ECLI:NL:RBMNE:2021:5377
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit tot openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en de beoordeling van weigeringsgronden
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 2 november 2021, betreft het een beroep van eiser tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Eiser had op 10 juni 2020 een verzoek ingediend om openbaarmaking van documenten op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Het college had in een primair besluit van 23 september 2020 dit verzoek afgewezen, maar in een bestreden besluit van 10 mei 2021 werd het bezwaar van eiser gegrond verklaard en werd het verzoek gedeeltelijk toegewezen. Eiser ging echter in beroep tegen dit bestreden besluit, omdat hij vond dat er meer documenten openbaar gemaakt moesten worden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het college in het bestreden besluit niet tijdig had beslist op het bezwaar van eiser, maar oordeelt dat deze overschrijding van de beslistermijn niet automatisch leidt tot onrechtmatigheid van het besluit. Eiser heeft verschillende beroepsgronden aangevoerd, waaronder de onzorgvuldigheid van de procedure en de toepassing van weigeringsgronden voor bedrijfs- en fabricagegegevens. De rechtbank oordeelt dat het college niet voldoende heeft gemotiveerd waarom bepaalde documenten niet openbaar konden worden gemaakt en dat het college niet heeft voldaan aan de motiveringsplicht. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt het college op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens moet het college het griffierecht aan eiser vergoeden.