 2.421, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' relais en/of
 34.511, 5.684, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' relaiskasten en/of
 34.511, 29.812, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' tijdklokken en/of
 34.511, 17.129, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' zekeringen en/of
 34.511, 2.442.823, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' irrigatie en/of
 34.511, 941.063, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' voeding en toebehoren en/of
 34.511, 942, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' voedingscomputers en/of
 34.511, 16.341, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' watervaten en/of
 34.511, 29.006, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' kweektenten en/of
 34.511, 16.559, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' tenttoebehoren en/of
 34.511, 2, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' tuinkas en/of
 34.511, 7.397, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' vijverfolie en/of
 34.511, 312, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' afzuigbeveiliging en/of
 34.511, 197, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' alarm en toebehoren en/of
 34.511, 586.047, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' dozen en/of
 34.511, 4.090, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' filterdoek en/of
 34.511, 2.439, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' filtersteun en/of
 34.511, 2.084, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' geluidsdemper en/of
 34.511, 44.060, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' geurbestrijder en/of
 34.511, 20.919, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' isolatiefolie en/of
 34.511, 71.487, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' koolstoffilter en/of
 34.511, 375, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' reflecterende folie en/of
 34.511, 3.693, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' sealfolie en/of
 34.511, 16.598, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' zwart/wit folie en/of
 34.511, 115, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' airco en toebehoren en/of
 34.511, 335.834, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' bevestigingsmateriaal en/of
 34.511, 9.409, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' bevochtiging en/of
 34.511, 100.209, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' bouwmateriaal en/of
 34.511, 10.491, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' buisventilator en/of
 34.511, 132.278, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' diverse (onder meer: losse voorwerpen t.b.v. klimaat, meetapparatuur en bouw- en verpakkingsmaterialen) en/of
 34.511, 240.007, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' flenzen en hulpstukken en/of
 34.511, 5.257, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' kist Softbox en/of
 34.511, 2, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' luchtfilter en/of
 34.511, 104.445, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' luchtslangen en/of
 34.511, 42.764, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' meetapparatuur en/of
 34.511, 456, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' ontvochtiging en/of
 34.511, 59.400, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' ophangsystemen en/of
 34.511, 11, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' ozon en/of
 34.511, 18.280, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' slakhuisventilator en/of
 34.511, 21.246, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' Softbox en/of
 34.511, 3, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' thermostaat en/of
 34.511, 14.148, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' verwarming en/of
 34.511, 2.952.340, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' aarde cocos en toevoegingen en/of
 34.511, 229.425, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' groeimedia en/of
 34.511, 607.958, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' steenwolproducten en/of
 34.511, 352, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' watertray en/of
 34.511, 71.816, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' bescherming en/of
 34.511, 60.765, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' ongediertebestrijding en/of
 34.511, 3.754, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' cannacutter en/of
 34.511, 9.290, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' cannacutter onderdelen en/of
 34.511, 158.487, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' droogrek en/of
 34.511, 1 voorwerp met de 'benaming' geldtelmachine en/of
 34.511, 132, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' handsealer en/of
 34.511, 348, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' strijkijzer en/of
 34.511, 663, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' vals geld-detectoren en/of
 34.511, 1.612.519, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' verpakkingsmateriaal en/of
 34.511, 26.974, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' stekpoeder/gel en/of
 34.511, 9.617, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' Co2 en/of
 34.511, 33.453, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' EC en PH-meters en/of
 34.511, 16.853, althans een of meer voorwerpen met de 'benaming' ijkvloeistof en/of
 34.511, 1.879, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' kweekkas/systeem etc en/of
 34.511, 42.615, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' maatbeker(s) en/of
 34.511, 927, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' microscoop en/of
 34.511, 3.139.130, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' potten en/of
 34.511, 7.922, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' steunnet en/of
 34.511, 23.954, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' tape en/of
 34.511, 79.784, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' scharen en/of
 34.511, 455, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' gieter en/of
 34.511, 1.758, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' tuingereedschap en/of
 34.511, 166.062, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' ventilatoren en/of
 34.511, 1.694.757, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' bamboestokken en/of
 34.511, 5.215, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' brandblussers en/of
 34.511, 1.016, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' growkits en/of
 34.511, 231, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' nietmachine en nietjes en/of
 34.511, 544, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' reinigingsmateriaal en/of
 34.511, 1.369, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' tie-wraps en/of
 34.511, 367, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' touw en/of
 34.511, 88, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' tuinartikelen en/of
 34.511, 21.510, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' vloeistoffen en/of
 34.511, 9.186, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' vuilniszakken en/of
 34.511, 1.835, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' weegschalen en/of
 34.511, 1.760, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' worteldoek/vloeideken
waarvan zij en haar mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten, te weten:
 het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
 het opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
fit 2
zij op of omstreeks 9 oktober 2018 te Nieuwegein, Maarssen en/of Utrecht en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen (telkens)
onderstaande stoffen en/of voorwerpen te koop heeft/hebben aangeboden en/of voorhanden heeft/hebben gehad (in loodsen/magazijnen aan de en te en/of aan de te en/of aan de te ), te weten:
[adres] [plaats] [adres] [plaats] [adres] [plaats]
(bron: bijlage 4 bij PvB-206: tabel met aantallen producten per productcategorie ingedeeld conform Bijlage 1 bij de Aanwijzing Opiumwet, pagina 5092 dossier + Excel overzicht, 4e kolom, p. 9686)
 6.330, 6.330, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' dimmers thermo- en hygrostaten en/of
 6.330, 28.861, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' kabels en stekkers en/of
 6.330, 30, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' krachtautomaten en/of
 6.330, 41.472, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' kunstlicht en/of
 6.330, 89, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' relais en/of
 6.330, 189, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' relaiskasten en/of
 6.330, 4.681, althans een of meer voorwerpen met de 'benaming' tijdklokken en/of
 6.330, 1.587, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' zekeringen en/of
 6.330, 154.118, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' irrigatie en/of
 6.330, 40.875, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' voeding en toebehoren en/of
 6.330, 36, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' voedingscomputers en/of
 6.330, 2.201, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' watervaten en/of
 6.330, 1.502, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' kweekkas/systeem etc en/of
 6.330, 3.964, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' kweektenten en/of
 6.330, 3.273, althans een of meer voorwerpen met de 'benaming' tent toebehoren en/of
 6.330, 165, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' vijverfolie en/of
 6.330, 18, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' afzuigbeveiliging en/of
 6.330, 11, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' alarm en toebehoren en/of
 6.330, 7.721, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' dozen en/of
 6.330, 195, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' filterdoek en/of
 6.330, 63, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' filtersteun en/of
 6.330, 92, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' geluidsdemper en/of
 6.330, 2.621, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' geurbestrijding en/of
 6.330, 4.955, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' isolatiefolie en/of
 6.330, 1.762, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' koolstoffilter en/of
 6.330, 22, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' reflecterende folie en/of
 6.330, 1.012, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' sealfolie en/of
 6.330, 908, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' zwart/wit folie en/of
 6.330, 16. 110 , althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' bevestigingsmateriaal en/of
 6.330, 788, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' bevochtiging en/of
 6.330, 8.116, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' bouwmateriaal en/of
 6.330, 1.068, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' buisventilator en/of
 6.330, 34.850, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' flenzen en hulpstukken en/of
 6.330, 4.455, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' luchtslangen en/of
 6.330, 12, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' ontvochtiging en/of
 6.330, 5.355, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' ophangsystemen en/of
 6.330, 807, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' slakhuisventilator en/of
 6.330, 699, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' Softbox en/of
 6.330, 4.363, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' verwarming en/of
 6.330, 7.793, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' aarde, cocos en toevoegingen en/of
 6.330, 32.805, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' groeimedia en/of
 6.330, 10.300, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' steenwolproducten en/of
 6.330, 70, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' watertray en/of
 6.330, 3.136, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' bescherming en/of
 6.330, 13.177, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' ongediertebestrijding en/of
 6.330, 88, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' cannacutter en/of
 6.330, 450, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' cannacutter onderdelen en/of
 6.330, 38.113, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' droogrek en/of
 6.330, 103, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' strijkijzer en/of
 6.330, 97, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' vals geld detectoren en/of
 6.330, 237.684, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' verpakkingsmateriaal en/of
 6.330, 2.435, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' stekpoeder/gel en/of
 6.330, 900, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' Co2 en/of
 6.330, 2.807, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' diverse (te weten: batterijen) en/of
 6.330, 1.198, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' EC en PH-meters en/of
 6.330, 496, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' ijkvloeistof en/of
 6.330, 2.974, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' maatbekers en/of
 6.330, 9.353, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' meetapparatuur en/of
 6.330, 1.090, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' steunnet en/of
 6.330, 14.462, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' scharen en/of
 6.330, 28, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' gieter en/of
 6.330, 265, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' tuingereedschap en/of
 6.330, 21.034, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' ventilatoren en/of
 6.330, 29.500, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' bamboestokken en/of
 6.330, 373, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' brandblussers en/of
 6.330, 59, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' growkits en/of
 6.330, 30, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' nietmachine en nietjes en/of
 6.330, 5.355, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' ophangsystemen en/of
 6.330, 110 .551, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' potten en/of
 6.330, 67, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' reinigingsmateriaal en/of
 6.330, 2.098, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' tape en/of
 6.330, 261, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' tie-wraps en/of
 6.330, 39, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' touw en/of
 6.330, 3.432, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' vloeistoffen en/of
 6.330, 1.138, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' vuilniszakken en/of
 6.330, 505, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' weegschalen en/of
 6.330, 12, althans één of meer voorwerpen met de 'benaming' worteldoek/vloeideken
waarvan zij en haar mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten, te weten:
 het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
 het opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben en/of vervaardigen van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
zij op een of meerdere tijdstippen in de periode van 12 oktober 2012 tot 1 januari 2015, te Zoetermeer en/of Nieuwegein en/of elders in Nederland, (telkens) als beroeps- of bedrijfsmatig handelende verkoper van goederen, voor zover betaling van deze goederen in contanten plaatsvindt voor een bedrag van 15.000 Euro of meer, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk in strijd met de verplichting, geformuleerd in artikel 16 Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, (een) verrichte/voorgenomen ongebruikelijke transactie(s), niet (binnen 14 dagen / onverwijld) nadat het ongebruikelijke karakter van deze transactie(s) bekend is geworden heeft gemeld aan het meldpunt/de Financiële inlichtingen eenheid, immers heeft zij (telkens) opzettelijk geen melding gedaan van:
feit 3
(zie p. 6142 en 6145 dossier, bijlagen bij PvB-267: Overtredingen Wwft B.V.)
[verdachte]
 ( (een) op of omstreeks 12 oktober 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 15.731,46 Euro (ordernummer VO-130152, klant ) en/of
[klant 9]
 ( (een) op of omstreeks 24 oktober 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 17.879,41 Euro (ordernummer VO-131076, klant ) en/of
[klant 9]
 ( (een) op of omstreeks 26 oktober 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 16.634,49 Euro (ordernummer VO-131285, klant i.o.) en/of
[klant 10]
 ( (een) op of omstreeks 12 november 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 15.500,44 Euro (ordernummer VO-131513, klant ) en/of
[klant 9]
 ( (een) op of omstreeks 11 december 2012 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 16.503,89 Euro (ordernummer VO-133665, klant ) en/of
[klant 2]
 ( (een) op of omstreeks 25 januari 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 18.871,12 Euro (ordernummer VO-13001339, klant ) en/of
[klant 11]
 ( (een) op of omstreeks 20 februari 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 15.988,76 Euro (ordernummer VO-13002569, klant ) en/of
[klant 12]
 ( (een) op of omstreeks 22 februari 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 25.924,76 Euro (ordernummer VO-13002741, klant ) en/of
[klant 13]
 ( (een) op of omstreeks 15 maart 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 15.310,05 Euro (ordernummer VO-13002862, klant ) en/of
[klant 9]
 ( (een) op of omstreeks 28 maart 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 15.987,61 Euro (ordernummer VO-13004491 klant ) en/of
[klant 14]
 ( (een) op of omstreeks 10 april 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 17.426,55 Euro (ordernummer VO-13004093, klant ) en/of
[klant 15]
 ( (een) op of omstreeks 10 april 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 17.626,87 Euro (ordernummer VO-13005173, klant ) en/of
[klant 2]
 ( (een) op of omstreeks 6 mei 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 17.087,44 Euro (ordernummer VO-13006396, klant ) en/of
[klant 16]
 ( (een) op of omstreeks 17 mei 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 15.999,47 Euro (ordernummer VO-13006926, klant ) en/of
[klant 17]
 ( (een) op of omstreeks 26 juli 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 16.222,40 Euro (ordernummer VO-13008889, klant ) en/of
[klant 18]
 ( (een) op of omstreeks 20 augustus 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 22.500,- Euro (ordernummer VO-13011245, klant ) en/of
[klant 19]
 ( (een) op of omstreeks 21 augustus 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 16.016,83 Euro (ordernummer VO-13011454, klant ) en/of
[klant 20]
 ( (een) op of omstreeks 2 september 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 17.388,93 Euro (ordernummer VO-13007193, klant ) en/of
[klant 9]
 ( (een) op of omstreeks 20 september 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 28.079,89 Euro (ordernummer VO-13013060, klant ) en/of
[klant 2]
 ( (een) op of omstreeks 7 oktober 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 18.892,11 Euro (ordernummer VO-13013973, klant en/of
[klant 20]
 ( (een) op of omstreeks 14 oktober 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 19.043,45 Euro (ordernummer VO-13014497, klant ) en/of
[klant 21]
 ( (een) op of omstreeks 17 oktober 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 15.637,86 Euro (ordernummer VO-13014503 klant ) en/of
[klant 22]
 ( (een) op of omstreeks 11 november 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 15.005,60 Euro (ordernummer VO-130116031 klant ) en/of
[klant 15]
 ( (een) op of omstreeks 02 december 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 15.399,21 Euro (ordernummer VO-13017384 klant ) en/of
[klant 23]
 ( (een) op of omstreeks 16 december 2013 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 17.410,44 Euro (ordernummer VO-13017953 klant CB) en/of
[klant 19]
 ( (een) op of omstreeks 27 februari 2014 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 25.520,59 Euro (ordernummer VO-14004005 klant ) en/of
[klant 22]
 ( (een) op of omstreeks 13 maart 2014 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 20.546,24 Euro (ordernummer VO-14005092 klant ) en/of
[klant 24]
 ( (een) op of omstreeks 24 maart 2014 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 16.391,87 Euro (ordernummer VO-14005414 klant ) en/of
[klant 22]
 ( (een) op of omstreeks 06 juni 2014 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 22.903,99 Euro (ordernummer VO-14010303 klant ) en/of
[klant 25]
 ( (een) op of omstreeks 13 juni 2014 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 17.659,50 Euro (ordernummer VO-14011217 klant ) en/of
[klant 21]
 ( (een) op of omstreeks 24 juni 2014 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 17.608,75 Euro (ordernummer VO-14011369 klant ) en/of
[klant 26]
 ( (een) op of omstreeks 16 juli 2014 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 46.495,35 Euro (ordernummer VO-14013260 klant ) en/of
[klant 27]
 ( (een) op of omstreeks 17 juli 2014 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 23.294,59 Euro (ordernummer VO-14013223 klant ) en/of
[klant 21]
 ( (een) op of omstreeks 06 augustus 2014 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 24.552,62 Euro (ordernummer VO-14014284 klant ) en/of
[klant 28]
 ( (een) op of omstreeks 12 augustus 2014 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 17.163,14 Euro (ordernummer VO-14014240 klant [klant 29] ) en
 ( (een) op of omstreeks 01 september 2014 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 19.734,27 Euro (ordernummer VO-14015548 ) en/of
[klant 27]
 ( (een) op of omstreeks 09 september 2014 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 21.054,00 Euro (ordernummer VO-14016183 klant ) en/of
[klant 26]
 ( (een) op of omstreeks 10 september 2014 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 26.050,10 Euro (ordernummer VO-14014356 klant ) en/of
[klant 30]
 ( (een) op of omstreeks 12 september 2014 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 21.088,44 Euro (ordernummer VO-14016481 klant ) en/of
[klant 31]
 ( (een) op of omstreeks 16 september 2014 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 18.860,42 Euro (ordernummer VO-14016635 klant ) en/of
[klant 16]
 ( (een) op of omstreeks 30 september 2014 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 25.808,04 Euro (ordernummer VO-14017050 klant ) en/of
[klant 31]
 ( (een) op of omstreeks 03 oktober 2014 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 27.358,69 Euro (ordernummer VO-14017562 klant ) en/of
[klant 17]
 ( (een) op of omstreeks 23 oktober 2014 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 30.698,05 Euro (ordernummer VO-14019353 klant ) en/of
[klant 32]
 ( (een) op of omstreeks 18 december 2014 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 15.000,00 Euro (ordernummer VO-14023238 klant ) en/of
[klant 33]
 ( (een) in de periode van 08 mei 2013 tot en met 14 mei 2013 verrichte ongebruikelijke (samengestelde) transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) van 12.586,66 Euro (ordernummer
  • (ordernummer VO-13006466 klant [klant 34] ) en 11.063,45 Euro (ordernummer VO-13006467 klant [klant 34] ) en 7.482,43 Euro (ordernummer VO-13006468 klant [klant 34] ) en
 ( (een) op of omstreeks 14 en 15 mei 2013 verrichte ongebruikelijke (samengestelde) transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) van 12.082,23 Euro (ordernummer VO-13006748 klant ) en 11.794,27 Euro (ordernummer VO-13006844 klant )
(ordernummer VO-13006466 klant [klant 34] ) en 11.063,45 Euro (ordernummer VO-13006467 klant [klant 34] ) en 7.482,43 Euro (ordernummer VO-13006468 klant [klant 34] ) en
en/of
[klant 17]
 ( (een) in de periode van 12 november 2013 tot en met 15 november 2013 verrichte ongebruikelijke (samengestelde) transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) van 13.516,15 Euro (ordernummer VO-13016215 klant ) en 12.051,09 Euro (ordernummer VO-13016216 klant ) en 12.940,95 Euro (ordernummer VO-13016217 klant ) en 10.970,34 Euro (ordernummer VO-13016218 klant ) en/of
[klant 34]
 ( (een) in de periode van 17 januari 2014 tot en met 20 januari 2014 verrichte ongebruikelijke (samengestelde) transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) van 10.163,52 Euro (ordernummer VO-14001195 klant [klant 33] ) en 10.113,40 Euro (ordernummer VO-14001312 klant [klant 33] );
feit 4
zij op een of meerdere tijdstippen in de periode van 1 januari 2015 tot en met 19 januari 2017, te Zoetermeer en/of Nieuwegein en/of elders in Nederland, (telkens) als beroeps- of bedrijfsmatig handelende verkoper van goederen, voor zover betaling van deze goederen in contanten plaatsvindt voor een bedrag van 15.000 Euro of meer, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk in strijd met de verplichting, geformuleerd in artikel 16 Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme,
(een) verrichte/voorgenomen ongebruikelijke transactie(s), niet (binnen 14 dagen / onverwijld) nadat het ongebruikelijke karakter van deze transactie(s) bekend is geworden heeft gemeld aan het meldpunt/de Financiële inlichtingen eenheid, immers heeft zij (telkens) opzettelijk geen melding gedaan van:
(zie p. 6142 en 6145 dossier, bijlagen bij PvB-267: Overtredingen Wwft B.V.)
[verdachte]
 ( (een) op of omstreeks 09 februari 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 18.129,24 Euro (ordernummer VO-1502025 klant ) en/of
[klant 35]
 ( (een) op of omstreeks 26 februari 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 18.883,15 Euro (ordernummer VO-1504354 klant ) en/of
[klant 36]
 ( (een) op of omstreeks 26 februari 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 20.162,88 Euro (ordernummer VO-1504774 klant ) en/of
[klant 37]
 ( (een) op of omstreeks 27 februari 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 20.186,24 Euro (ordernummer VO-1504652 klant ) en/of
[klant 38]
 ( (een) op of omstreeks 03 maart 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 25.488,95 Euro (ordernummer VO-1504871 klant ) en/of
[klant 39]
 ( (een) op of omstreeks 04 maart 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 22.893,33 Euro (ordernummer VO-1505011 klant ) en/of
[klant 40]
 ( (een) op of omstreeks 23 maart 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 18.529,94 Euro (ordernummer VO-1505676 klant BV) en/of
[klant 41]
 ( (een) op of omstreeks 25 maart 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 33.361,43 Euro (ordernummer VO-1506166 klant ) en/of
[klant 42]
 ( (een) op of omstreeks 31 maart 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 20.258,97 Euro (ordernummer VO-1507033 klant ) en/of
[klant 43]
 ( (een) op of omstreeks 08 april 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 23.533,25 Euro (ordernummer VO-1507416 klant ) en/of
[klant 37]
 ( (een) op of omstreeks 08 april 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 24.006,40 Euro (ordernummer VO-1507972 klant ) en/of
[klant 44]
 ( (een) op of omstreeks 10 april 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 20.256,61 Euro (ordernummer VO-1507973 klant ) en/of
[klant 44]
 ( (een) op of omstreeks 20 april 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 15.625,82 Euro (ordernummer VO-1508560 klant ) en/of
[klant 45]
 ( (een) op of omstreeks 21 april 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 20.117,69 Euro (ordernummer VO-1508441 klant ) en/of
[klant 46]
 ( (een) op of omstreeks 27 mei 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 17.728,25 Euro (ordernummer VO-1511419 klant ) en/of
[klant 47]
 ( (een) op of omstreeks 10 juni 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 19.577,55 Euro (ordernummer VO-1512585 klant ) en/of
[klant 23]
 ( (een) op of omstreeks 19 juni 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 20.630,37 Euro (ordernummer VO-1513447 klant ) en/of
[klant 47]
 ( (een) op of omstreeks 16 juli 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 19.447,56 Euro (ordernummer VO-1514863 klant ) en/of
[klant 48]
 ( (een) op of omstreeks 23 juli 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 22.311,33 Euro (ordernummers VO-1514854, VO-1514979,
 ( (een) op of omstreeks 27 juli 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 16.085,74 Euro (ordernummer VO-1515910 klant ) en/of
VO-1515059, VO-1515056, VO-1515273, VO-1515326, VO-1515366, VO-1515414, VO-1515266, VO-1515493, VO-1515554, VO-1515668 klant s) en/of
VO-1515059, VO-1515056, VO-1515273, VO-1515326, VO-1515366, VO-1515414, VO-1515266, VO-1515493, VO-1515554, VO-1515668 klant [klant 59] ) en/of
[klant 50]
 ( (een) op of omstreeks 10 september 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 24.771,30 Euro (ordernummer VO-1519449 klant ) en/of
[klant 2]
 ( (een) op of omstreeks 18 september 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 16.660,68 Euro (ordernummer VO-1520085 klant ) en/of
[klant 51]
 ( (een) op of omstreeks 28 september 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 15.180,54 Euro (ordernummer VO-1520931 klant ) en/of
[klant 2]
 ( (een) op of omstreeks 09 oktober 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 24.215,33 Euro (ordernummer VO-1521845 klant ) en/of
[klant 22]
 ( (een) op of omstreeks 12 oktober 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 22.327,34 Euro (ordernummer VO-1522245 klant ) en/of
[klant 52]
 ( (een) op of omstreeks 03 november 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 19.083,33 Euro (ordernummer VO-1524381 klant ) en/of
[klant 52]
 ( (een) op of omstreeks 10 november 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 18.234,22 Euro (ordernummer VO-1525031 klant ) en/of
[klant 53]
 ( (een) op of omstreeks 10 november 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 21.656,92 Euro (ordernummer VO-1524867 klant ) en/of
[klant 54]
 ( (een) op of omstreeks 15 december 2015 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 18.836,15 Euro (ordernummer VO-1528335 klant ) en/of
[klant 55]
 ( (een) op of omstreeks 24 februari 2016 verrichte ongebruikelijke transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) (van (in totaal) (minstens) 18.078,54 Euro (ordernummer VO-1604893 klant ) en/of
[klant 56]
 ( (een) op of omstreeks 04 en 05 maart 2015 verrichte ongebruikelijke (samengestelde) transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) van 10.036,14 Euro (ordernummer VO-1504856 klant ) en 14.226,91 Euro (ordernummer VO-1505014 klant ) en/of
[klant 57]
 ( (een) op of omstreeks 10 april 2015 verrichte ongebruikelijke (samengestelde) transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) van 10.313,14 Euro (ordernummer VO-1507031 klant ) en 10.733,38 Euro (ordernummer VO-1507158 klant ) en/of
[klant 27]
 ( (een) op of omstreeks 18 en 19 januari 2017 verrichte ongebruikelijke (samengestelde) transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) van 14.019,83 Euro (ordernummer VO-11701051 klant ) en 13.221,23 Euro (ordernummer VO-1701556 klant ) en/of
[klant 58]
 ( (een) op of omstreeks 23 maart 2015 verrichte ongebruikelijke (samengestelde) transactie(s), te weten (een) geheel of gedeeltelijk(e) contante betaling(en) van 12.185,32 Euro (ordernummer VO-1505679 klant BV) en 11.545,58 Euro (ordernummer VO-1506198 klant BV)
[klant 41]
zulks terwijl zij, verdachte, van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt.
Bijlage III Tabel Bijlage 4 van PvB-206, ordner 12, p. 5092 en 5093
Bijlage IV Tabel Bijlage van PvB-254, ordner, 14, p. 5958 tot en met 6028
Bijlage V Tabel Bijlage van PvB-335, ordner 23, p. 9683 tot en met 9685
Bijlage VI Tabel Bijlage van PvB-310, ordner 17, p. 7092 tot en met 7099
Bijlage VII De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat:
zij in de periode van 1 maart 2015 tot en met 9 oktober 2018 te Nieuwegein, Maarssen, Utrecht, Portugal en Spanje (telkens)
feit 1
onderstaande stoffen en voorwerpen te koop heeft aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd en voorhanden heeft gehad, te weten:
(bron: PvB-335 tabel met verkopen aan klanten die voorwerpen afnamen die in 2 of meer verschillende indicatoren van hoge professionaliteit vallen, p. 9681 dossier en Excel verkoopstatistieken , 7e kolom, p. 5958)
[verdachte]
 voorwerpen met de 'benaming' dimmers thermo- en hygrostaten en
 voorwerpen met de 'benaming' electra-onderdelen en
 voorwerpen met de 'benaming' kabels en stekkers en
 voorwerpen met de 'benaming' krachtautomaten en
 voorwerpen met de 'benaming' kunstlicht en
 voorwerpen met de 'benaming' relais en
 voorwerpen met de 'benaming' relaiskasten en
 voorwerpen met de 'benaming' tijdklokken en
 voorwerpen met de 'benaming' zekeringen en
 voorwerpen met de 'benaming' irrigatie en
 voorwerpen met de 'benaming' voeding en toebehoren en
 voorwerpen met de 'benaming' voedingscomputers en
 voorwerpen met de 'benaming' watervaten en
 voorwerpen met de 'benaming' kweektenten en
 voorwerpen met de 'benaming' tenttoebehoren en
 voorwerpen met de 'benaming' tuinkas en
 voorwerpen met de 'benaming' vijverfolie en
 voorwerpen met de 'benaming' afzuigbeveiliging en
 voorwerpen met de 'benaming' alarm en toebehoren en
 voorwerpen met de 'benaming' dozen en
 voorwerpen met de 'benaming' filterdoek en
 voorwerpen met de 'benaming' filtersteun en
 voorwerpen met de 'benaming' geluidsdemper en
 voorwerpen met de 'benaming' geurbestrijder en
 voorwerpen met de 'benaming' isolatiefolie en
 voorwerpen met de 'benaming' koolstoffilter en
 voorwerpen met de 'benaming' reflecterende folie en
 voorwerpen met de 'benaming' sealfolie en
 voorwerpen met de 'benaming' zwart/wit folie en
 voorwerpen met de 'benaming' airco en toebehoren en
 voorwerpen met de 'benaming' bevestigingsmateriaal en
 voorwerpen met de 'benaming' bevochtiging en
 voorwerpen met de 'benaming' bouwmateriaal en
 voorwerpen met de 'benaming' buisventilator en
 voorwerpen met de 'benaming' diverse (onder meer: losse voorwerpen t.b.v. klimaat, meetapparatuur en bouw- en verpakkingsmaterialen) en
 voorwerpen met de 'benaming' flenzen en hulpstukken en
 voorwerpen met de 'benaming' kist Softbox en
 voorwerpen met de 'benaming' luchtfilter en
 voorwerpen met de 'benaming' luchtslangen en
 voorwerpen met de 'benaming' meetapparatuur en
 voorwerpen met de 'benaming' ontvochtiging en
 voorwerpen met de 'benaming' ophangsystemen en
 voorwerpen met de 'benaming' ozon en
 voorwerpen met de 'benaming' slakhuisventilator en
 voorwerpen met de 'benaming' Softbox en
 voorwerpen met de 'benaming' thermostaat en
 voorwerpen met de 'benaming' verwarming en
 voorwerpen met de 'benaming' aarde cocos en toevoegingen en
 voorwerpen met de 'benaming' groeimedia en
 voorwerpen met de 'benaming' steenwolproducten en
 voorwerpen met de 'benaming' watertray en
 voorwerpen met de 'benaming' bescherming en
 voorwerpen met de 'benaming' ongediertebestrijding en
 voorwerpen met de 'benaming' cannacutter en
 voorwerpen met de 'benaming' cannacutter onderdelen en
 voorwerpen met de 'benaming' droogrek en
 één voorwerp met de 'benaming' geldtelmachine en
 voorwerpen met de 'benaming' handsealer en
 voorwerpen met de 'benaming' strijkijzer en
 voorwerpen met de 'benaming' vals geld-detectoren en
 voorwerpen met de 'benaming' verpakkingsmateriaal en
 voorwerpen met de 'benaming' stekpoeder/gel en
 voorwerpen met de 'benaming' CO2 en
 voorwerpen met de 'benaming' EC en PH-meters en
 voorwerpen met de 'benaming' ijkvloeistof en
 voorwerpen met de 'benaming' kweekkas/systeem etc en
 voorwerpen met de 'benaming' maatbeker(s) en
 voorwerpen met de 'benaming' microscoop en
 voorwerpen met de 'benaming' potten en
 voorwerpen met de 'benaming' steunnet en
 voorwerpen met de 'benaming' tape en
 voorwerpen met de 'benaming' scharen en
 voorwerpen met de 'benaming' gieter en
 voorwerpen met de 'benaming' tuingereedschap en
 voorwerpen met de 'benaming' ventilatoren en
 voorwerpen met de 'benaming' bamboestokken en
 voorwerpen met de 'benaming' brandblussers en
 voorwerpen met de 'benaming' growkits en
 voorwerpen met de 'benaming' nietmachine en nietjes en
 voorwerpen met de 'benaming' reinigingsmateriaal en
 voorwerpen met de 'benaming' tie-wraps en
 voorwerpen met de 'benaming' touw en
 voorwerpen met de 'benaming' tuinartikelen en
 voorwerpen met de 'benaming' vloeistoffen en
 voorwerpen met de 'benaming' vuilniszakken en
 voorwerpen met de 'benaming' weegschalen en
 voorwerpen met de 'benaming' worteldoek/vloeideken
 het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bewerken en/of verkopen van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
 telen en/of bewerken en/of verkopen en/of aanwezig hebben van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
zij op 9 oktober 2018 te Nieuwegein, Maarssen en Utrecht onderstaande stoffen en voorwerpen te koop heeft aangeboden en voorhanden heeft gehad (in loodsen/magazijnen aan de en te Nieuwegein en aan de te Utrecht en aan de te Maarssen), te weten:
feit 2[adres]
(bron: bijlage 4 bij PvB-206: tabel met aantallen producten per productcategorie ingedeeld conform Bijlage 1 bij de Aanwijzing Opiumwet, pagina 5092 dossier + Excel overzicht, 4e kolom, p. 9686)
 6.330 6.330 voorwerpen met de 'benaming' dimmers thermo- en hygrostaten en
 6.330 28.861 voorwerpen met de 'benaming' kabels en stekkers en
 6.330 30 voorwerpen met de 'benaming' krachtautomaten en
 6.330 41.472 voorwerpen met de 'benaming' kunstlicht en
 6.330 89 voorwerpen met de 'benaming' relais en
 6.330 189 voorwerpen met de 'benaming' relaiskasten en
 6.330 4.681 voorwerpen met de 'benaming' tijdklokken en
 6.330 1.587 voorwerpen met de 'benaming' zekeringen en
 6.330 154.118 voorwerpen met de 'benaming' irrigatie en
 6.330 40.875 voorwerpen met de 'benaming' voeding en toebehoren en
 6.330 36 voorwerpen met de 'benaming' voedingscomputers en
 6.330 2.201 voorwerpen met de 'benaming' watervaten en
 6.330 1.502 voorwerpen met de 'benaming' kweekkas/systeem etc en
 6.330 3.964 voorwerpen met de 'benaming' kweektenten en
 6.330 3.273 voorwerpen met de 'benaming' tent toebehoren en
 6.330 165 voorwerpen met de 'benaming' vijverfolie en
 6.330 18 voorwerpen met de 'benaming' afzuigbeveiliging en
 6.330 11 voorwerpen met de 'benaming' alarm en toebehoren en
 6.330 7.721 voorwerpen met de 'benaming' dozen en
 6.330 195 voorwerpen met de 'benaming' filterdoek en
 6.330 63 voorwerpen met de 'benaming' filtersteun en
 6.330 92 voorwerpen met de 'benaming' geluidsdemper en
 6.330 2.621 voorwerpen met de 'benaming' geurbestrijding en
 6.330 4.955 voorwerpen met de 'benaming' isolatiefolie en
 6.330 1.762 voorwerpen met de 'benaming' koolstoffilter en
 6.330 22 voorwerpen met de 'benaming' reflecterende folie en
 6.330 1.012 voorwerpen met de 'benaming' sealfolie en
 6.330 908 voorwerpen met de 'benaming' zwart/wit folie en
 6.330 16. 110 voorwerpen met de 'benaming' bevestigingsmateriaal en
 6.330 788 voorwerpen met de 'benaming' bevochtiging en
 6.330 8.116 voorwerpen met de 'benaming' bouwmateriaal en
 6.330 1.068 voorwerpen met de 'benaming' buisventilator en
 6.330 34.850 voorwerpen met de 'benaming' flenzen en hulpstukken en
 6.330 4.455 voorwerpen met de 'benaming' luchtslangen en
 6.330 12 voorwerpen met de 'benaming' ontvochtiging en
 6.330 5.355 voorwerpen met de 'benaming' ophangsystemen en
 6.330 807 voorwerpen met de 'benaming' slakhuisventilator en
 6.330 699 voorwerpen met de 'benaming' Softbox en
 6.330 4.363 voorwerpen met de 'benaming' verwarming en
 6.330 7.793 voorwerpen met de 'benaming' aarde, cocos en toevoegingen en
 6.330 32.805 voorwerpen met de 'benaming' groeimedia en
 6.330 10.300 voorwerpen met de 'benaming' steenwolproducten en
 6.330 70 voorwerpen met de 'benaming' watertray en
 6.330 3.136 voorwerpen met de 'benaming' bescherming en
 6.330 13.177 voorwerpen met de 'benaming' ongediertebestrijding en
 6.330 88 voorwerpen met de 'benaming' cannacutter en
 6.330 450 voorwerpen met de 'benaming' cannacutter onderdelen en
 6.330 38.113 voorwerpen met de 'benaming' droogrek en
 6.330 103 voorwerpen met de 'benaming' strijkijzer en
 6.330 97 voorwerpen met de 'benaming' vals geld detectoren en
 6.330 237.684 voorwerpen met de 'benaming' verpakkingsmateriaal en
 6.330 2.435 voorwerpen met de 'benaming' stekpoeder/gel en
 6.330 900 voorwerpen met de 'benaming' CO2 en
 6.330 2.807 voorwerpen met de 'benaming' diverse (te weten: batterijen) en
 6.330 1.198 voorwerpen met de 'benaming' EC en PH-meters en
 6.330 496 voorwerpen met de 'benaming' ijkvloeistof en
 6.330 2.974 voorwerpen met de 'benaming' maatbekers en
 6.330 9.353 voorwerpen met de 'benaming' meetapparatuur en
 6.330 1.090 voorwerpen met de 'benaming' steunnet en
 6.330 14.462 voorwerpen met de 'benaming' scharen en
 6.330 28 voorwerpen met de 'benaming' gieter en
 6.330 265 voorwerpen met de 'benaming' tuingereedschap en
 6.330 21.034 voorwerpen met de 'benaming' ventilatoren en
 6.330 29.500 voorwerpen met de 'benaming' bamboestokken en
 6.330 373 voorwerpen met de 'benaming' brandblussers en
 6.330 59 voorwerpen met de 'benaming' growkits en
 6.330 30 voorwerpen met de 'benaming' nietmachine en nietjes en
 6.330 5.355 voorwerpen met de 'benaming' ophangsystemen en
 6.330 110 .551 voorwerpen met de 'benaming' potten en
 6.330 67 voorwerpen met de 'benaming' reinigingsmateriaal en
 6.330 2.098 voorwerpen met de 'benaming' tape en
 6.330 261 voorwerpen met de 'benaming' tie-wraps en
 6.330 39 voorwerpen met de 'benaming' touw en
 6.330 3.432 voorwerpen met de 'benaming' vloeistoffen en
 6.330 1.138 voorwerpen met de 'benaming' vuilniszakken en
 6.330 505 voorwerpen met de 'benaming' weegschalen en
 6.330 12 voorwerpen met de 'benaming' worteldoek/vloeideken
 het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bewerken en/of verkopen van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of
 telen en/of bewerken en/of verkopen en/of aanwezig hebben van een grote hoeveelheid van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
zij op meerdere tijdstippen in de periode van 12 oktober 2012 tot 1 januari 2015 te Nieuwegein en/of elders in Nederland, telkens als beroeps- of bedrijfsmatig handelende verkoper van goederen, voor zover betaling van deze goederen in contanten plaatsvindt voor een bedrag van 15.000 Euro of meer, meermalen, telkens opzettelijk in strijd met de verplichting, geformuleerd in artikel 16 Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, verrichte ongebruikelijke transacties, niet (binnen 14 dagen / onverwijld) nadat het ongebruikelijke karakter van deze transacties bekend is geworden heeft gemeld aan het meldpunt/de Financiële inlichtingen eenheid, immers heeft zij telkens opzettelijk geen melding gedaan van:
feit 3
(zie p. 6142 en 6145 dossier, bijlagen bij PvB-267: Overtredingen Wwft B.V.)
[verdachte]
 een op 12 oktober 2012 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betalingen van 15.731,46 Euro (ordernummer VO-130152, klant ) en
[klant 9]
 een op 24 oktober 2012 verrichte ongebruikelijke transacties, te weten een contante betaling van 17.879,41 Euro (ordernummer VO-131076, klant ) en
[klant 9]
 een op 26 oktober 2012 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 16.634,49 Euro (ordernummer VO-131285, klant i.o.) en
[klant 10]
 een op 12 november 2012 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 15.500,44 Euro (ordernummer VO-131513, klant ) en
[klant 9]
 een op 11 december 2012 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 16.503,89 Euro (ordernummer VO-133665, klant ) en
[klant 2]
 een op 25 januari 2013 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 18.871,12 Euro (ordernummer VO-13001339, klant ) en
[klant 11]
 een op 20 februari 2013 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 15.988,76 Euro (ordernummer VO-13002569, klant ) en
[klant 12]
 een op 22 februari 2013 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 25.924,76 Euro (ordernummer VO-13002741, klant ) en
[klant 13]
 een op 15 maart 2013 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 15.310,05 Euro (ordernummer VO-13002862, klant ) en
[klant 9]
 een op 28 maart 2013 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 15.987,61 Euro (ordernummer VO-13004491 klant ) en
[klant 14]
 een op 10 april 2013 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 17.426,55 Euro (ordernummer VO-13004093, klant ) en
[klant 15]
 een op 10 april 2013 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 17.626,87 Euro (ordernummer VO-13005173, klant ) en
[klant 2]
 een op 6 mei 2013 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling 17.087,44 Euro (ordernummer VO-13006396, klant ) en
[klant 16]
 een op 17 mei 2013 verrichte ongebruikelijke transactie te weten een contante betaling van 15.999,47 Euro (ordernummer VO-13006926, klant ) en
[klant 17]
 een op 26 juli 2013 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 16.222,40 Euro (ordernummer VO-13008889, klant ) en
[klant 18]
 een op 20 augustus 2013 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 22.500,- Euro (ordernummer VO-13011245, klant ) en
[klant 19]
 een op 21 augustus 2013 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 16.016,83 Euro (ordernummer VO-13011454, klant ) en
[klant 20]
 een op 2 september 2013 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 17.388,93 Euro (ordernummer VO-13007193, klant ) en
[klant 9]
 een op 20 september 2013 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 28.079,89 Euro (ordernummer VO-13013060, klant ) en
[klant 2]
 een op 7 oktober 2013 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 18.892,11 Euro (ordernummer VO-13013973, klant ) en
[klant 20]
 een op 14 oktober 2013 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 19.043,45 Euro (ordernummer VO-13014497, klant ) en
[klant 21]
 een op 17 oktober 2013 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 15.637,86 Euro (ordernummer VO-13014503 klant ) en
[klant 22]
 een op 11 november 2013 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 15.005,60 Euro (ordernummer VO-130116031 klant ) en
[klant 15]
 een op 2 december 2013 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 15.399,21 Euro (ordernummer VO-13017384 klant ) en
[klant 23]
 een op 16 december 2013 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 17.410,44 Euro (ordernummer VO-13017953 klant CB) en
[klant 19]
 een op 27 februari 2014 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 25.520,59 Euro (ordernummer VO-14004005 klant ) en
[klant 22]
 een op 13 maart 2014 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 20.546,24 Euro (ordernummer VO-14005092 klant ) en
[klant 24]
 een op 24 maart 2014 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 16.391,87 Euro (ordernummer VO-14005414 klant ) en
[klant 22]
 een op 06 juni 2014 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 22.903,99 Euro (ordernummer VO-14010303 klant ) en
[klant 25]
 een op 13 juni 2014 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 17.659,50 Euro (ordernummer VO-14011217 klant ) en
[klant 21]
 een op 24 juni 2014 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 17.608,75 Euro (ordernummer VO-14011369 klant ) en
[klant 26]
 een op 16 juli 2014 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 46.495,35 Euro (ordernummer VO-14013260 klant ) en
[klant 27]
 een op 17 juli 2014 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 23.294,59 Euro (ordernummer VO-14013223 klant ) en
[klant 21]
 een op 6 augustus 2014 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 24.552,62 Euro (ordernummer VO-14014284 klant ) en
[klant 28]
 een op 12 augustus 2014 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 17.163,14 Euro (ordernummer VO-14014240 klant ) en
[klant 29]
 een op 1 september 2014 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 19.734,27 Euro (ordernummer VO-14015548 ) en
[klant 27]
 een op 9 september 2014 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 21.054,00 Euro (ordernummer VO-14016183 klant ) en
[klant 26]
 een op 10 september 2014 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 26.050,10 Euro (ordernummer VO-14014356 klant ) en
[klant 30]
 een op 12 september 2014 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 21.088,44 Euro (ordernummer VO-14016481 klant ) en
[klant 31]
 een op 16 september 2014 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 18.860,42 Euro (ordernummer VO-14016635 klant ) en
[klant 16]
 een op 30 september 2014 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 25.808,04 Euro (ordernummer VO-14017050 klant ) en
[klant 31]
 een op 3 oktober 2014 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 27.358,69 Euro (ordernummer VO-14017562 klant ) en
[klant 17]
 een op 23 oktober 2014 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 30.698,05 Euro (ordernummer VO-14019353 klant ) en
[klant 32]
 een op 18 december 2014 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 15.000,00 Euro (ordernummer VO-14023238 klant ) en
[klant 33]
 in de periode van 8 mei 2013 tot en met 14 mei 2013 verrichte ongebruikelijke samengestelde transacties, te weten contante betalingen van 12.586,66 Euro (ordernummer VO-13006466 klant ) en 11.063,45 Euro (ordernummer VO-13006467 klant ) en 7.482,43 Euro (ordernummer VO-13006468 klant ) en
[klant 34]
 op14 en 15 mei 2013 verrichte ongebruikelijke samengestelde transacties, te weten contante betalingen van 12.082,23 Euro (ordernummer VO-13006748 klant ) en 11.794,27 Euro (ordernummer VO-13006844 klant ) en
[klant 17]
 in de periode van 12 november 2013 tot en met 15 november 2013 verrichte ongebruikelijke samengestelde transacties, te weten contante betalingen van 13.516,15 Euro (ordernummer VO-13016215 klant ) en 12.051,09 Euro (ordernummer VO-13016216 klant ) en 12.940,95 Euro (ordernummer VO-13016217 klant ) en 10.970,34 Euro (ordernummer VO-13016218 klant ) en
[klant 34]
 in de periode van 17 januari 2014 tot en met 20 januari 2014 verrichte ongebruikelijke samengestelde transacties, te weten contante betalingen van 10.163,52 Euro (ordernummer VO-14001195 klant ) en 10.113,40 Euro (ordernummer VO-14001312 klant );
[klant 33]
zij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 januari 2015 tot en met 19 januari 2017, te Nieuwegein en/of elders in Nederland, telkens als beroeps- of bedrijfsmatig handelende verkoper van goederen, voor zover betaling van deze goederen in contanten plaatsvindt voor een bedrag van 15.000 Euro of meer, meermalen, telkens opzettelijk in strijd met de verplichting, geformuleerd in artikel 16 Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme,
feit 4
verrichte/ongebruikelijke transacties, niet (binnen 14 dagen / onverwijld) nadat het ongebruikelijke karakter van deze transacties bekend is geworden heeft gemeld aan het meldpunt/de Financiële inlichtingen eenheid, immers heeft zij telkens opzettelijk geen melding gedaan van:
(zie p. 6142 en 6145 dossier, bijlagen bij PvB-267: Overtredingen Wwft B.V.)
[verdachte]
 een op 9 februari 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 18.129,24 Euro (ordernummer VO-1502025 klant ) en
[klant 35]
 een op 26 februari 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 18.883,15 Euro (ordernummer VO-1504354 klant ) en
[klant 36]
 een op 26 februari 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van) 20.162,88 Euro (ordernummer VO-1504774 klant ) en
[klant 37]
 een op 27 februari 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 20.186,24 Euro (ordernummer VO-1504652 klant ) en
[klant 38]
 een op 3 maart 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 25.488,95 Euro (ordernummer VO-1504871 klant ) en
[klant 39]
 een op 4 maart 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 22.893,33 Euro (ordernummer VO-1505011 klant ) en
[klant 40]
 een op 23 maart 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 18.529,94 Euro (ordernummer VO-1505676 klant BV) en
[klant 41]
 een op 25 maart 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 33.361,43 Euro (ordernummer VO-1506166 klant ) en
[klant 42]
 een op 31 maart 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 20.258,97 Euro (ordernummer VO-1507033 klant ) en
[klant 43]
 een op 8 april 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 23.533,25 Euro (ordernummer VO-1507416 klant ) en
[klant 37]
 een op 8 april 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 24.006,40 Euro (ordernummer VO-1507972 klant ) en
[klant 44]
 een op 10 april 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 20.256,61 Euro (ordernummer VO-1507973 klant ) en
[klant 44]
 een op 20 april 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 15.625,82 Euro (ordernummer VO-1508560 klant ) en
[klant 45]
 een op 21 april 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 20.117,69 Euro (ordernummer VO-1508441 klant ) en
[klant 46]
 een op 27 mei 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 17.728,25 Euro (ordernummer VO-1511419 klant ) en
[klant 47]
 een op 10 juni 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 19.577,55 Euro (ordernummer VO-1512585 klant ) en
[klant 23]
 een op 19 juni 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 20.630,37 Euro (ordernummer VO-1513447 klant ) en
[klant 47]
 een op 16 juli 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 19.447,56 Euro (ordernummer VO-1514863 klant ) en
[klant 48]
 een op 23 juli 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 22.311,33 Euro (ordernummers VO-1514854, VO-1514979, VO-1515059, VO-1515056, VO-1515273, VO-1515326, VO-1515366, VO-1515414, VO-1515266, VO-1515493, VO-1515554, VO-1515668 klant [klant 59] ) en/of
 een op 27 juli 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 16.085,74 Euro (ordernummer VO-1515910 klant ) en
[klant 50]
 een op 10 september 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 24.771,30 Euro (ordernummer VO-1519449 klant ) en
[klant 2]
 een op 18 september 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 16.660,68 Euro (ordernummer VO-1520085 klant ) en
[klant 51]
 een op 28 september 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 15.180,54 Euro (ordernummer VO-1520931 klant ) en
[klant 2]
 een op 9 oktober 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 24.215,33 Euro (ordernummer VO-1521845 klant ) en
[klant 22]
 een op 12 oktober 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 22.327,34 Euro (ordernummer VO-1522245 klant ) en
[klant 52]
 een op 3 november 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 19.083,33 Euro (ordernummer VO-1524381 klant ) en
[klant 52]
 een op 10 november 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 18.234,22 Euro (ordernummer VO-1525031 klant ) en
[klant 53]
 een op 10 november 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 21.656,92 Euro (ordernummer VO-1524867 klant ) en
[klant 54]
 een op 15 december 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 18.836,15 Euro (ordernummer VO-1528335 klant ) en
[klant 55]
 een op 24 februari 2016 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een contante betaling van 18.078,54 Euro (ordernummer VO-1604893 klant ) en
[klant 56]
 op 4 en 5 maart 2015 verrichte ongebruikelijke samengestelde transacties, te weten contante betalingen van 10.036,14 Euro (ordernummer VO-1504856 klant ) en 14.226,91 Euro (ordernummer VO-1505014 klant ) en
[klant 57]
 op10 april 2015 verrichte ongebruikelijke samengestelde transacties, te contante betalingen van 10.313,14 Euro (ordernummer VO-1507031 klant ) en 10.733,38 Euro (ordernummer VO-1507158 klant ) en
[klant 27]
 op 18 en 19 januari 2017 verrichte ongebruikelijke samengestelde transacties, te weten contante betalingen van 14.019,83 Euro (ordernummer VO-11701051 klant ) en 13.221,23 Euro (ordernummer VO-1701556 klant ) en
[klant 58]
 op 23 maart 2015 verrichte ongebruikelijke samengestelde transacties, te weten contante betalingen van 12.185,32 Euro (ordernummer VO-1505679 klant BV) en 11.545,58 Euro (ordernummer VO-1506198 klant BV),
[klant 41]
zulks terwijl zij, verdachte, van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt.
Bijlage VIII Beslaglijst[verdachte]

Voetnoten

1.TK 2011-2012, 32 842, nr. 6, pagina’s 2 en 3.
2.TK 2012-2013, 32 842, nr. 13.
3.TK 2011-2012, 32 842, nr. 6.
4.vgl. HR 13 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:328
5.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 15 november 2019, genummerd MDRBB16018, opgemaakt door de Politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 9753. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
6.Een geschift, te weten een uittreksel van de Kamer van Koophandel betreffende [verdachte] van 20 mei 2022.
7.Een geschrift, te weten een uittreksel van de Kamer van Koophandel betreffende [verdachte] van 28 maart 2017, als bijlage gevoegd bij PvB-020, ordner 5, p. 2022.
8.Idem, p. 2023.
9.Een geschrift, te weten een uittreksel van de Kamer van Koophandel betreffende [medeverdachte 3] van 28 maart 2017, als bijlage gevoegd bij PvB-020, ordner 5, p. 2015 en 2016.
10.Een geschrift, te weten een uittreksel van de Kamer van Koophandel betreffende [medeverdachte 4] van 28 maart 2017, als bijlage gevoegd bij PvB-020, ordner 5, p. 1988.
11.Idem, p. 1989.
12.Een geschrift, te weten een uittreksel van de Kamer van Koophandel betreffende [medeverdachte 5] van 28 maart 2017, als bijlage gevoegd bij PvB-020, ordner 5, p. 1976.
13.Idem, p. 1977.
14.De verklaring van [medeverdachte 1] ter terechtzitting, zoals afgelegd op de zitting van 30 mei 2022.
15.De verklaring van [medeverdachte 2] ter terechtzitting, zoals afgelegd op de zitting van 30 mei 2022.
16.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 6] op 17 oktober 2018, […] , ordner 2, p. 440.
17.Idem, p. 439.
18.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] op 9 oktober 2018, […] , ordner 1, p. 365.
19.De verklaring van verdachte, zoals afgelegd op de zitting van DATUM INVULLEN.
20.Bijlage inbeslaggenomen goederen, als bijlage gevoegd bij PvB-156, Doorzoeking [verdachte] ( [adres] te Nieuwegein), ordner 21, p. 8955.
21.PvB-218, Document “Actie punten t.b.v. art. 11a Opiumwet” (beslagcode C.03.02.002), ordner 12, p. 5390.
22.Bijlage inbeslaggenomen goederen, als bijlage gevoegd bij PvB-156, Doorzoeking [verdachte] ( [adres] te [vestigingsplaats] ), ordner 21, p. 8955.
23.Een geschrift, te weten drie documenten, toegevoegd als bijlage aan PvB-217, ordner 12, p. 5359 tot en met 5361.
24.PvB-249, Document “instructie producten”, ordner 13, p. 5813.
25.PvB-274, Bevindingen omtrent 3 documenten met daarop goederen bestemd voor de hennepteelt, ordner 14, p. 6193.
26.Idem, p. 6194.
27.Idem, p. 6195.
28.Idem, p. 6196.
29.Idem, p. 6197.
30.Idem, p. 6198.
31.Idem, p. 6199.
32.Idem, p. 6200.
33.Idem, p. 6201.
34.Idem, p. 6202.
35.Idem, p. 6203.
36.Idem, p. 6204.
37.Idem, p. 6205.
38.PvB-206, Voorraadadministratie Navision [verdachte] en aangetroffen voorraad, ordner 12, p. 5003.
39.Bijlage 3 van PvB-206, p. 5058 tot en met 5090.
40.PvB-253, Kwalificatie producten [verdachte] in mate van professionaliteit en al dan niet grootschalig, order 14, p. 5852.
41.Idem, p. 5853.
42.Bijlage 1 van PvB-336, p. 9687 tot en met 9753.
43.Bijlage 4 van PvB-206, ordner 12, p. 5092 en 5093.
44.PvB-185, Digi-bevindingen zoeking [verdachte] Nieuwegein locatie C en D, ordner 11, p. 4958.
45.Idem, p. 4959.
46.PvB-186, Veiligstellen gegevensdragers, ordner 11, p. 4968 en 4969.
47.Idem, p. 4961.
48.PvB-252, Analyse [verdachte] -omzetstatistiek op basis van Aanwijzing artikel 11a Opiumwet, ordner 14, p. 5822.
49.PvB-253, Kwalificatie producten [verdachte] in mate van professionaliteit en al dan niet grootschalig, order 14, p. 5852.
50.Idem, p. 5853.
51.PvB-252, Analyse [verdachte] -omzetstatistiek op basis van Aanwijzing artikel 11a Opiumwet, ordner 14, p. 5822.
52.Idem, p. 5824.
53.Idem, p. 5825.
54.Idem, p. 5827
55.PvB-254, analyse verkoopstatistieken [verdachte] , ordner 14, p. 5940
56.Een geschrift, te weten een Excelbestand verkoopstatistieken [verdachte] , als bijlage gevoegd bij PvB-254, ordner 14, p. 5958 tot en met 6028.
57.PvB-120, Bevindingen bronnenonderzoek hennep telen vergeleken met catalogi [verdachte] , ordner 10, p. 4057.
58.Idem, p. 4061.
59.Idem, p. 4062.
60.Idem, p. 4063.
61.Idem, p. 4064.
62.Idem, p. 4065.
63.Idem, p. 4066.
64.Idem, p. 4067.
65.Idem, p. 4068.
66.Idem, p. 4069.
67.Idem, p. 4070.
68.PvB-078, Catalogus [verdachte] 2017, ordner 7, 2812.
69.PvB-120, Bevindingen bronnenonderzoek hennep telen vergeleken met catalogi [verdachte] , ordner 10, p. 4071.
70.Idem, p. 4072.
71.Idem, p. 4073.
72.Idem, p. 4074.
73.Idem, p. 4075.
74.Idem, p. 4076.
75.Idem, p. 4077.
76.Idem, p. 4078.
77.Idem, p. 7079.
78.Idem, p. 7080.
79.Idem, p. 7081.
80.PvB-254, Analyse verkoopstatistieken [verdachte] , ordner 14, p. 5940.
81.Idem, p. 5941.
82.Idem, p. 5942.
83.Idem, p. 5943.
84.Idem, p. 5944.
85.Idem, p. 5945.
86.Idem, p. 5946.
87.Idem, p. 5947.
88.Idem, p. 5948.
89.Idem, p. 5949.
90.Idem, p. 5950.
91.Idem, p. 5951.
92.Idem, p. 5952.
93.Idem, p. 5953.
94.Bijlage inbeslaggenomen goederen, als bijlage gevoegd bij PvB-156, Doorzoeking [verdachte] ( [adres] te [vestigingsplaats] ), ordner 21, p. 8955.
95.PvB-263, Bijzonderheden in document tav producent van koolstoffilters: “Can Filters”, ordner 14, p. 6102.
96.Idem, p. 6103.
97.Een geschrift, te weten een tabel, als bijlage gevoegd bij PvB-335, ordner 23, p. 9683 tot en met 9685.
98.PvB-251, Vier dodelijke slachtoffers Enschede , ordner 14, p. 5818.
99.PvB-101, Onderzoek ex 11a Opiumwet ter zake historische strafrechtelijke onderzoeken, ordner 8, p. 3334.
100.Idem, p. 3335.
101.Idem, p. 3339 en bijlage 1 p. 3397.
102.Idem, p. 3336.
103.PvB-090, Stemherkenning: [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte 7] , ordner 7, p. 3168.
104.Tapgesprek met sessienummer 6898, ordner 18, p. 7993 en 7994.
105.PvB-305, Onderzoek klant [klant 3] / [klant 4] / [naam] , ordner 16, p. 6902.
106.Een geschrift, te weten aantekeningen uit Navision, als bijlage 7 toegevoegd aan PvB-306, ordner 16, p. 6934.
107.Een geschrift, te weten een Excelbestand, als bijlage 5 toegevoegd aan PvB-305, ordner 16, p. 6925 tot en met 6927.
108.Een geschrift, te weten een Excelbestand, als bijlage 6 toegevoegd aan PvB-305, ordner 16, p. 6929 tot en met 6931.
109.PvB-305, ordner 16, p. 6905
110.Idem p. 6907
111.Idem p. 6909
112.Tapgesprek met sessienummer 6259, ordner 18, p. 7988 en 7989.
113.PvB-306, Bevindingen [klant 5] BV, ordner 16, p. 6950.
114.Een geschrift, te weten een factuur van 3 juli 2018 van [verdachte] gericht aan [klant 5] B.V., als bijlage 8 toegevoegd aan PvB-306, ordner 16, p. 7023 tot en met 7025.
115.Een geschrift, te weten een factuur van 24 juli 2018 van [verdachte] gericht aan [klant 5] B.V., als bijlage 8 toegevoegd aan PvB-306, ordner 16, p. 7026.
116.Een geschrift, te weten een factuur van 9 augustus 2018 van [verdachte] gericht aan [klant 5] B.V., als bijlage 8 toegevoegd aan PvB-306, ordner 16, p. 7027.
117.Een geschrift, te weten een factuur van 20 augustus 2018 van [verdachte] gericht aan [klant 5] B.V., als bijlage 8 toegevoegd aan PvB-306, ordner 16, p. 7028 en 7029.
118.PvB-101, Onderzoek ex 11a Opiumwet ter zake historische strafrechtelijke onderzoeken, ordner 8, p. 3377.
119.Idem, p. 3384.
120.Idem, p. 3377.
121.Een geschrift, te weten een factuur van 9 april 2015 van [verdachte] gericht aan [klant 6] v.o.f., als bijlage 9 toegevoegd aan PvB-101, ordner 8, p. 3537 en 3538.
122.PvB-101, Onderzoek ex 11a Opiumwet ter zake historische strafrechtelijke onderzoeken, ordner 8, p. 3379.
123.Idem, p. 3380.
124.Idem, p. 3382.
125.Idem, p. 3384.
126.PvB-102, Bevindingen ex 11a Opiumwet opsporingsonderzoek Madrid, ordner 9, p. 3665.
127.Idem, p. 3667.
128.Idem, p. 3668-3674.
129.Idem, p. 3676.
130.Idem, p. 3679.
131.Idem, p. 3680.
132.PvB-101, Onderzoek ex 11a Opiumwet ter zake historische strafrechtelijke onderzoeken, ordner 8, p. 3340.
133.Idem, p. 3344.
134.Idem, p. 3341.
135.Idem, p. 3343.
136.Idem, p. 3344.
137.Een bevel stelselmatige inwinning informatie (artikel 126j Sv.) van 19 februari 2018, ordner 18, p. 8391 en 8392.
138.De verlengingen bevel stelselmatige inwinning informatie (artikel 126j Sv.) van 22 mei 2018 en 17 augustus 2018 , ordner 18, p. 8609 en 8695.
139.Een bevel pseudokoop en/of – dienstverlening (artikel 126i Sv.) van 18 mei 2018, ordner 18, p. 8574 tot en met 8576.
140.Het Europees Onderzoeksbevel van 20 februari 2018 aan Spanje betreffende artikel 126j Sv.
141.Beschikking van de officier van justitie betreffende het Europees Onderzoeksbevel met nummer 33/2018, van 2 maart 2018. Deze beschikking is vertaald naar het Nederlands.
142.Proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 931.
143.Idem, p. 932.
144.Idem, p. 933
145.Proces-verbaal van bevindingen, Stelselmatige informatie-inwinning, ordner 3, p. 936.
146.Idem, p. 937.
147.Proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 940.
148.Idem, p. 941.
149.Proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 947.
150.Proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 951.
151.Proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 955.
152.Idem, p. 956.
153.Het Europees Onderzoeksbevel van 19 april 2018 aan Portugal betreffende artikel 126i Sv.
154.Proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 963.
155.Idem, p. 964.
156.Idem, p. 965.
157.Idem, p. 966.
158.Idem, p. 967.
159.Een geschrift, te weten een afschrift van een Whatsappgesprek, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 988.
160.Idem, p. 989.
161.Een geschrift, te weten een afschrift van een Whatsappgesprek, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 995.
162.Een geschrift, te weten een afschrift van een e-mailbericht op 2 juli 2018, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 996.
163.Een geschrift, te weten een afschrift van een Whatsappgesprek, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 1020.
164.Een geschrift, te weten een offerte van [verdachte] aan [verbalisant 7] , als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 1021 en 1022.
165.Een geschrift, te weten een orderbevestiging, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 1023 en 1024.
166.Een geschrift, te weten een email gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 1025.
167.Proces-verbaal van bevindingen politieel informatie-inwinner, ordner 3, p. 1037.
168.Een geschrift, te weten een brief betreffende de aangifte aan Functioneel Parket Amsterdam van Bureau Toezicht Wwft van 22 december 2016, ordner 2, p. 609 tot en met 724.
169.Idem, p. 613.
170.Een geschrift, te weten een rapport van de Wwft van 12 december 2016, als bijlage gevoegd bij de aangifte aan Functioneel Parket Amsterdam van Bureau Toezicht Wwft, ordner 2, p. 641 tot en met 724.
171.Idem, p. 642.
172.Een geschrift, te weten een overzicht van alle ongebruikelijke transacties die [verdachte] had moeten melden, als bijlage gevoegd bij het rapport van de Wwft van 12 december 2016, p. 649 tot en met 652.
173.Idem, p. 643.
174.Verklaring van verdachte ter terechtzitting, zoals afgelegd op de zitting van 31 mei 2022.
175.Lijst van inbeslaggenomen goederen, als bijlage gevoegd bij PvB-165, Doorzoeking ter inbeslagneming (locatie F, [adres] [vestigingsplaats] ), ordner 21, p. 9004 tot en met 9011.
176.PvB-310, Facturen Wwft [verdachte] uit kasboeken, ordner 17, p. 7088.
177.Geschriften, te weten facturen van [verdachte] , als bijlage gevoegd bij PvB-310, ordner 17, p. 7100 tot en met 7423.
178.Vgl. Hoge Raad 26 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:733
179.HR 17 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1982 en 1983
180.vgl. HR 8 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1965
181.Vgl. Hof 's Hertogenbosch 27 oktober 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:4730