5.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 juni 2022:
Het klopt dat ik in de periode tussen 1 januari 2019 en 6 oktober 2020 samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] hennep heb geteeld. Ten behoeve van de hennepteelt heb ik een groepsapp aangemaakt met de naam ‘Het echte werk APP’ met als deelnemers [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en ik. In die app is te zien wanneer we hebben geoogst en wanneer de cycli hebben plaatsgevonden. De hennepkwekerij draaide in mijn eigen pand aan de [adres] te [woonplaats] . We hadden ongeveer 1000 hennepplanten in de kwekerij. Het hele pand was geïsoleerd. Er was afzuiging aanwezig. De aanwezige lampen werkten automatisch met een tijdsschakelaar. De voeding en het water konden we regelen door handmatig op een knop te drukken. We hebben ook geprobeerd om CO² toe te voegen. Ik kocht de hennepstekjes en regelde de knippers. Ik heb zelf ook geknipt. Ik heb de hennep zelf vervoerd en verkocht. [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en ik hadden met elkaar een verdeling voor de opbrengst van de hennephandel afgesproken.
Mijn account op Wickr was ‘ [accountnaam 1] ’.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte van 16 april 2021:
O: Uit onderzoek is gebleken dat u gebruik maakte van een lphone 11 Pro, en daarvoor van een lphone 10.
V: Klopt dat?
A: Zou kunnen ja. Volgens mij degene die jullie hebben meegenomen.
V: In de Iphone 10 staat een contactpersoon opgeslagen onder de naam ' [WhatsApp naam 2] '. Wie is deze persoon?
A: [medeverdachte 2] .
Een proces-verbaal van bevindingen, betreft Chat [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] :
Ik zag dat er in de periode van 5 januari 2019 tot en met 30 augustus 2019 een groep chat had plaatsgevonden op WhatsApp tussen [WhatsApp naam 1] , gekoppeld aan telefoonnummer [telefoonnummer] , [verdachte] (owner), gekoppeld aan telefoonnummer [telefoonnummer] , en [WhatsApp naam 2] , gekoppeld aan telefoonnummer [telefoonnummer] . Ik zag dat [verdachte] de groep chat had aangemaakt en deze groep chat de naam "Het echte werk APP" had gegeven.Ik heb uit het WhatsApp-gesprek berichten gefilterd welke sterke aanwijzingen hebben dat verdachten [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [verdachte] zich bezighielden met het inrichten van een hennepkwekerij, telen en verkopen van hennep(planten).
4-3-2019 20:16:30 [WhatsApp naam 2]
Ik kan Boilers fixen 1 x 120l of 2 x 50l wat hebben we nodig?
15-3-2019 11:46:24 [verdachte]
Krijg net bericht dat het wat later kan worden want hij weet niet of die er 1000 haalt
15-3-2019 12:22:15 [verdachte]
Hij heeft er niet meer als 600 hij heeft het maandag pa compleet
15-3-2019 12:24:16 [WhatsApp naam 2]
Zetten we er die 600 toch en de rest maandag
12-4-2019 17:50:38 [verdachte]
Mogguh [WhatsApp naam 1] wanneer wil jij die netten doen ik ga vandaag die stopgroei er wel op blazen vanavond om 7 uur als de pitjes uit staan ga je dan mee?
16-4-2019 08:37:52 [WhatsApp naam 2]
Hoe gaan de lampen uit?
16-4-2019 08:38:33 [WhatsApp naam 1]
Doe de groepen in de meterkast maar uit (foto 3)
Een proces-verbaal van bevindingen, betreft onderzoek telefoon Iphone 11 Pro ( [verdachte] ) (deel 1):
Ik heb gekeken naar de inhoud van de chats via Wickr.Ik zag dat er op 30-9-2020 een chat plaatsvond tussen twee personen met de namen ‘ [accountnaam 1] ’ en ‘ [accountnaam 2] ’.
30-9-2020 19:50:25 [accountnaam 1] Maat ben nu heel de dag al knippen.
Ik zag dat er op 2-10-2020 een chat plaatsvond tussen twee personen met de namen ‘ [accountnaam 1] ’ en ‘ [accountnaam 3] ’.
2-10-2020 08:22:59 [accountnaam 1] Ik heb een zak wiet liggen2-10-2020 08:23:50 [accountnaam 1] Is denk wel 100g
Een proces-verbaal van bevindingen, betreft de doorzoeking op 6 oktober 2020:
Op 06 oktober 2020 heb ik een onderzoek op het perceel [adres] [woonplaats] verricht. Ik zag naast de woning, ter hoogte van de achterdeur, een blauwe vuilniszak staan tegen de woning [adres] aan. Ik zag direct dat de vuilniszak vol hennepafval zat. Ambtshalve is mij de geur van hennep bekend. Uit de vuilniszak kwam een zogenaamde geur van hennep. Ik zag dat de resten uit takjes, bladeren, verdroogde/beschimmelde henneptopjes en vilt bestond. Ambtshalve is mij bekend dat vilt gebruikt wordt rondom een kweekplantje/stekje.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank is op basis van voornoemde bewijsmiddelen van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van grootschalige, professionele hennepteelt. Voor het medeplegen is vereist dat er sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking. Op grond van vaste jurisprudentie van de Hoge Raad kan daarvan slechts sprake zijn als de intellectuele en/of materiële bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. Bij de beoordeling of een bijdrage van voldoende gewicht is, kan de rechter onder andere rekening houden met de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte.
De rechtbank leidt uit de bewijsmiddelen af dat verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . Verdachte heeft verklaard dat zij met elkaar de hennepkwekerij runden. Dit blijkt ook uit de groepschat ‘Het echte werk APP’, die naar eigen zeggen door verdachte speciaal voor de hennepkwekerij was aangemaakt. In die chat werd veelvuldig over de hennepkwekerij gesproken, waarbij zij constant met elkaar afstemden en elkaar op de hoogte hielden over “het bedrijf”. Ook was er tussen verdachte en zijn compagnons een winstverdeling afgesproken. De rechtbank overweegt dat de eigen bijdrage van verdachte cruciaal is geweest voor zowel het opzetten als het draaiende houden van de hennepkwekerij. Zo heeft verdachte onder meer de locatie verzorgd, regelde hij de plantjes en de knippers en verkocht en vervoerde hij de hennep. Er is dus sprake van een door verdachte geleverde bijdrage van voldoende gewicht.
Dat er sprake is geweest van professionele hennepteelt blijkt onder meer uit het feit dat er in een periode van ruim anderhalf jaar sprake is geweest van hennepteelt, de inrichting van de hennepkwekerij (isolatie, afzuiging en lampen met tijdsschakelaar), de hoeveelheid planten (verdachte spreekt over ongeveer 1000 planten), de rolverdeling (waarbij de rechtbank ook het extern inschakelen van knippers betrekt) en de chatgesprekken die zijn gevoerd tussen verdachte en zijn medeverdachten. Uit de verklaring van verdachte volgt dat er sprake was van in ieder geval meer dan 200 hennepplanten in de kwekerij. De rechtbank is op basis van het voorgaande van oordeel dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte in de uitoefening van beroep/bedrijf in vereniging hennep heeft geteeld in de periode van 1 maart 2019 tot en met 6 oktober 2020, de dag van zijn aanhouding.
Bewijsmiddelen
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 juni 2022:
Ik had een encrotelefoon. De accountnamen [accountnaam 4] en maanoog waren mijn Encrochat-accountnamen. Mijn account op Wickr was ‘ [accountnaam 1] ’. Ik heb GHB verkocht. De verkoop van GHB deed ik samen met [accountnaam 6] , genaamd [B ] . Ik heb de GHB opgehaald. Ik gaf dat vervolgens aan [accountnaam 6] . Het klopt dat er in de Encrochats tussen mij en andere personen is gesproken over ice. Met de term ice wordt crystal meth bedoeld. Ik heb geprobeerd om crystal meth te verkopen. Het getal 19 in de Encrochat met [accountnaam 5] gaat over kilo’s.
De Encrochatberichten tussen [accountnaam 4] en [accountnaam 5]:
2020-04-01 06:00:55 [accountnaam 5] @encrochat.com
Heb 30kg ice liggen
2020-04-01 14:56:21 [accountnaam 5] @encrochat.com
Heb er 44
2020-04-01 14:56:35 [accountnaam 5] @encrochat.com
Kan je vragen of die ze voor 69 wilt hebben
2020-04-01 15:08:22 [accountnaam 5] @encrochat.com
2020-04-01 15:08:32 [accountnaam 5] @encrochat.com
Dat heb ik nu bij de hand
2020-04-01 15:58:30 [accountnaam 4] @encrochat.com
Kan 25 kilo al weg doen
2020-04-01 16:35:15 [accountnaam 5] @encrochat.com
Kan ze ook naar jou brengen als je wily
2020-04-01 18:53:16 [accountnaam 5] @encrochat.com
2020-04-02 07:53:00 [accountnaam 5] @encrochat.com
Ben je zo thuis
2020-04-02 08:39:08 [accountnaam 5] @encrochat.com
Ben er kwart voor 12 godd
2020-04-02 08:39:29 [accountnaam 5] @encrochat.com
En ben wel met die maat van me moet ik ergens anders komen of gewoon bij jou ?
2020-04-02 09:07:26 [accountnaam 4] @encrochat.com
Kom maar
2020-04-02 15:01:14 [accountnaam 5] @encrochat.com
Ik kan er wel 19 naar jou brengen nu
2020-04-02 15:01:55 [accountnaam 4] @encrochat.com
Ja je mag ze brengen bij mij
2020-04-02 15:02:35 [accountnaam 4] @encrochat.com
Ik regel het wel gooi maar oo bij me als het kan
2020-04-02 17:06:56 [accountnaam 5] @encrochat.com
Zitten er 12 in die doos en 4 in did koffwr en 3 in die tas
2020-04-02 17:07:39 [accountnaam 4] @encrochat.com
Joo
2020-04-02 17:07:42 [accountnaam 4] @encrochat.com
Ik zie het
2020-04-02 17:07:47 [accountnaam 5] @encrochat.com
Oke top
2020-04-02 18:00:49 [accountnaam 4] @encrochat.com
Alles is veilig
Een proces-verbaal van bevindingen, betreft gesprek tussen [accountnaam 4] en [accountnaam 6] :
2020-05-04 11:21:15 [accountnaam 6] @encrochat.com
Had jij al nieuww ghb?
2020-05-04 11:50:15 [accountnaam 4] @encrochat.com
Joo ja heb ik
2020-05-04 11:52:17 [accountnaam 6] @encrochat.com
Top waar ophalen ? 20L
2020-05-04 12:06:54 [accountnaam 4] @encrochat.com
Haal je het bij mij op die 20l
2020-05-04 12:07:23 [accountnaam 6] @encrochat.com
Jaa is goed
2020-05-04 17:30:49 [accountnaam 6] @encrochat.com
Ghb is opgehaald en betaald
Een proces-verbaal van bevindingen, betreft encrochat tussen [accountnaam 4] en [G] :
Ik zag dat er in de periode van 4 april 2020 tot en met 28 mei 2020 een gesprek (chat) plaatsvond tussen de gebruiker van accountnaam ‘ [accountnaam 4] ’ en de gebruiker van de accountnaam ‘ [G] ’.
1-5-2020 16:36:44 [G] Bestelling morgen
1-5-2020 16:36:51 [G] 200 gbl
1-5-2020 16:37:02 [G] 100gbl
1-5-2020 16:37:14 [G] 80L kant en klaar
1-5-2020 18:04:47 [accountnaam 4] Morgen dus 300 bl en 80 hb ?
Ik zag dat ‘ [accountnaam 4] ’ de 80 liter kant en klaar kennelijk ’80 hb’ noemde. Ambtshalve weet ik dat ‘hb’ als afkorting voor de harddrug GHB wordt gebruikt. GBL is de grondstof van de harddrug GHB. Op het moment dat je GBL vervaardigt naar GHB, dan heb je het dus voor de klanten zogezegd ‘kant en klaar’.
Een proces-verbaal van bevindingen, betreft onderzoek telefoon Iphone 11 Pro ( [verdachte] ) (deel 2):
Ik zag dat er in de periode van 30-09-2020 tot en met 05-10-2020 een chat plaatsvond tussen twee personen met de namen ‘ [accountnaam 1] ’ en ‘ [accountnaam 12] ’.
4-10-2020 18:16:23 [accountnaam 12] Kan je nog kant en klaar maken
4-10-2020 20:07:32 [accountnaam 1] Ja deze week kant en klaar.
Een proces-verbaal van bevindingen, betreft onderzoek telefoon Iphone 11 Pro ( [verdachte] ) (deel 3):
Ik heb onderzoek gedaan naar de inhoud van de telefoon van verdachte [verdachte] , de betreffende Iphone 11 Pro.Ik zag onder andere ook de volgende tekst:
60 hb [G]
120 hb [G]
Inmiddels is bekend dat men met ‘hb’ de harddrug GHB bedoelt. Kennelijk heeft verdachte [verdachte] onder andere aan een persoon genaamd ‘ [G] ’ (vermoedelijk [G] ) meerdere liters GHB geleverd of voor gereserveerd.
Bewijsoverwegingen
Voorhanden hebben crystal meth
De rechtbank is van oordeel dat op basis van de chat tussen [accountnaam 4] en [accountnaam 5] en de verklaring van verdachte ter zitting wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte op 2 april 2020 19 kilo crystal meth aanwezig heeft gehad. De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat hij geen crystal meth voorhanden heeft gehad en dat het in de chat om wiet zou gaan, niet geloofwaardig. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
In bovengenoemde chat tussen verdachte (gebruikmakend van het account [accountnaam 4] ) en [accountnaam 5] wordt gesproken over
ice, waarmee volgens de verdachte de harddrug crystal meth wordt bedoeld. In die chat met [accountnaam 5] leest de rechtbank dat [accountnaam 5] meerdere malen aangeeft bepaalde hoeveelheden crystal meth te hebben. [accountnaam 5] stuurt daarbij foto’s met daarop crystal meth afgebeeld. Dat het zou gaan om wiet, wordt door de inhoud van de chat weersproken. Verdachte geeft op een gegeven moment aan dat [accountnaam 5] de 19 wel bij hem thuis mag brengen. Op basis van de daaraan voorafgaande chatberichten is de rechtbank van oordeel dat dit betrekking heeft op 19 kilo crystal meth. [accountnaam 5] legt daarna uit dat die 19 kilo is verdeeld over ‘12 in die doos, 4 in die koffer en 3 in die tas’. [accountnaam 4] antwoordt hierop dat ‘hij het ziet’ en hij sluit af met het bericht ‘alles is veilig’. Naar oordeel van de rechtbank kan het niet anders zijn dan dat verdachte hiermee bevestigt dat hij de 19 kilo crystal meth van [accountnaam 5] bij hem thuis heeft ontvangen. Daarmee heeft verdachte opzettelijk crystal meth aanwezig gehad.
Medeplegen handel in GHB
Daarnaast is de rechtbank op basis van voornoemde bewijsmiddelen van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging met [accountnaam 6] GHB heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd. Voor het medeplegen is vereist dat er sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking. Op grond van vaste jurisprudentie van de Hoge Raad kan daarvan slechts sprake zijn als de intellectuele en/of materiële bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. Bij de beoordeling of een bijdrage van voldoende gewicht is, kan de rechter onder andere rekening houden met de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte.
De rechtbank overweegt dat verdachte zelf heeft verklaard dat hij samenwerkte met [accountnaam 6] ten behoeve van de verkoop van GHB. Deze verklaring wordt ondersteund door het chatgesprek tussen verdachte ( [accountnaam 4] ) en [accountnaam 6] , waarin te lezen is dat verdachte en [accountnaam 6] de verkoop van 20L GHB met elkaar afstemmen. Met het handelen van verdachte zelf, de verkoop van de GHB en het vervoeren ervan (want de GHB is door verdachte opgehaald), is ook de eigen materiële bijdrage van voldoende gewicht gegeven.
Partiële vrijspraak
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig gemaakt heeft aan de handel in cocaïne of overige harddrugs en zal verdachte van dat onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.
Bewijsmiddelen
Bewijsmiddelen met betrekking tot criminele organisatie, hennepteelt
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 juni 2022:
Het klopt dat ik in de periode tussen 1 januari 2019 en 6 oktober 2020 samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] hennep heb geteeld. Ten behoeve van de hennepteelt heb ik een groepsapp aangemaakt met de naam ‘Het echte werk APP’ met als deelnemers [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en ik. In die app is te zien wanneer we hebben geoogst en wanneer de cycli plaatsvonden. De hennepkwekerij draaide in mijn eigen pand aan de [adres] te [woonplaats] . We hadden ongeveer 1000 hennepplanten in de kwekerij. Het hele pand was geïsoleerd. Er was afzuiging aanwezig. De aanwezige lampen werkten automatisch met een tijdsschakelaar. De voeding en het water konden we regelen door handmatig op een knop te drukken. We hebben ook geprobeerd om CO² toe te voegen. Ik kocht de hennepstekjes en regelde de knippers. Ik heb zelf ook geknipt. Ik heb de hennep zelf vervoerd en verkocht. [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en ik hebben met elkaar een verdeling voor de opbrengst van de hennephandel afgesproken. Mijn account op Wickr was ‘ [accountnaam 1] ’.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte van 16 april 2021:
V: In de Iphone 10 staat een contactpersoon opgeslagen onder de naam ' [WhatsApp naam 2] '. Wie is deze persoon?
A: [medeverdachte 2] .
Een proces-verbaal van bevindingen, betreft ‘Chat [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] ’:
Ik zag dat er in de periode van 5 januari 2019 tot en met 30 augustus 2019 een groep chat had plaatsgevonden op WhatsApp tussen [WhatsApp naam 1] , gekoppeld aan telefoonnummer [telefoonnummer] , [verdachte] (owner), gekoppeld aan telefoonnummer [telefoonnummer] , en [WhatsApp naam 2] , gekoppeld aan telefoonnummer [telefoonnummer] . Ik zag dat [verdachte] de groep chat had aangemaakt en deze groep chat de naam "Het echte werk APP" had gegeven.Ik heb uit het WhatsApp-gesprek berichten gefilterd welke sterke aanwijzingen hebben dat verdachten [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [verdachte] zich bezighielden met het inrichten van een hennepkwekerij, telen en verkopen van hennep(planten).
5-1-2019 10:52:09 [WhatsApp naam 2]
Kunnen we allemaal do starten
5-1-2019 10:52:38 [WhatsApp naam 1]
Ik waarschijnlijk niet. Savonds geen probleem
5-1-2019 10:53:17 [verdachte]
Oke ik kan wel alvast do en vrijdag
6-1-2019 16:02:01 [WhatsApp naam 1]
COMPLETE LEEGVERKOOP STEENWOL FABRIEK!! ALLE DIKTES!
6-1-2019 16:02:59 [verdachte]
Kijk is even top
6-1-2019 16:07:29 [WhatsApp naam 1]
We hebben 27 pakken nodig
6-1-2019 17:04:08 [WhatsApp naam 2]
Hebben 60 platen hout nodig ruim genomen van 1.22 x 2.44 x 18,mn
12-4-2019 17:50:38 [verdachte]
Mogguh [WhatsApp naam 1] wanneer wil jij die netten doen ik ga vandaag die stopgroei er wel op blazen vanavond om 7 uur als de pitjes uit staan ga je dan mee?
15-4-2019 09:27:06 [WhatsApp naam 1]
Foto 1 en 2
16-4-2019 08:37:52 [WhatsApp naam 2]
Hoe gaan de lampen uit?
16-4-2019 08:38:33 [WhatsApp naam 1]
Doe de groepen in de meterkast maar uit (foto 3)
15-5-2019 11:02:49 [WhatsApp naam 2]
Regel jij ff 900 kleintjes ik red dat nu niet
15-5-2019 11:25:53 [verdachte]
Zal ik ze bestellen?
15-5-2019 11:26:20 [verdachte]
We kunnen ze ook laten voor groeien Zijn ze sterk
21-5-2019 13:21:44 [WhatsApp naam 1]
Wanneer is het hakdag?
21-5-2019 13:25:44 [verdachte]
Zondag
21-5-2019 21:57:49 [verdachte]
Bouwnet beringse vuilniszakken groot strijkzakken
kilo zakken houten bakken
overallen knip knipschaar
omsnoeischaar wd40
24-5-2019 08:11:01 [WhatsApp naam 2]
[WhatsApp naam 1] wil jij vandaag of morgen een jerrycan A en B gaan halen in Breda voor de kleintjes rest heb ik genoeg ...
Ik zag dat in dit gesprek de volgende foto's werden verstuurd:
Foto 1, betreft een foto van apparatuur, waarop de waardes van de hennepkwekerij te zien zijn.
Foto 2, betreft een foto van apparatuur, waarop de waardes van de hennepkwekerij te zien zijn.
Foto 3, Ik zag dat deze foto werd gestuurd door [WhatsApp naam 1] . Ik zag dat dit een foto betrof van een meterkast. Ik zag dat [WhatsApp naam 1] het volgende in een chat stuurde: "Doe de groepen in de meterkast maar uit".
Ambtshalve is bekend dat verdachte [medeverdachte 3] elektricien is van beroep.
16-6-2019 16:05:30 [verdachte]
Ik heb heel land af gegaan oo te verkopen
16-6-2019 16:06:19 [verdachte]
Heb een bod krijg voor de rommel 2000 en voor gene wat beter was 2500
16-6-2019 16:06:49 [WhatsApp naam 2]
Ik kan de beste zakken wel verkopen
16-6-2019 16:06:53 [WhatsApp naam 1]
Kan je een kilo geven aan mij dan ga ik nog ergens langs
16-6-2019 16:10:55 [WhatsApp naam 2]
Wat kan je nou totaal vangen?
16-6-201916:11:10 [verdachte]
Totaal 52K
Een proces-verbaal van bevindingen, betreft onderzoek telefoon Iphone 11 Pro ( [verdachte] ) (deel 1):
Ik heb gekeken naar de inhoud van de chats via Wickr.Ik zag dat er op 30-9-2020 een chat plaatsvond tussen twee personen met de namen ‘ [accountnaam 1] ’ en ‘ [accountnaam 2] ’.
30-9-2020 19:50:25 [accountnaam 1] Maat ben nu heel de dag al knippen.
Ik zag dat er op 2-10-2020 een chat plaatsvond tussen twee personen met de namen ‘ [accountnaam 1] ’ en ‘ [accountnaam 3] ’.
2-10-2020 08:22:59 [accountnaam 1] Ik heb een zak wiet liggen2-10-2020 08:23:50 [accountnaam 1] Is denk wel 100g
Bewijsmiddelen met betrekking tot criminele organisatie, voorbereidingshandelingen harddrugs
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 juni 2022:
Ik had een encrotelefoon. De accountnamen [accountnaam 4] en maanoog waren mijn Encrochat-accountnamen. Ik heb wel een paar honderd liters GBL verkocht. Ik weet dat GBL een benodigde grondstof is voor het maken van GHB. Mijn opbrengst van de verkoop was 6 tot 8 euro per liter GBL. Anderen pakten hun eigen deel. Ik kocht GBL in en daarna verkocht ik het weer door. [A] (encronaam [accountnaam 7] ), in de notities genoemd ‘ [bijnaam] ’, haalde GBL naar Nederland vanuit het buitenland. Ik heb de GBL wel eens opgehaald. Ik heb een keer een adres verzorgd waar de GBL gebracht kon worden die vanuit het buitenland werd opgestuurd. Ik zat met [accountnaam 6] , genaamd [B ] , in de GBL-business. [B ] had ook klanten. Als het in de chat gaat over gb, wordt GBL bedoeld.
Een proces-verbaal van bevindingen, betreft gesprek tussen [accountnaam 4] en [accountnaam 6] :
Ik zag dat er in de periode van 30 maart 2020 tot en met 26 mei 2020 een gesprek (chat) plaatsvond tussen de gebruiker van accountnaam ' [accountnaam 4] ' en de gebruiker van de accountnaam ' [accountnaam 6] ’.
2020-03-30 17:13:31 [accountnaam 4] @encrochat.com
15 euro in ibc
2020-03-30 17:13:48 [accountnaam 4] @encrochat.com
En in jercan 16
2020-03-30 17: 13:55 [accountnaam 4] @encrochat.com
Ik ben er niet blij mee
2020-03-30 17:14:20 [accountnaam 4] @encrochat.com
Voor welke prijs kan je verkopem
2020-03-30 17:14:28 [accountnaam 6] @encrochat.com
Nee snap ik was niet de de afspraak
2020-03-30 17:14:29 [accountnaam 4] @encrochat.com
En dan heb ik het over veel verkopeen
2020-03-30 17:14:48 [accountnaam 6] @encrochat.com
24-30
2020-03-30 17:15:19 [accountnaam 6] @encrochat.com
Kan makkelijj
2020-03-30 17:15:24 [accountnaam 4] @encrochat.com
[accountnaam 4] : I need the 10l jerycan
[accountnaam 4] : Yes you pomp soo we can do it in jerycans
[accountnaam 7] : Let me check if can fix the refilling for you in 10 l cans
[accountnaam 7] : But then you need to pay me 16
[accountnaam 7] : OK?
[accountnaam 4] : 15 bro pleas
[accountnaam 4] : I need to ern allso somthing
[accountnaam 7] : I check the refilling and how long it takes
[accountnaam 4] : Okey thanks let me now
2020-03-30 17:16:16 [accountnaam 4] @encrochat.com
We krijgen dan wel meteen 9000 liter
2020-03-30 17:16:25 [accountnaam 6] @encrochat.com
Jaa die prijs maar
2020-03-30 17:17:02 [accountnaam 4] @encrochat.com
Ja ik laat het je zien want dan verdienen we niet mega veel
2020-05-11 18:13:42 [accountnaam 6] @encrochat.com
[accountnaam 8] : Voor hoeveel doe jij nu bl weg maat
[accountnaam 8] : Zeg 100 a 200l
[accountnaam 8] : Welke prijzen hanteer jij
2020-05-11 18:14:08 [accountnaam 6] @encrochat.com
Wat zal ik hierop zeggen? Hij weet dus niet dat wij het samen doen
2020-05-11 18:14:29 [accountnaam 4] @encrochat.com
Ja idd ja
2020-05-11 18:15:02 [accountnaam 6] @encrochat.com
Wat zal ik abtwoorden?
2020-05-11 18:15:12 [accountnaam 4] @encrochat.com
Je mag van mij zeggem dat we samen doen
2020-05-11 18:15:18 [accountnaam 4] @encrochat.com
Is ook zo
2020-05-11 18:15:32 [accountnaam 6] @encrochat.com
Ja idd
Een proces-verbaal van verhoor verdachte op 16 april 2021:
V: Wat voor een telefoon heeft u?
A: Een apple 11 pro.
V: Wat voor een telefoon had u daar voor?
A: Een Iphone 11 Pro ook.
V: En daarvoor?
A: Apple.
0: Uit onderzoek is gebleken dat u gebruik maakte van een lphone 11 Pro, en daarvoor van een lphone 10.
V: Klopt dat?
A: Zou kunnen ja. Volgens mij degene die jullie hebben meegenomen.
Een proces-verbaal van bevindingen, betreft onderzoek notitie ‘Geld’, met als bijlage ‘Rapportage notitie ‘Geld’’:
Ik heb nader onderzoek gedaan naar data van de Iphone, gekoppeld aan de desktop van de computer die stond in het kantoor van de woning aan de [adres] te [woonplaats] . Tijdens het onderzoek in de data heb ik gekeken naar het kopje ‘Notes’ (notities). Ik zag dat één van de notities als titel ‘Geld’ heette. Ik zag dat deze notitie was aangemaakt op 19-3-2018.
Title: Geld
[bijnaam]
1250 tel
24000 betaalt 21-12
30000
60000
20000 betaalt 15-02
40000 betaalt 25-02
[B ]
maart, april, mei 1000
Nieuw contract
1500 betaalt Jun
1500 betaalt Julie
1500 betaalt aug
1500 betaalt sep
1500 betaalt okt
1500 betaalt nov
1500 betaalt dec
Een proces-verbaal van bevindingen, betreft onderzoek telefoon Iphone 11 Pro ( [verdachte] ) (deel 3):
Ik zag onder het kopje notities dat verdachte [verdachte] meerdere notities in zijn telefoon had aangemaakt. Ik zag dat één van deze notities de titel 'BL Nieuw’ had. Uit het onderzoek is gebleken dat men met BL de stof GBL bedoeld. Ik zag dat deze notitie was aangemaakt op 8 september 2020. Eerder in dit onderzoek werd tijdens de doorzoeking van 6 oktober 2020 een factuur aangetroffen van GBL. Opvallend is dat op deze factuur de aanschaf van ‘20T’ GBL stond. Ook is opvallend dat deze factuur op 7 september 2020 is getekend.
Ik zag dat er in de notitie onder andere de volgende tekst stond:
[accountnaam 9] : Bl nieuw
-20 [accountnaam 8]
-300 [C]
-110 [D]
5520
Ik zag er een opsomming was gemaakt van meerdere aantallen, met daar achter de naam voor wie het was. Ik zag dat er onder aan de rij het aantal 5520 stond. Ik heb vervolgens de aantallen in het rijtje bij elkaar opgeteld. Ik zag dat 5520 het totaal bedrag was.Ik zag dat er bij notitie ‘BL Nieuw’, Modified 30-09-2020 stond. Dit houdt in dat deze notitie voor het laatst is gewijzigd op 30 september 2020.
‘Bl’
Ik zag in de notitie nog een notitie die mijn aandacht wekte. Ik zag deze notitie de titel ‘Bl’ had.
50 [E]
1500 [accountnaam 8]
100 [F]
220 [accountnaam 10]
60 [accountnaam 11]
80 [accountnaam 11]
10 [G] .
50 [E]
30 [H]
Ik zag dat deze notitie kennelijk weer een opsomming was van aantallen liters GBL die verdachte [verdachte] aan diverse personen had geleverd of gereserveerd. Ik zag dat er meerdere malen namen stonden van ‘ [G] ’ of ‘ [G] , of namen die mogelijk iets verkeerd geschreven waren. [G] is, zoals in eerdere processen-verbaal van bevindingen bleek, een grote afnemer van GBL bij verdachte [verdachte] . Ik zag onder andere ook de volgende tekst:
60 hb [G]
10 [G]
480 [accountnaam 8]
160 [accountnaam 11]
150 [G]
120 hb [G]
Ik zag dat er meerdere malen ‘hb’ genoemd werd achter een aantal. Inmiddels is bekend dat men met ‘hb’ de harddrug GHB bedoeld. Kennelijk heeft verdachte [verdachte] onder andere aan een persoon genaamd ‘ [G] ’ (vermoedelijk [G] ) meerdere liters GHB geleverd of voor gereserveerd.
Een proces-verbaal van bevindingen, betreft encrochat tussen [accountnaam 4] en [G] :
Ik, Van Ginkel, zag dat er in de periode van 4 april 2020 tot en met 28 mei 2020 een gesprek (chat) plaatsvond tussen de gebruiker van accountnaam ‘ [accountnaam 4] ’ en de gebruiker van de accountnaam ‘ [G] ’.
30-04-2020 21:75:35 [G] @encrochat.com Oke zaterdag heb ik 2 orders denk ik
30-04-2020 21:25:49 [accountnaam 4] @encrochat.com Oke oke
30-04-2020 21:25:53 [G] @encrochat.com Mijn vaste klant voor 70 kant en klaar
30-04-2020 21:26:08 [G] @encrochat.com En 100L BL en 10 kant en klaar
30-04-2020 21:27:47 [accountnaam 4] @encrochat.com Ik heb mega veel
01-05-2020 16:36:44 [G] @encrochat.com Bestelling morgen
01-05-2020 16:36:51 [G] @encrochat.com 200 gbl
01-05-2020 16:37:02 [G] @encrochat.com 100gbl
01-05-2020 16:37:14 [G] @encrochat.com 80L kant en klaar
01-05-2020 18:04:47 [accountnaam 4] @encrochat.com Morgen dus 300 bl en 80 hb ?
Ik zag dat ‘ [accountnaam 4] ’ de 80 liter kant en klaar kennelijk '80 hb’noemde. Ambtshalve weet ik dat ‘hb’ als afkorting voor de harddrug GHB wordt gebruikt. GBL is de grondstof van de harddrug GHB. Op het moment dat je GBL vervaardigt naar GHB, dan heb je het dus voor je klanten zogezegd ‘kant en klaar’.
02- 05-2020 09:32:32 [accountnaam 4] @encrochat.com Ik bericht me maat of die die 80l gemaakt wil brengen
Een proces-verbaal van bevindingen, betreft locatie [adres] te [woonplaats] , met als bijlage 1 ‘de factuur’:
Op 6 oktober 2020 vond er op het terrein en in de woning van het adres [adres] te [woonplaats] een doorzoeking plaats. Tijdens de doorzoeking werd er in het kantoor van de woning een factuur aangetroffen, van een bedrijf genaamd ' [bedrijf] '. Ik zag dat er op deze factuur de tekst 'Gamma-butyrolacton' stond. Ik weet ambtshalve dat dit een grondstof is om de harddrug GHB van te maken en dat hiervoor vaak de afkorting GBL gebruikt wordt. Ik zag dat er achter deze tekst '20T' stond. Dit zou er op kunnen duiden dat het mogelijk over 20 ton zou kunnen gaan. Ik zag dat er op de factuur een Nederlands adres genoemd stond, namelijk ' [adres] [woonplaats] '.Kennelijk stond er op voornoemde factuur van GBL het adres van de opa van [verdachte] als afleveradres genoemd.
Bewijsoverwegingen
Juridisch kader criminele organisatie
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij heeft deelgenomen aan een organisatie als bedoeld in artikel 11b van de Opiumwet (Ow). Een organisatie in de zin van voormeld artikel is een samenwerkingsverband tussen twee of meer personen met een zekere duurzaamheid en structuur. Dit kan blijken uit een onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie. Het oogmerk van deze organisatie moet gericht zijn op het plegen van misdrijven als bedoeld in de Opiumwet. Voor een bewezenverklaring is voldoende dat het plegen van misdrijven door de organisatie wordt beoogd. Om van deelneming in de zin van artikel 11b Ow te kunnen spreken is vereist dat verdachte tot het samenwerkingsverband behoort en dat hij een aandeel heeft in – of ondersteuning geeft aan – gedragingen die strekken tot óf rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. In het bestanddeel deelneming aan een organisatie ligt tevens het opzet van verdachte besloten. Verdachte moet in zijn algemeenheid weten dat de organisatie het plegen van misdrijven beoogt.
Criminele organisatie hennepteelt
De rechtbank leidt uit voornoemde bewijsmiddelen ten aanzien van de hennepteelt een structurele samenwerking van aanzienlijke duur en rolverdeling af tussen verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . Zo was verdachte verantwoordelijk voor onder meer het aankopen en aanleveren van de stekjes en het knippen van de hennep. [medeverdachte 3] hield zich bezig met de elektriciteit. Uit de whatsappgesprekken uit de ‘het echte werk’-app volgt dat verdachte veelvuldig contact heeft met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] over de gang van zaken rondom de hennepkwekerij. Uit de afgesproken winstverdeling leidt de rechtbank af dat het uiteindelijke doel van verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] was om de gekweekte en geknipte hennep te verkopen met het oog op financieel gewin. De communicatie in de groepschat ‘Het echte werk APP’ gaat ook over de prijzen waarvoor de hennep verkocht kan worden. Het doel van de organisatie was dus gericht op het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 11 van de Opiumwet.
Op grond van alle hiervoor genoemde omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat verdachte samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] heeft deelgenomen aan een structureel en duurzaam samenwerkingsverband, dat zich richtte op het opzettelijk bewerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en aanwezig hebben van hoeveelheden hennep (artikel 11 Opiumwet). Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat verdachte een aandeel heeft gehad in gedragingen die strekten tot de verwezenlijking van het binnen die organisatie bestaande oogmerk, te weten de handel in hennep. Daarmee komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van de ten laste gelegde deelneming aan een criminele organisatie in de periode tussen 1 januari 2019 tot en met 6 oktober 2020.
De rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat [medeverdachte 1] deelnam aan de criminele organisatie, nu onvoldoende uit het dossier is gebleken dat zij een wezenlijke bijdrage heeft geleverd dan wel ondersteuning gaf aan gedragingen die strekten tot de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
Criminele organisatie voorbereidingshandelingen harddrugs
Ten aanzien van de werkwijze die verdachte hanteerde ten aanzien van de handel in GBL is de rechtbank van oordeel dat ook hier sprake is van een structureel en duurzaam samenwerkingsverband. De rechtbank licht dit als volgt toe.
Verdachte werkte in het kader van de handel in GBL (een belangrijke grondstof voor de productie van GHB) samen met in ieder geval één ander, te weten [B ] ( [accountnaam 6] ). Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte GBL inkocht bij een zekere [accountnaam 7] , in zijn aantekeningen aangeduid als “ [bijnaam] ” en door verdachte op de terechtzitting [A] genoemd. De ingekochte GBL werd vervolgens door verdachte tegen een hogere prijs in Nederland verkocht door verdachte in nauwe en bewuste samenwerking met [B ] ( [accountnaam 6] ). Verdachte was als tussenpersoon betrokken bij de invoer van GBL, zoals volgt uit de factuur voor de levering van GBL vanuit het buitenland op het adres van de opa en oma van verdachte in Nederland. Uit de chat tussen verdachte en [accountnaam 6] blijkt dat zij veelvuldig contact hadden over de verkoop van de GBL, waaronder het afstemmen van de in- en verkoopprijzen. De rechtbank leidt uit die chat verder af dat verdachte en [accountnaam 6] als samenwerkingsverband naar buiten traden, namelijk richting een (mogelijke) afnemer van GBL met Encronaam ‘ [accountnaam 8] ’. Deze persoon mocht worden verteld dat zij “het samen doen”, wat ook zo is, chat verdachte. Verdachte heeft verder verklaard dat er sprake was van een winstverdeling. De rechtbank gaat ervan uit, mede gelet op de tenaamstelling, dat de notities van verdachte betrekking hebben op zijn handel in GBL. Die notities duiden naar oordeel van de rechtbank eveneens aan hoe grootschalig de handel van verdachte en zijn medeverdachte is geweest. Uit alles blijkt dat verdachte samen met anderen uit was op financieel gewin door het in georganiseerd verband plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 10a van de Opiumwet.
Op grond van alle hiervoor genoemde omstandigheden is de rechtbank dan ook van oordeel dat verdachte samen met in ieder geval een ander heeft deelgenomen aan een structureel en duurzaam samenwerkingsverband, dat zich richtte op het opzettelijk voorbereiden van de handel in harddrugs (artikel 10a Opiumwet). Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat verdachte een aandeel heeft gehad in gedragingen die strekten tot de verwezenlijking van het binnen die organisatie bestaande oogmerk, te weten de handel in harddrugs. Daarmee komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van de ten laste gelegde deelneming aan een criminele organisatie in de periode tussen 1 januari 2019 tot en met 6 oktober 2020.
Ook ten aanzien van deze criminele organisatie is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat [medeverdachte 1] deelnam aan de criminele organisatie.
Bewijsmiddelen
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder 2 ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 juni 2022;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 3 november 2020, met fotobijlagen, genummerd PL0900-2020325487-8, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, houdende een onderzoek in het kader van de Wet Wapens en Munitie, doorgenummerde pagina’s 126 en 127.
Bewijsmiddelen
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 juni 2022:
Ik heb de envelop met een bedrag van € 1.490 in contanten, die op het nachtkastje in mijn slaapkamer lag, gekregen uit de verkoop van GBL. Samen met mijn partner [medeverdachte 1] heb ik sinds 2018 (dus ook in 2019 en 2020) structureel een gedeelte van de omzet van mijn kaashandel, ongeveer 15%, afgeroomd. Wij hielden dit bij in een paars kinderschriftje waarin we de omzetten per week per markt opschreven. [medeverdachte 1] gaf het afgeroomde deel van de weekomzet aan mij en ik stopte het geld in de poef in de woonkamer van mijn woning in [woonplaats] . Dit betekent dat ik een gedeelte van 15% van de omzet niet heb opgenomen in mijn bedrijfsadministratie en ook niet heb opgegeven bij de Belastingdienst, zodat ik daar geen belasting over hoefde te betalen. De aangifte inkomstenbelasting voor 2018 had ik al gedaan, waarbij ik een deel van 15% van de jaaromzet dus niet als omzet heb aangegeven.
Een proces-verbaal van bevindingen, betreft analyse overig administratief beslag, met als bijlage ‘paars schrift met pucca code’:
Op 6 oktober 2020 vond een doorzoeking plaats aan de [adres] te [woonplaats] . Tijdens deze doorzoeking werd een paars schrift met pucca in beslag genomen.Het betreft 16 beschreven pagina's. Per pagina wordt een overzicht gegeven in een soort handgeschreven kolom.Uit de opgeschreven getallen volgt voor het jaar 2018 (weeknummers 1 tot en met 52) een omzet van totaal € 567.787,13.
Een proces-verbaal van bevindingen:
Op 6 oktober 2020 zag ik, verbalisant, in de woning op het perceel [adres] te [woonplaats] , aan de voorzijde van de woonkamer van verdachte een goud gekleurde poef/bank staan. Ik zag en voelde dat dit voorwerp een opening aan de bovenzijde had. In deze poef zag ik een groot aantal verpakkingen geld liggen. Het briefgeld was verpakt in verschillende pakketten. Tijdens het tellen van het geld hoorden wij verdachte zeggen dat de pakketten geld verpakt zouden moeten zijn in pakketten van honderd briefjes. Bij het tellen constateerden wij dat het inderdaad ging om stapeltjes van 100 geldbiljetten.
Een proces-verbaal van bevindingen, met als bijlage een overzicht van de inbeslaggenomen goederen tijdens de doorzoeking in de woning aan [adres] te [woonplaats] :
Slaapkamer nachtkastje bovenste lade € 990
slaapkamer sporttas (hing aan staande kapstok) € 1.000
slaapkamer in rechterbroekzak (mannen broek) € 4.335
Woonkamer in Hocker € 39.950
Woonkamer in Hocker € 65.000
Woonkamer in Hocker € 100.000
Woonkamer in Hocker € 18.150
Kantoor op bureau € 2.000
Kantoor op bureau € 2.000
Kantoor in dressoir € 3.075
Bewijsoverwegingen
Eenvoudig witwassen
Voor een bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde witwassen dient komen vast te staan dat verdachte een goed voorhanden heeft gehad dat onmiddellijk afkomstig is uit enig (eigen) misdrijf van verdachte. Op basis van voornoemde bewijsmiddelen overweegt de rechtbank dat een bedrag van € 1.490 afkomstig is uit de handel in GBL van verdachte, welke handel onder feit 3 bewezen is verklaard in het kader van deelneming aan de criminele organisatie die gericht is op het plegen van misdrijven in de zin van artikel 10 derde en vijfde lid Opiumwet. Daarmee is de criminele herkomst van dat bedrag gegeven, hetgeen verdachte ook bekent. Verdachte heeft aldus een bedrag van € 1.490 witgewassen. Gelet op het feit dat verdachte het bedrag van € 1.490 enkel heeft verworven dan wel voorhanden heeft gehad, zal de rechtbank het feit kwalificeren als eenvoudig witwassen. Het medeplegen van dit geldbedrag met een of meer anderen acht de rechtbank niet bewezen.
Ten aanzien van het overige in de woning aangetroffen contante geld, het bedrag van in totaal € 236.500,-, heeft de verdediging – onder verwijzing naar bijlage 2 bij de pleitnotitie – weergegeven dat dit voor het overgrote deel voortkomt uit het vanaf 1 januari 2018 door verdachte en [medeverdachte 1] afromen van de omzet van de kaashandel. Volgens de verdediging werd de daadwerkelijke omzet per week per verkooplocatie weergegeven in het Pucca schriftje. Van de contante omzet werd niet alles afgestort op de bankrekening. In het kasboek werd slechts (om en nabij) vermeld wat er op de bankrekening contant werd afgestort. Het restant van de contante omzet werd niet in de administratie verwerkt. Het verschil tussen de totaalomzetten zoals vermeld in het Pucca schriftje over de jaren 2018 – 2020 en de in de administratie opgenomen omzet beloopt € 232.812,76. Over de aldus afgeroomde bedragen werd geen omzetbelasting betaald en de winst werd door het niet registreren van omzet zodanig gedrukt dat door verdachte veel minder inkomstenbelasting werd afgedragen.
De rechtbank is van oordeel dat deze verklaring concreet, verifieerbaar en niet hoogst onaannemelijk is. Dit oordeel is tot stand gekomen na een wat ongebruikelijk procesverloop. Tot de inhoudelijke behandeling op 16 juni 2022 was het einddossier 09FOORT (het financieel onderzoek naar verdachte) niet bij de processtukken gevoegd. Tijdens de inhoudelijke behandeling hebben alle partijen ingestemd met het voegen van deze stukken bij de processtukken. Eerder, zoals bij de verhoren door de rechter-commissaris, beschikte de rechtbank dus niet over deze stukken. Tijdens de inhoudelijke behandeling verklaarde verdachte aanvankelijk dat het afromen van de omzetten plaatsvond vanaf 2018 en dat dit niet plaatsvond in 2017. Dit sluit aan bij de verklaring van [medeverdachte 1] d.d. 28 september 2021 bij de rechter-commissaris:
“
Wordt alles opgegeven bij de fiscus?
A: Eerst altijd wel, maar de laatste anderhalf/twee jaar haalden we er wel eens wat uit en gaven we dat niet op bij de belastingdienst. Er gaat wel structureel wat uit. We zetten dat niet in de computer.
Deden jullie dat altijd?
Elke week, ja.
Waarom deed u dat?
Het werd me gevraagd en ik denk dat het is om minder belasting te betalen.”
Gelet op de verklaring van verdachte ter terechtzitting en de verklaring van [medeverdachte 1] bij de rechter-commissaris, heeft de rechtbank verdachte geconfronteerd met de jaarstukken van zijn onderneming, meer specifiek het meerjarenoverzicht op pagina 126 en de winst- en verliesrekening op pagina 129 van het einddossier 09FOORT. Hieruit volgt dat de brutomarge (omzet minus inkoopwaarde van de omzet, uitgedrukt als percentage van de omzet) in de jaren van 2015 tot en met 2018 stijgt van ongeveer 30% naar ongeveer 33%, waarbij er van 2017 op 2018 in dit percentage geen noemenswaardige verandering te zien is. Door het invoeren van de zoekterm “brutomarge kaashandel” op Google kreeg de rechtbank ter zitting een beeld van de gemiddelde marges in de branche. Over de jaren 2015 – 2018 wijzigde de gemiddelde brutomarge in de kaashandel branche als geheel over deze jaren niet noemenswaardig.
Indien de genoemde verklaringen van verdachte en [medeverdachte 1] juist zouden zijn, dan zou de brutomarge over 2017, een jaar waarin volgens verdachte en [medeverdachte 1] géén omzet uit de boeken werd gehouden, flink hoger moeten zijn dan de brutomarge over 2018 (een jaar waarin dit wel op grote schaal gebeurde). Verdachte heeft ter zitting bevestigd dat de werkelijke brutomarge over 2018 veel hoger is dan uit de oorspronkelijke boekhouding (p. 126 en 129 dossier 09Foort) volgt, maar heeft het verschil met 2017 (dan wel het ontbreken van een verschil in de in het dossier gevoegde boekhouding) niet kunnen verklaren.
Tijdens pleidooi is door de verdediging niet op dit punt ingegaan, maar is wel een beroep gedaan op de inkeerregeling van artikel 69 Algemene Wet Rijksbelastingen (AWR). Bij repliek heeft de officier van justitie onder meer aangevoerd dat de verdediging haar stelling dat verdachte over 2018 gebruik heeft gemaakt van de inkeerregeling niet met stukken heeft onderbouwd. Tussen repliek en dupliek heeft de rechtbank verdachte nogmaals voorgehouden dat zijn verklaring dat pas vanaf 2018 omzetten werden afgeroomd problematisch is en daarmee minder geloofwaardig. De rechtbank heeft benoemd dat er vanuit de administratie twee scenario’s plausibel zijn, ofwel er werd in 2018 en daarna geen omzet afgeroomd, ofwel dit afromen vond wel plaats, maar dan ook in de voorafgaande jaren, gelet op de vrijwel gelijkblijvende trend in de brutomarge over die jaren in de administratie, die aansluit bij de trend qua brutomarge in de gehele kaasbranche tussen 2015 en 2018. Na een korte onderbreking voor overleg met de boekhouder, heeft de raadsvrouw van verdachte de gecorrigeerde aangifte inkomstenbelasting over 2018 (gedateerd 15 juni 2022) aan de rechtbank en de officier van justitie toegezonden per e-mail, waarin tevens was bijgevoegd de gecorrigeerde jaarrekening over 2018. Uit deze gecorrigeerde jaarrekening over 2018 is inderdaad een veel grotere brutomarge te herleiden dan de brutomarge uit de oorspronkelijke stukken (de omzet is immers fors verhoogd met het afgeroomde contante geld, de inkoopwaarde blijft gelijk). Deze gecorrigeerde brutomarge is ook fors hoger dan de uit de administratie te herleiden brutomarge over het jaar 2017. Het verschil tussen 2017 en 2018 zou volgens de verdediging deels zijn te verklaren door een prijsverhoging, gecombineerd met toegenomen inkoopvoordeel in verband met hogere inkoopvolumes. Deels zou het verschil volgens de verdediging ook zijn te verklaren doordat er ook in 2017 al contante geldbedragen niet in de administratie werden verwerkt, echter niet zo grootschalig en structureel als vanaf 2018 het geval was.
Het is met name vanwege deze laatste opmerking vanuit de verdediging dat de rechtbank de verklaring van verdachte omtrent de herkomst van het contante geld dat in diens woning is aangetroffen aannemelijk acht. Het is op voorhand al niet heel aannemelijk dat met ingang van 1 januari 2018 er van de één op de andere dag een praktijk ontstaat van een goed bijgehouden schaduwboekhouding waarin omzetten worden geregistreerd voordat ze worden afgeroomd. Dit is nog minder aannemelijk als de administratie doet vermoeden dat sprake is van een ook al voor 2018 bestaande praktijk. Dat een bepaalde mate van belastingontduiking over de periode vóór 2018 door de verdediging is erkend, maakt dat de administratie van verdachte beter kan worden begrepen. De gecorrigeerde jaarrekening over 2018 sluit ook aan bij de omzetten, zoals verantwoord in het paarse Pucca schriftje, waardoor aannemelijk wordt dat dit ook werkelijk de behaalde omzetten zijn geweest. Het is dan ook niet onaannemelijk dat het in de woning aangetroffen contante geldbedrag van € 236.500,- voor het overgrote deel afkomstig is uit afgeroomde weekomzetten van de kaashandel van verdachte. Dit leidt de rechtbank tot het volgende.
Voor wat betreft de omzet van de kaashandel van € 85.168,07 (15% van € 567.787,13) die verdachte niet heeft opgegeven in zijn aangifte inkomstenbelasting over 2018 geldt dat dit bedrag afkomstig is uit enig eigen misdrijf van verdachte, namelijk het in artikel 69 van de AWR strafbaar gestelde delict, inhoudende het opzettelijk onjuist indienen van een bij de belastingwet voorziene aangifte.Verdachte heeft dit geld verworven met zijn kaashandel en voorhanden gehad door het te bewaren in de poef (hocker) in de woonkamer. Verdachte heeft aldus een bedrag van € 85.168,07 witgewassen. Gelet op het feit dat verdachte geen verhullings- of verbergingshandelingen heeft verricht, zal de rechtbank het feit kwalificeren als eenvoudig witwassen.
Van een succesvol beroep op de inkeerregeling van artikel 69 AWR kan geen sprake zijn. Artikel 69, derde lid van de AWR bepaalt dat het recht op grond van dat artikel vervalt indien de schuldige alsnog een juiste en volledige aangifte doet vóórdat hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat – kort gezegd – deze onjuistheid of onvolledigheid bij de Belastingdienst bekend zal worden. Verdachte heeft niet vrijwillig alsnog de verzwegen omzetten opgegeven bij de Belastingdienst; dit is een direct gevolg van de inbeslagname door de politie van zowel de administratie van verdachte als diens schaduwboekhouding (het Pucca schriftje met werkelijke weekomzetten) in het kader van een onderzoek ter zake witwassen. Hij had derhalve op grond van deze inbeslagname redelijkerwijs moeten vermoeden dat de verzwegen omzet bekend zou worden bij de Belastingdienst.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte het bedrag van € 85.168,07 heeft witgewassen tezamen en in vereniging met zijn partner [medeverdachte 1] . Het afromen van 15% van de omzet gebeurde in overleg tussen verdachte en zijn partner. Zij waren beiden op de hoogte van deze werkwijze. [medeverdachte 1] hield de bedrijfsadministratie en de omzet bij en gaf het bedrag in contanten vervolgens aan verdachte, die het geld wegstopte in de poef in de woonkamer.
Partiële vrijspraak
Voor het resterende bedrag dat overblijft van het ten laste gelegde bedrag (€ 151.341,93) is de rechtbank van oordeel dat niet onaannemelijk is dat dit ook voor het overgrote deel voortvloeit uit niet in de administratie verwerkte afgeroomde weekomzetten van de kaashandel.
Op basis van de verklaring van verdachte kan echter niet tot eenzelfde redenering worden gekomen als ten aanzien van het hiervoor besproken bedrag van € 85.168,07, nu verdachte de aangiften inkomstenbelasting voor 2019 en 2020 nog niet heeft ingediend. De verdediging heeft aangegeven dat bij de aangifte inkomstenbelasting over 2019 en 2020 van de werkelijke omzet zal worden uitgegaan. De rechtbank gaat ervan uit dat naar aanleiding van die aangiften dan tevens de te weinig betaalde omzetbelasting over 2019 en 2020 zal worden afgedragen. Op basis van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat het bedrag van € 151.341,93 niet uit enig (eigen) misdrijf afkomstig is. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van witwassen voor dit bedrag.