Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 januari 2022 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
inhet dagloonrefertejaar zijn (ex-)werkgever
op niet mis te verstane wijzemoet hebben gemaand het volledige loon uit te betalen.
“Ik heb tot vandaag 180 uur en 73 stop Ik heb 500 euro van je ontvangen.”Ook is er een appbericht van ‘29 Eki 2018’ [10] dat luidt:
“Er is geen bedrag in mijn account.”In deze berichten wordt niet met zoveel woorden gezegd dat niet betaald is, het is niet duidelijk om welk bedrag het zou gaan en er is geen verzoek om betaling in te lezen. Daarbij dateert het eerste bericht (van 16 maart 2018) van ruim vóór de dagloonreferteperiode en heeft het dus geen betrekking op de periode waarover het (door eiser betwiste) dagloon is berekend. Van het tweede bericht is onduidelijk wanneer het verzonden is. Eki zou kunnen duiden op het Turkse woord ekim, dat oktober betekent. Hoe dan ook is dit een vaag bericht waar geen duidelijke maning tot het betalen van loon in te lezen is.
inhet dagloonrefertejaar
op niet mis te verstane wijzeheeft gemaand het volledige loon te betalen. Eiser heeft daarom niet aangetoond dat de door hem gestelde loonaanspraak niet inbaar was. Reeds om deze reden slaagt het beroep niet. De rechtbank komt daarom niet meer toe aan de beoordeling van de vorderbaarheid van de door eiser gestelde loonaanspraak in de dagloonreferteperiode.