In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 29 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Portaal en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De huurder, die sinds 16 januari 2013 een appartement huurt van Portaal, kampt met een hardnekkige GHB-verslaving en is betrokken geweest bij drugshandel vanuit de woning. De burgemeester heeft op basis van de Opiumwet de woning op 17 juni 2019 en opnieuw op 25 januari 2021 gesloten wegens drugshandel. Portaal heeft de huurovereenkomst op 17 februari 2021 buitengerechtelijk ontbonden, maar de huurder heeft hiertegen verweer gevoerd, stellende dat hij niet in drugs handelt en dat hij hulp nodig heeft in zijn strijd tegen verslaving. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de buitengerechtelijke ontbinding rechtsgeldig was, omdat de huurder in strijd met de huurovereenkomst handelde door drugs in de woning te hebben. De rechter heeft de vordering van Portaal toegewezen, waardoor de huurder verplicht werd de woning te ontruimen en schadevergoeding te betalen voor de periode dat hij zonder recht in de woning verbleef. De rechter heeft ook de proceskosten aan Portaal toegewezen.