ECLI:NL:RBMNE:2022:1280
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om bijzondere bijstand en de vereisten voor ingebrekestelling in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak heeft eiser op 4 april 2021 bijzondere bijstand aangevraagd voor het medicijn Lindner 5,000 G Cannabis Flos Bedrocan. Na een periode van inactiviteit heeft eiser op 14 juni 2021 een rappel gestuurd naar verweerder, het Dagelijks Bestuur Werk en Inkomen Lekstroom, met het verzoek om voortvarend te handelen. Echter, in het besluit van 13 augustus 2021 heeft verweerder de aanvraag afgewezen. Eiser heeft hierop beroep ingesteld, stellende dat verweerder niet tijdig had beslist.
De rechtbank heeft op 1 februari 2022 de zaak behandeld, waarbij eiser niet aanwezig was, maar verweerder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft overwogen dat eiser geen formele ingebrekestelling heeft gedaan zoals vereist door de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeert dat de brief van 14 juni 2021 niet kan worden aangemerkt als een ingebrekestelling, omdat deze niet duidelijk genoeg was in het aanmanen van verweerder om binnen een bepaalde termijn een besluit te nemen.
De rechtbank heeft het beroep van eiser tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk verklaard en heeft het beroep tegen het besluit van 13 augustus 2021 verwezen naar verweerder ter behandeling als bezwaar. De rechtbank heeft eiser erop gewezen dat hij recht heeft op juridische bijstand om zijn belangen te behartigen. De uitspraak is gedaan door mr. C.M. Dijksterhuis en is openbaar gemaakt op 22 februari 2022.