ECLI:NL:RBMNE:2022:2607
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Uitschrijving uit de Basisregistratie Personen (BRP) en de voorwaarden voor ambtshalve uitschrijving
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 13 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [plaats]. Eiser was ambtshalve uitgeschreven uit de Basisregistratie Personen (BRP) naar 'Land Onbekend' met ingang van 26 mei 2021. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 13 juni 2022, waar eiser en zijn gemachtigde niet aanwezig waren, heeft de rechtbank het beroep behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de voorwaarden voor ambtshalve uitschrijving is voldaan. Eiser had niet meer op het adres waar hij ingeschreven stond gewoond en er was geen adreswijziging of vertrek aangifte gedaan. De rechtbank oordeelde dat de gemeente voldoende onderzoek had gedaan naar de verblijfplaats van eiser, maar dat er geen informatie was verkregen die zou kunnen leiden tot het achterhalen van zijn verblijfplaats.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de beslissing van het college om eiser uit te schrijven uit de BRP in stand blijft. Eiser had verzocht om vrijstelling van het griffierecht vanwege betalingsonmacht, en dit verzoek is door de rechtbank toegewezen. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.