Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 december 2021 in de zaak tussen
[eiser] uit [woonplaats] , eiser
de heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente] , verweerder.
Procesverloop
Vaststaande feiten
Standpunten van partijen
Beoordeling van het geschil
1e. de deelwaarde van de grond (berekend aan de hand van een grondstaffel waarin de rekenprijs per m2 voor de eerste 75 m2 op € 1.350 en de rekenprijzen per m2 voor de tweede, derde, vierde en vijfde 75 m2 op respectievelijk 50%, 25%, 5% en 1% van de rekenprijs voor de eerste 75 m2 zijn gesteld,
2e. de deelwaarden van de bijgebouwen (waaronder verweerder verstaat de gebouwde delen van de objecten die afzonderlijk in de waardebepaling worden betrokken) en
3e. de deelwaarde van het vergelijkingsobject exclusief de grond en de bijgebouwen (het hoofdgebouw).
Proceskosten en griffierecht
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- wijzigt de beschikking aldus dat daarin de waarde van de woning op waardepeildatum nader wordt vastgesteld op € 290.000;
- vermindert de aanslag dienovereenkomstig;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.196,26;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 49 aan eiser te vergoeden.