ECLI:NL:RBMNE:2021:2684
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering onterecht betaalde jubileumgratificatie en loonheffing bij ambtsjubileum
In deze zaak gaat het om een geschil tussen eiseres, werkzaam bij het Openbaar Ministerie, en de minister van Justitie en Veiligheid over de terugvordering van een jubileumgratificatie. Eiseres ontving op 1 augustus 2019 een gratificatie van € 6.466,16 ter gelegenheid van haar 50-jarig jubileum. Echter, op 28 november 2019 werd haar meegedeeld dat deze gratificatie ten onrechte netto was uitbetaald, terwijl dit bruto had moeten zijn. Dit leidde tot de conclusie dat eiseres een bedrag van € 3.544,75 moest terugbetalen. Eiseres maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard door de verweerder op 16 oktober 2020.
Eiseres stelde dat zij recht had op belastingvrije gratificaties, omdat zij bij eerdere jubilea, zoals haar 40-jarig jubileum, ook belastingvrij had ontvangen. De rechtbank oordeelde echter dat de uitkering bij het 25-jarig jubileum onbelast was toegekend en dat de terugvordering van het onterecht betaalde bedrag door de minister rechtmatig was. De rechtbank benadrukte dat de wetgeving toestaat dat bij het bereiken van een diensttijd van 25 en 40 jaar een onbelaste jubileumuitkering kan worden toegekend, en dat de minister niet in strijd met de wet handelde door het bedrag terug te vorderen.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en oordeelde dat de minister bevoegd was om het onverschuldigd betaalde bedrag terug te vorderen. De uitspraak werd gedaan door mr. S.G.M. van Veen op 17 juni 2021.