Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 september 2021 op het verzet van
[opposante] B.V., te [vestigingsplaats] , opposante,
Procesverloop
Overwegingen
4 september 2020 door of namens de gemachtigde van opposante is afgehaald op
8 september 2020 om 7:43 bij een PostNl-locatie. De stelling van mr. Bartels dat hij de brief van 4 september 2020 niet heeft ontvangen omdat de Primera met het PostNL servicepunt op dat moment nog niet is geopend, volgt de rechtbank niet. De track&trace gegevens tonen aan dat de brief van 4 september 2020 mr. Bartels heeft bereikt. De enkele niet onderbouwde stelling van mr. Bartels ter zitting dat de handtekening op de Track&Trace niet van hem is volgt de rechtbank niet. Daarbij heeft de rechtbank betrokken het feit van algemene bekendheid dat een aangetekend verzonden stuk enkel wordt afgegeven door een PostNl-locatie indien een identiteitsbewijs wordt overgelegd. Verder heeft mr. Bartels een beroep op betalingsonmacht gedaan hetgeen hij op 25 augustus 2020 schriftelijk heeft onderbouwd. Het verzoek op betalingsonmacht is dat door de rechtbank op 28 augustus 2020 afgewezen. Gezien het voorgaande gaat de rechtbank er vanuit dat de betreffende brief is ontvangen.
Beslissing
O. Asafiati, griffier. De beslissing is uitgesproken op 17 september 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.