ECLI:NL:RBMNE:2022:218
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de ingangsdatum van de AIO-aanvulling
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 6 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over de ingangsdatum van de AIO-aanvulling. Eiseres, die een aanvullende inkomensvoorziening voor ouderen (AIO-aanvulling) heeft aangevraagd, is het niet eens met de door de SVB vastgestelde ingangsdatum van 3 augustus 2020. Eiseres stelt dat de AIO-aanvulling eerder, namelijk in januari 2017 of op 8 december 2019, had moeten ingaan. Ze voert aan dat ze in januari 2017 onjuist is voorgelicht door een medewerker van de SVB, waardoor ze geen aanvraag heeft kunnen indienen. Eiseres heeft in oktober 2021 beroep ingesteld tegen het besluit van de SVB, waarin haar bezwaar ongegrond werd verklaard.
Tijdens de zitting op 6 oktober 2021 heeft eiseres haar standpunt toegelicht, bijgestaan door haar gemachtigde. De SVB heeft zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. De rechtbank heeft overwogen dat de SVB terecht heeft gesteld dat de AIO-aanvulling alleen met terugwerkende kracht kan worden toegekend in bijzondere omstandigheden. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij in januari 2017 onjuiste informatie heeft ontvangen, en dat er geen bewijs is voor het bestaan van een telefoongesprek waarin zij om een aanvraagformulier zou hebben gevraagd.
De rechtbank concludeert dat de SVB de ingangsdatum van de AIO-aanvulling op 3 augustus 2020 terecht heeft vastgesteld. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.