Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
‘Na de ontvangst van de door uw accountant samengestelde belastingaangiftes over 2002-2005 is besloten dat alleen de opbrengsten van uw werkzaamheden via de waarnemingen bij de diverse maatschappen en die welke vanaf 27 januari 2004 binnen de maatschap in [plaatsnaam 3] voor het BBI(bruto beroepsinkomen, ktr.)
meegenomen kunnen worden. De opbrengsten van de werkzaamheden in opdracht van de directies van de diverse ziekenhuizen: het [ziekenhuis 1] te [plaatsnaam 1] , het [ziekenhuis 2] in [plaatsnaam 2] , het [ziekenhuis 3] in [plaatsnaam 3] en in de [naam ziekenhuizen in plaatsnaam 4 en 5] in [plaatsnaam 4] vallen hier buiten, omdat het daarbij inkomen uit arbeid dan wel loondienst betreft en in 2001 daardoor beneden de vrijstellingsgrens blijkt te zijn gebleven.’[eiser] heeft in deze correspondentie geen aanleiding gezien om zich met PFZW te verstaan over de door SPMS uitgezonderde inkomsten uit waarnemingen.