ECLI:NL:CRVB:2022:2334
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 november 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 22/536 PW. Het hoger beroep was ingesteld door appellante, vertegenwoordigd door mr. S. Maachi, advocaat. De zaak betreft een geschil over de betaling van griffierecht in het kader van een eerder beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 6 januari 2022. De gemachtigde van appellante is herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht van € 136,- tijdig te betalen. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet binnen de gestelde termijn voldaan. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat er geen reden is om aan te nemen dat appellante niet in verzuim is geweest. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk behandeld zal worden. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter E.C.R. Schut, in aanwezigheid van griffier J.E. Eikelenboom, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.