4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Uit een proces-verbaal van bevindingen over het studioverhoor met [slachtoffer] op 7 maart 2019 blijkt het volgende:
[slachtoffer] werd gevraagd "alles te vertellen over de taxi" en zij vertelde in haar free recall dat:
- het was gebeurd in de taxi
- het niet leuk was
- het dinsdag was en dat een jongetje haar ging zoenen, maar dat zij dat niet wilde
- die man toen ook met de handen bij haar ging
- ze het niet vertrouwde
[slachtoffer] doet voor hoe de man dat deed met zijn handen en wrijft van haar bovenbenen omhoog naar haar kruis daar gekomen wrijft ze nog wat langer. [verbalisant] (
de rechtbank begrijpt: verbalisant) vraagt waar de chauffeur haar zoende en [slachtoffer] vertelt dat het op haar mond was en niet hier, wijzend naar haar wang, maar echt hier op haar mond.
- ze was gaan paardrijden en dan in de taxi naar huis ging. Dat ze met [A] in de taxi was en dat [A] eerst naar huis gebracht werd en daarna zij zelf. [slachtoffer] vertelt dat [A] uit de taxi was en dat hij haar toen ging zoenen.
- zij "Nee" gezegd had omdat hij haar wel leuk vond maar zij hem niet
[verbalisant] vraagt naar de hand op haar been en [slachtoffer] vertelt dat:
- hij met één hand zo ging, zo omhoog met één hand, [slachtoffer] staat op en laat zien wat hij met zijn hand deed. Langs haar been omhoog naar haar kruis.
- zij gevraagd heeft of hij dat niet mocht doen
- hij met zijn hand af moet blijven omdat het haar benen zijn
- hij eraf moet blijven zei dat ook tegen hem gezegd heeft, dat hij van haar benen af moest blijven omdat die van haar zijn
- hij haar eerst ging kussen en toen met zijn hand.
Uit de verklaring van [getuige 1] bij de politie blijkt het volgende:
Ik zag [slachtoffer] uitstappen en de taxi reed best snel weg.[slachtoffer] kwam binnen en maakte een gebaar met haar handen voor haar mond, alsof ze wat wegveegde. Toen vroeg ik wat er aan de hand was. Toen zei ze dat de taxichauffeur haar gekust had. En ze zei: hij heeft me aangeraakt. Ze deed haar hand bij haar vagina en benoemde dat hij haar had aangeraakt bij haar paardrijbroek. Ze begon flink te huilen. Ze kon alleen maar huilen huilen huilen. Een paar dagen later verstijfde ze onder de douche. Normaal praat ze en nu was ze helemaal verstijfd. Dat had ik nog nooit eerder gezien bij haar.
Uit de verklaring van [getuige 2] bij de rechter-commissaris blijkt het volgende:
Wat kunt u zich van dat voorval nog herinneren?
Vooral toen ze binnen kwam, haar blik in de ogen en de geschrokkenheid, paniek, ze was heel paniekerig. Daardoor zei ik ook: "wat is er aan de hand?" Ze maakte bewegingen (getuige haalt eerst haar rechterhand voor langs haar mond en dan de linkerhand voor langs haar mond). Dat deed ze snel en meerdere keren. Ze zei er "bah" bij en "kussen" of "zoenen".En ze zei ook nog: ik wil niet zoenen of ik wilde niet zoenen.
Wat is er toen gebeurd?
We hebben gevraagd wat er aan de hand was en wat er was gebeurd. Toen begon ze te huilen en deed ze haar verhaal. De taxichauffeur had haar gezoend of gekust. Ze was gewoon helemaal in paniek. De paniek in haar ogen heeft veel indruk op mij gemaakt.
Uit het proces-verbaal van aangifte door [aangever] (moeder en mentor van [slachtoffer] ) blijkt het volgende:
Hoe kan u [slachtoffer] beschrijven?
[slachtoffer] heeft een ernstige verstandelijke beperking waarbij ze op een cognitief niveau zit van 3 à 4 jaar.
Uit een proces-verbaal van bevindingen met als bijlage de rittenstaat blijkt het volgende:
Op 9 september 2020 werd door [B] van [bedrijf] een rittenstaat van 15 januari 2019 aangeleverd met tevens de gegevens van de chauffeur namelijk: [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1966 en wonende aan de [adres 1] , [woonplaats] . [B] verklaarde dat hij kon zien dat uit de rittenstaat bleek dat de taxi al om 19:53 op de [locatie 1] te [plaats 2] aanwezig was. [slachtoffer] is om 20:15 uur ingestapt. Om 20:20 uur rijdt de taxi weg vanaf de [locatie 1] te [plaats 2] om naar [plaats 3] te rijden. Om 20:52 uur is de taxi op de [locatie 2] te [plaats 1] . De [locatie 2] is gelegen op de hoek van de [locatie 3] te [plaats 1] , de locatie waar [slachtoffer] woont.
Uit een aanvullend proces-verbaal van bevindingen blijkt het volgende:
De tweede klant is op 15 januari 2019 om 20:30 uur ingestapt op de [locatie 4] te [plaats 3] . Op dezelfde dag om 20:48 uur stapt deze passagier uit op de [adres 2] te [plaats 1] .
Bewijsoverwegingen
Juridisch kader
Voor een bewezenverklaring van aanranding moet de rechtbank vaststellen dat sprake is geweest van dwang. Van dwingen is sprake wanneer het slachtoffer toelaat wat hij of zij zonder dwang niet zou hebben toegelaten. Van dwang kan slechts sprake zijn indien de verdachte opzettelijk veroorzaakt dat het slachtoffer de handelingen tegen zijn of haar wil ondergaat. Dat betekent dat er geen sprake is van dwang als er geen sprake blijkt van enige voor de verdachte kenbare vorm van verzet, tenzij er sprake is van onverhoeds handelen van verdachte waartegen het slachtoffer zich niet heeft kunnen verzetten.
De omstandigheden op basis waarvan de rechtbank dient te beoordelen of sprake is van dwang moeten volgen uit de zich in het dossier bevindende stukken. In een zedenzaak doet zich vaak de situatie voor dat alleen het slachtoffer en de verdachte aanwezig zijn geweest bij de ten laste gelegde handelingen en dat zij allebei iets anders verklaren over wat er is gebeurd. Steunbewijs kan ertoe leiden dat toch een bewezenverklaring kan volgen.
Of sprake is van voldoende steunbewijs is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Uit vaste rechtspraak van de Hoge Raad kan worden afgeleid dat niet is vereist dat de aanranding als zodanig bevestiging vindt in ander bewijsmateriaal, maar dat het afdoende is wanneer de verklaring van de aangeefster, als die betrouwbaar wordt bevonden, op onderdelen steun vindt in andere bewijsmiddelen en afkomstig is van een andere bron dan degene die de belastende verklaring (slachtoffer) heeft afgelegd. Indien een verklaring van een getuige (mede) een zelfstandige, eigen waarneming inhoudt ten aanzien van de emotionele of fysieke toestand van de aangeefster op het moment dat het strafbare feit plaatsvindt, of vlak daarna, kan die waarneming voldoende steunbewijs opleveren voor het bewezen verklaarde.
Betrouwbaarheid verklaring slachtoffer
De rechtbank zal eerst moeten vaststellen of zij de verklaring van [slachtoffer] betrouwbaar vindt en – als dat zo is en de verklaring dus als bewijsmiddel kan worden gebruikt – vervolgens ook moeten nagaan of in het dossier voldoende steunbewijs aanwezig is voor deze verklaring.
De rechtbank overweegt dat [slachtoffer] authentiek, concreet, consistent en gedetailleerd heeft verklaard op zowel de avond van het incident zelf (15 januari 2019) als bij het taxatiegesprek met de orthopedagoog/psycholoog op 16 januari 2019 en bij het studioverhoor op 7 maart 2019. Zowel ten aanzien van de handelingen die zouden hebben plaatsgevonden (kussen en betasten) als de omstandigheden waaronder die handelingen zou hebben plaatsgevonden (in de taxi) zijn de verklaringen van [slachtoffer] concreet en consistent. [slachtoffer] heeft meerdere keren aan verschillende personen duidelijk aangegeven wat er wel maar ook wat er niet was gebeurd. De rechtbank acht de verklaringen van [slachtoffer] dan ook betrouwbaar. Dat er sprake is van een verstandelijke beperking bij [slachtoffer] maakt dit oordeel van de rechtbank niet anders, nu de rechtbank geen redenen heeft om aan te nemen dat die omstandigheid afbreuk doet aan de betrouwbaarheid van haar verklaringen. Anders dan de verdediging betoogt, maakt ook de omstandigheid dat bij [slachtoffer] sprake zou zij van echolalie (dat wil zeggen het dwangmatig herhalen van woorden of zinnen) haar verklaringen niet onbetrouwbaar. Zowel uit het woordelijk verslag van het verhoor bij de politie als van het gesprek met de orthopedagoog, blijkt dat [slachtoffer] zelf over de situatie begint te vertellen en dat zij in ieder geval aan het begin van het verhoor en gesprek geen (belastende) woorden herhaalt van de ondervrager en later in het verhoor en gesprek alleen in beperkte mate.
Steunbewijs
De rechtbank moet vervolgens beoordelen of er voldoende steunbewijs aanwezig is voor de verklaring van [slachtoffer] . In het dossier bevinden zich getuigenverklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] , begeleiders/medewerkers op de woongroep van [slachtoffer] . Zij verklaren beiden over zowel de handelingen (de fysieke veegbewegingen langs haar mond) als de emoties die zij bij [slachtoffer] hebben waargenomen na het incident. [getuige 1] heeft verklaard dat zij [slachtoffer] heeft zien huilen, dat [slachtoffer] bleef huilen en later onder de douche verstijfde, terwijl dat normaal niet zo was. [getuige 2] heeft verklaard dat zij zag dat [slachtoffer] geschrokken en in paniek was. Ook zij heeft op die avond gezien dat [slachtoffer] moest huilen. Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat uit de getuigenverklaringen niet volgt dat de uitlatingen van [slachtoffer] haar door haar begeleiders in de mond zijn gelegd. De rechtbank is van oordeel dat dat deze getuigenverklaringen, met name gelet op de direct waargenomen emoties bij [slachtoffer] , steun bieden aan de verklaringen van [slachtoffer] zelf.
Dwang
[slachtoffer] heeft aan verdachte aangegeven dat zij niet wilde dat hij haar kuste en dat hij niet aan haar benen mocht komen. Ondanks deze woorden van [slachtoffer] heeft verdachte zijn handelingen doorgezet. Daarmee heeft verdachte opzettelijk veroorzaakt dat [slachtoffer] handelingen tegen haar wil heeft moeten ondergaan. Daarbij heeft verdachte misbruik gemaakt van de situatie dat hij als volwassen man en taxichauffeur een natuurlijk overwicht had op [slachtoffer] , een verstandelijk beperkte vrouw.
Verklaring verdachte
De verklaring van verdachte dat het niet klopt wat [slachtoffer] heeft verklaard, en er dus van aanranding geen sprake zou zijn geweest, acht de rechtbank gelet op de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen en hetgeen daarover is overwogen niet geloofwaardig.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 15 januari 2019 [slachtoffer] in de taxi heeft aangerand door haar te kussen en haar te betasten.