Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 juli 2021 in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats], eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Voor de financiering voor een goede “herstart” van mijn bedrijf heb ik op korte termijn een extra kapitaal van ca. €35.000,- nodig.” Uit vaste rechtspraak [2] van de CRvB is voor de beoordeling van de levensvatbaarheid van een bedrijf de situatie van het bedrijf ten tijde van het besluit op de aanvraag bepalend, in dit geval dus 6 december 2019. Met de omstandigheid dat eiser zich in het Ondernemingsplan van 16 maart 2020 en zijn bezwaar- en beroepschrift op het standpunt stelt dat inmiddels schulden zijn afbetaald en daarmee het kredietbedrag omlaag kan, heeft verweerder daarom terecht geen rekening gehouden.