ECLI:NL:RBMNE:2022:2359
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen evenementenvergunning
In deze zaak heeft eiser, een bewoner, beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn bezwaar tegen de evenementenvergunning die op 1 juli 2021 was verleend aan een evenementenmanagementbedrijf voor een evenement dat plaatsvond van 3 tot 18 juli 2021. Eiser stelde dat het geluid van het evenement, met name de bastonen, een ernstige belasting vormde voor de omligende woningen, die monumentaal zijn en minder goed geïsoleerd. Eiser had eerder bezwaar gemaakt tegen de publicatie van de aanvraag voor de evenementenvergunning, maar het college verklaarde dit bezwaar prematuur omdat de vergunning pas na de aanvraag was verleend. Eiser stelde dat hij belang had bij de behandeling van zijn bezwaar, omdat hij vreesde dat de gang van zaken zich in 2022 zou herhalen.
De rechtbank heeft het beroep op 25 mei 2022 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van het evenementenmanagementbedrijf en een theater. De rechtbank heeft de behandeling geschorst in afwachting van een mogelijke gewijzigde aanvraag voor een evenementenvergunning in 2022. Na ontvangst van het bericht over de gewijzigde aanvraag heeft de rechtbank het onderzoek gesloten zonder een tweede zitting.
De rechtbank oordeelde dat eiser geen procesbelang had bij zijn bezwaar, omdat het evenement in 2021 al had plaatsgevonden en er geen garantie was dat het evenement in 2022 op dezelfde wijze zou plaatsvinden. De rechtbank concludeerde dat het college terecht het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard, omdat er geen herhaling van het evenement was aangetoond. Eiser kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd openbaar gedaan op 22 juni 2022.