Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiseres sub 1] ,
[eiseres sub 1],
[eiseres sub 2] q.q., in haar hoedanigheid van bewindvoerster,
Zilveren Kruis,
1.De procedure
- de dagvaarding, met producties 1 t/m 7,
- de conclusie van antwoord, met producties 1 t/m 18,
- de akte overlegging producties van Zilveren Kruis, met producties 19 en 20.
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De vordering van [eiseres sub 1] en het verweer van Zilveren Kruis
4.De beoordeling
‘verminkingen die het gevolg zijn van een ziekte, ongeval of geneeskundige verrichting’. Uit het standpunt van Zorginstituut Nederland [1] van 22 maart 2010 volgt dat er een ‘verminking’ in de zin van de Bzv aanwezig is als bij een man-vrouw transseksueel sprake is van een
passabiliteitsprobleem. Daarvan spreekt men als een man-vrouw transseksueel vanwege het (nog altijd aanwezige) mannelijke gelaat, niet als vrouw wordt herkend, waardoor mensen in het voorbijgaan een schrikreactie vertonen of bevreemd of niet respectvol reageren. Bij de toetsing van ingrepen bij man-vrouw transseksuelen aan het criterium verminking komt het erop neer dat bekeken zal moeten worden of het uiterlijk van de transseksueel na de geslachtsveranderende operatie zo mannelijk is dat dit bij vrouwen in het algemeen niet voorkomt en in het dagelijks leven zo opvallend is dat er bij derden bijvoorbeeld een schrikeffect ontstaat. Een in de praktijk ontwikkelde scorelijst – een zogenoemde ‘uiterlijke kenmerkenlijst’ – kan als hulpmiddel dienen om na te gaan welk onderdeel of welke onderdelen in het gelaat het passabiliteitsprobleem veroorzaken en voor chirurgische correctie in aanmerking komen. Inmiddels zijn er signalen dat zorgverzekeraars en zorgaanbieders de uiterlijke kenmerkenlijst niet meer gebruiken. Zorgverzekeraars Nederland en de VAV Werkgroep plastische chirurgie werken nu samen met het Zorginstituut aan een aanpassing van het beoordelingskader. Het Zorginstituut geeft als volgt aan hoe in de tussentijd het passabiliteitsprobleem vastgesteld moet worden: ”Het Zorginstituut is van mening dat in de tussentijd de motivering door de behandelaar in de aanvraag, ondersteund met beeldmateriaal, als uitgangspunt moet worden genomen voor het vaststellen van een passabiliteitsprobleem. Bij voorkeur wordt in de aanvraag duidelijk omschreven waarom sprake is van een passabiliteitsprobleem bij de verzekerde, wat het probleem veroorzaakt en op welke manier de aangevraagde ingreep of ingrepen zullen leiden tot verbetering van het passabiliteitsprobleem. De gelaatskenmerken waar het voornamelijk om draait zijn kin, neus, kaak/kaaklijn en voorhoofd” (advies van 22 juni 2021).
voor zover de verzekerde daarop naar inhoud en omvang redelijkerwijs is aangewezen’. Uit eerdergenoemd standpunt van Zorginstituut Nederland volgt dat als het gaat om aangezichtscorrecties in verband met een transitietraject, als uitgangspunt kan worden genomen dat een verzekerde transseksueel in beginsel ‘op de zorg is aangewezen’ indien er sprake is van een passabiliteitsprobleem. Dit komt in wezen dus neer op dezelfde toets als de toets voor de vergoeding voor plastisch chirurgische aard. De vraag of sprake is van een passabiliteitsprobleem, vormt dan ook de kern van het geschil: [eiseres sub 1] stelt dat daar sprake van is, hetgeen Zilveren Kruis betwist.
(…) Zij leeft nu al enige tijd als vrouw. Desondanks is mevrouw erg onzeker over de nog aanwezige mannelijke trekken in het gelaat. Hierdoor is patient regelmatig slachtoffer van discriminatie en verbaal geweld, waardoor klachten van angst en depressiviteit en patiënte ernstig beperkt wordt in haar dagelijks functioneren. Derhalve is faciale feminisatie belangrijk in het kader van de passabiliteit en hierin het psychosociale en economisch functioneren als vrouw voor mw [eiseres sub 1] , hetgeen los staat van de geslachtsaanpassende operatie die zij nog zal ondergaan.”
5.De beslissing
27 juli 2022voor uitlating door [eiseres sub 1] zoals hiervoor in 4.10 beschreven;