Voor zover de arbeidsovereenkomst toch wordt ontbonden verzoekt [verweerster] de kantonrechter subsidiair
I. te verklaren voor recht dat [verzoekster] de wettelijk bepaalde transitievergoeding in de zin van artikel 7:673 BW aan [verweerster] verschuldigd is;
II. te verklaren voor recht dat de wettelijk bepaalde transitievergoeding € 2.652,23 bruto bedraagt, dan wel de hoogte van de wettelijk bepaalde transitievergoeding in goede justitie te bepalen;
III. te bepalen dat [verzoekster] gehouden is om binnen veertien dagen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst aan [verweerster] het onder II bepaalde bedrag aan wettelijke transitievergoeding te voldoen, te bepalen op de datum van beëindiging van de arbeidsovereenkomst;
IV. te verklaren voor recht dat [verzoekster] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld;
V. te verklaren voor recht dat [verzoekster] aan [verweerster] een billijke vergoeding verschuldigd is;
VI. de hoogte van de billijke vergoeding te bepalen op € 20.000,00 bruto dan wel een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag;
VII. [verzoekster] te veroordelen om aan [verweerster] te voldoen binnen veertien dagen na
beëindiging van de arbeidsovereenkomst de billijke vergoeding zoals onder VI vastgesteld;
VIII. [verzoekster] te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 975,00 vermeerderd met de wettelijke rente;
IX. [verzoekster] te veroordelen om binnen veertien dagen na beëindigen van de arbeidsovereenkomst aan [verweerster] een correct onderbouwde eindafrekening te voldoen;
X. [verzoekster] te veroordelen tot betaling van de reële proceskosten van € 3.000,00 netto;
XI. [verzoekster] te veroordelen in de proceskosten, het salaris van de gemachtigde van
[verweerster] en de nakosten daaronder begrepen.