ECLI:NL:RBMNE:2021:494
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vijf naheffingsaanslagen parkeerbelastingen en de geldigheid van parkeerrechten
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 januari 2021 uitspraak gedaan in vijf zaken met betrekking tot naheffingsaanslagen parkeerbelasting die aan eiser zijn opgelegd. De naheffingsaanslagen, elk ter hoogte van € 62,70, zijn opgelegd omdat eiser zonder de verschuldigde parkeerbelasting te voldoen, zijn voertuig op verschillende momenten en locaties heeft geparkeerd. Eiser heeft tegen deze naheffingsaanslagen beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat verweerder niet heeft voldaan aan de onderzoeksplicht en dat hij niet op de hoogte was van de beëindiging van zijn parkeervergunning.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder de naheffingsaanslagen terecht heeft opgelegd en dat er geen sprake was van een geldige parkeervergunning op het moment van parkeren. De rechtbank oordeelt dat de belastingplichtige verantwoordelijk is voor het tijdig voldoen van de parkeerbelasting en dat verweerder geen bijzondere onderzoeksplicht had om na te gaan of eiser een verlopen parkeervergunning had. De rechtbank heeft ook overwogen dat de communicatie over de beëindiging van de parkeervergunning voldoende was, aangezien eiser op de hoogte was gesteld van de factuur en betalingsherinnering.
De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling, omdat de bestreden besluiten niet herroepen zijn wegens onrechtmatigheid van het bestuursorgaan. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot hoger beroep.