ECLI:NL:RBMNE:2021:4699
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand voor griffierecht en vertaalkosten; beoordeling van de aanvraagtermijn en buitenwettelijk begunstigend beleid
In deze zaak heeft eiser op 28 februari 2021 bijzondere bijstand aangevraagd voor kosten van rechtsbijstand, griffierecht en vertaalkosten. Het primaire besluit van verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, heeft de aanvraag afgewezen voor een deel van de kosten, namelijk voor het griffierecht van € 130,- en de vertaalkosten. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, waarop verweerder het bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaarde en bijzondere bijstand verleende voor vertaalkosten tot een bedrag van € 389,35, maar het griffierecht bleef afgewezen.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, waarbij hij aanvoert dat hij binnen de termijn van twee maanden na ontvangst van de nota de aanvraag heeft ingediend. De rechtbank heeft de zaak op 28 september 2021 behandeld en onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelt dat de aanvraag voor bijzondere bijstand niet binnen de geldende termijn is ingediend, aangezien de kosten zijn gemaakt vóór de aanvraagdatum. De rechtbank stelt vast dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de kosten voorafgaand aan de aanvraag vergoed worden.
De rechtbank concludeert dat verweerder het buitenwettelijk begunstigend beleid consistent heeft toegepast en dat de afwijzing van de aanvraag voor het griffierecht terecht is. Eiser krijgt geen gelijk en het beroep wordt ongegrond verklaard. De rechtbank wijst erop dat er geen aanleiding is voor vergoeding van het griffierecht.