8.3Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontucht met, waaronder het seksueel binnendringen van, een minderjarige van – toen de ontuchtige handelingen begonnen –14 jaar oud.
De verdachte heeft, mede gelet op zijn uit het leeftijdsverschil van 28 jaar voortvloeiende overwicht, ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van het nog zeer jonge slachtoffer. De verdachte heeft het fysieke en psychische welzijn van het slachtoffer ondergeschikt gemaakt aan de bevrediging van zijn eigen seksuele behoeften en een ernstige inbreuk gemaakt op haar ongestoorde (seksuele) ontwikkeling. Jonge slachtoffers van ontucht ondervinden in de regel nog geruime tijd de (psychische) gevolgen van hetgeen hun is aangedaan. Dit soort delicten veroorzaakt bovendien gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij, onder meer bij ouders van jonge kinderen.
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat het seksueel misbruik gedurende langere tijd en frequent heeft plaatsgevonden, dat verdachte geen voorbehoedsmiddelen heeft gebruikt en dat de seksuele handelingen op ongebruikelijke plaatsen zijn verricht. Verdachte heeft het slachtoffer in haar pubertijd opgezadeld met een geheim en de daarmee gepaard gaande eenzaamheid en afstand van leeftijdsgenoten.
In de slachtofferverklaring is dat als volgt verwoord: “Je hebt vele jaren van mijn jeugd afgepakt. Jaren waarin ik zelf had moeten ontdekken of afspraakjes had moeten maken. Naar feestjes met leeftijdsgenoten gaan.”
Bovendien heeft verdachte eraan bijgedragen dat het slachtoffer in toenemende mate in conflict raakte met haar ouders, die de relatie met verdachte niet accepteerden, onder meer door haar erop te wijzen dat ‘escalatie in ons voordeel werkt’ en door haar te informeren over de wijze waarop zij het ouderlijk huis zou kunnen verlaten. De (met name door verdachte geplande) zwangerschap is geëindigd in een abortus en uit de slachtofferverklaring blijkt dat de relatie met verdachte het slachtoffer nu met woede, verdriet en spijt vervult.
De rechtbank hecht er geen betekenis aan dat de seksuele handelingen volgens de verdediging op basis van vrijwilligheid en in het kader van een liefdesrelatie hebben plaatsgevonden. De gedachte achter de wetsartikelen die verdachte heeft overtreden is immers juist het beschermen van de minderjarige.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige strafbare feiten en rekent dit verdachte zwaar aan.
De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt.
Er zijn geen oriëntatiepunten van het LOVS (Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht) voor straftoemeting voor de strafbare feiten waaraan verdachte zich heeft schuldig gemaakt.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie (hierna: strafblad) van verdachte van 5 januari 2021;
- een psychologisch onderzoek Pro Justitia van 15 januari 2021;
- een dubbelrapportage van het NIFP van het Pieter Baan Centrum, te weten een gezamenlijk psychologisch en psychiatrisch rapport van 1 juli 2021;
- een reclasseringsadvies van 8 september 2021.
Uit het strafblad blijkt dat verdachte niet eerder in verband met soortgelijke strafbare feiten
in aanraking is gekomen met politie en justitie. De rechtbank heeft hiervan kennis genomen
maar kent daaraan geen strafverminderende betekenis toe.
De rechtbank houdt bij het opleggen van de straf rekening met eendaadse samenloop als
bedoeld in artikel 55 Sr.
Uit het reclasseringsadvies, het eerste psychologisch onderzoek en de dubbelrapportage blijkt
dat verdachte geen medewerking heeft verleend aan het onderzoek zodat de vragen over zijn
persoonlijkheid, een eventuele (seksuele) stoornis, de toerekeningsvatbaarheid, het
recidiverisico en eventuele behandeling ter beveiliging van de maatschappij niet kunnen
worden beantwoord. De reclassering geeft aan dat sprake is van een zorgelijke situatie en
adviseert als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling, een
contactverbod met het slachtoffer en een locatieverbod, met een langdurige proeftijd en met
dadelijke uitvoerbaarheid.
De rechtbank overweegt dat zwaarwegende betekenis toekomt aan het belang van
beveiliging van de maatschappij, in het bijzonder van jonge meisjes, tegen verdachte.
Verdachte heeft besloten niet mee te werken aan onderzoek naar zijn persoon en op grond
van het dossier kan niet worden uitgesloten dat sprake is van een (seksuele) stoornis. Ook is
de proceshouding van verdachte van betekenis: hij heeft ter zitting verklaard dat de relatie
met het slachtoffer gelijkwaardig was, waarmee duidelijk is geworden dat hij nog steeds
geen dan wel onvoldoende inzicht heeft in de laakbaarheid van zijn handelen.
Nu niet is bevestigd, maar ook niet is weerlegd dat sprake is van een dergelijke stoornis, zal
de rechtbank kiezen voor beveiliging van de maatschappij en het slachtoffer.
Gevangenisstraf – deels voorwaardelijk
De rechtbank zal aan verdachte een
gevangenisstrafvan
30 maanden, waarvan een
gedeelte van 6 maanden voorwaardelijk, opleggen.
Daarbij legt de rechtbank de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden van
een meldplicht en een ambulante behandeling op.
Ook zal de rechtbank, mede gelet op het vrijwilligerswerk dat verdachte in het verleden heeft
uitgevoerd waarbij hij contact had met meisjes in de tienerleeftijd, verdachte een
verbod opleggen om in werk of hobby werkzaamheden met minderjarigen te verrichten.
De
proeftijdwordt daarbij vastgesteld op
4 jaar.
De rechtbank is daarbij – anders dan de verdediging heeft aangevoerd – van oordeel dat een langere proeftijd dan drie jaar mogelijk is op grond van artikel 14b Sr. Uit het voorgaande blijkt immers dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan gericht tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van een ander.
Het door de reclassering geadviseerde contact- en locatieverbod zal de rechtbank aan verdachte opleggen in de vorm van de
vrijheidsbenemende maatregel.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden en het toezicht
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon, te weten het verrichten van ontuchtige handelingen met een minderjarige. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal zij bevelen dat de hiervoor genoemde bijzondere voorwaarden die verdachte zullen worden opgelegd en het toezicht door de reclassering
dadelijk uitvoerbaarzijn.
Vrijheidsbeperkende maatregel en de dadelijke uitvoerbaarheid daarvan
De rechtbank zal voor het voorkomen van strafbare feiten bevelen dat verdachte:
zich niet ophoudt binnen een straal van 500 meter rond
- [adres 1] te [plaats 2] ;
- [adres 2] te [plaats 2] ;
- [adres 3] te [plaats 2] ;
(locatieverbod)
zich onthoudt van elke wijze – direct of indirect – van contact met [slachtoffer]
(contactverbod).
De rechtbank legt deze vrijheidsbeperkende maatregel op voor de duur van
5 jaren.
Voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan, zal vervangende hechtenis voor een hierna te bepalen duur worden opgelegd.
De rechtbank beveelt dat de vrijheidsbeperkende maatregel
dadelijk uitvoerbaaris. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit zal begaan en zich belastend zal gedragen jegens het slachtoffer.