4.3Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak schending ambtsgeheim
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 laste gelegde feit heeft begaan en zal haar hiervan vrijspreken.
Niet gebleken is dat verdachte de gegevens die zij uit de politiesystemen heeft opgevraagd met een ander heeft gedeeld. Het Openbaar Ministerie heeft ook juist aan verdachte ten laste gelegd dat zij die informatie voor eigen gebruik heeft gehouden. Uit rechtspraak van de Hoge Raadvolgt echter dat het schenden van enig geheim als bedoeld in artikel 272 Wetboek van Strafrecht (Sr) moet worden uitgelegd als het verstrekken van geheime gegevens aan een ander, die tot kennisneming daarvan onbevoegd is. Alleen dan is sprake van schending van een ambtsgeheim.
De officier van justitie heeft zich nog op het standpunt gesteld dat zij zich niet aan de indruk kan onttrekken dat verdachte de opgevraagde informatie wel met anderen heeft gedeeld. Het is immers logisch dat verdachte de personen waarover zij de systemen heeft bevraagd met die informatie heeft geconfronteerd. De rechtbank ziet in deze opvatting van de officier van justitie slechts een aanname die niet door enig bewijsmiddel wordt onderbouwd.
Ten aanzien van de foto van [A] , waarvan wel vaststaat dat verdachte deze met anderen heeft gedeeld, overweegt de rechtbank dat niet kan worden bewezen dat verdachte die uit de politiesystemen heeft gehaald. Verdachte heeft verklaard dat de foto afkomstig was van een datingsite en dat zij de foto via downloaden van die website heeft verkregen. Uit het dossier blijkt niet dat dit anders is. Dat verdachte deze foto als bijlage bij een brief bij anderen in de brievenbus heeft gedaan, levert daarom ook geen schending van een ambtsgeheim op.
Bewezenverklaring computervredebreuk
Gelet op de redengevende feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, acht de rechtbank wel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 2 ten laste gelegde computervredebreuk.
De rechtbank zal hierna uiteenzetten hoe zij tot deze conclusie is gekomen.
De rechtbank stelt de feiten en omstandigheden vast op basis van de volgende wettige bewijsmiddelen:
Verbalisant [verbalisant 1] , werkzaam als [functie 1] en tewerkgesteld als [..] bij de afdeling [naam afdeling] ( [afkorting naam afdeling] ) van de [....] te [plaatsnaam] , tevens buitengewoon opsporingsambtenaar, heeft het volgende gerelateerd:
In verband met een onderzoek naar [verdachte] , werkzaam als [functie 2] bij de afdeling [afkorting naam afdeling] van de [....] , is mij opdracht gegeven om een analyse op te maken van de logfiles van betrokkene. De loggegevens waarvoor [verdachte] geautoriseerd is, zijn opgevraagd over een periode van 24 januari 2018 tot en met 3 februari 2020.
Voor haar werk verricht [verdachte] een grote hoeveelheid naslagen ten behoeve van
veiligheidsonderzoeken. Van de loggegevens van deze bevragingen heb ik een analyse
gemaakt.
In deze analyse heb ik een grove selectie gemaakt van bevragingen die mogelijk niet werk
gerelateerd (privé) zijn.
Van alle logfiles van BVI-IB en Blueview van [verdachte] (totaal 72551), zijn in bovenstaande
analyse 1049 logfiles geselecteerd die mogelijk niet werk gerelateerd (privé) zijn.
Verbalisant [verbalisant 2] , [functie 3] behorende tot de eenheid Oost-Nederland, team [afkorting naam afdeling] , heeft in een proces-verbaal een toelichting gegeven op de politiesystemen. Deze houdt – zakelijk weergegeven – het volgende in:
Blueview:
In Blueview kunnen documenten en gegevens uit verschillende handhavings- en opsporings
systemen in één keer worden bevraagd.
Basisvoorziening Informatie - Integraal Bevragen (BVI-IB):
Met BVI-IB is het mogelijk om met één zoekvraag regionale, nationale en internationale registers te raadplegen.
Verdachte heeft ter terechtzitting – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Het klopt dat ik in de computersystemen van de [slachtoffer] heb ingelogd en heb gezocht naar informatie terwijl dat geen dienstbelang had. Ik wist dat dit niet mocht.
Verdachte mocht de computersystemen van de [slachtoffer] raadplegen als dat noodzakelijk was voor de uitoefening van haar functie als [......] bij het team [naam afdeling] van de [....] . Verdachte wist dat zij de systemen niet mocht raadplegen voor privézaken. Toch heeft zij bevragingen gedaan die geen enkel dienstbelang kenden. Zij heeft dat zowel bij de politie als ter terechtzitting bekend.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte met die niet-werkgerelateerde bevragingen onbevoegd gebruik heeft gemaakt van de computersystemen van de politie. De rechtbank merkt dit aan als het opzettelijk en wederrechtelijk binnendringen in een geautomatiseerd werk in de zin van artikel 138ab Sr. Het gebruik maken van inloggevens voor doeleinden die buiten de grenzen van haar autorisatie vallen, merkt de rechtbank aan als het gebruik maken van een valse sleutel in de zin van artikel 138ab, eerste lid, sub c Sr. De verdediging heeft nog betoogd dat van een valse sleutel geen sprake is omdat het niet strafbaar is wat verdachte met die sleutel heeft gedaan, nu zij haar ambtsgeheim niet heeft geschonden. De rechtbank is echter van oordeel dat dat niet relevant is voor de vraag of sprake is van een valse sleutel. Verdachte was immers niet gerechtigd tot het opvragen in de politiesystemen van niet-werkgerelateerde gegevens, ongeacht of zij die gegevens met anderen heeft gedeeld of voor eigen gebruik heeft gehouden.
Dat verdachte op reglementaire en geautoriseerde wijze verbinding heeft verkregen met de systemen van de politie en de toegangsgegevens niet heeft gemanipuleerd, maakt het voorgaande – anders dan de verdediging heeft gesteld - niet anders. De door de verdediging in dit kader aangehaalde parlementaire geschiedenis en jurisprudentie ziet op artikel 138ab, eerste lid, sub a Sr (doorbreken van een beveiliging), terwijl de rechtbank bewezen verklaart sub c van voornoemd artikel (valse sleutel).
Verdachte zal partieel worden vrijgesproken van het onbevoegd opvragen van informatie uit het opsporingssysteem Summ-IT, omdat niet is gebleken dat verdachte in dat systeem bevragingen heeft gedaan voor privégebruik.