ECLI:NL:RBMNE:2021:2449
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en de beoordeling van documenten door de gemeente Zeewolde
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 26 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde over de openbaarmaking van documenten op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiser had in 2019 verzocht om openbaarmaking van documenten, waarop de gemeente in eerste instantie twee dossiers had verstrekt. Na bezwaar van eiser heeft de gemeente het primaire besluit herroepen en meer documenten openbaar gemaakt. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 25 juni 2020 is het onderzoek geschorst om de gemeente de gelegenheid te geven om te onderzoeken of er nog documenten onder het verzoek van eiser vallen. De gemeente heeft later aanvullende documenten aangetroffen en gedeeltelijk openbaar gemaakt. De rechtbank heeft in een tussenuitspraak van 4 december 2020 de gemeente opgedragen om het geconstateerde gebrek in het besluit te herstellen. De gemeente heeft hierop gereageerd met een aanvullende motivering, waarop eiser zijn zienswijze heeft gegeven.
De rechtbank heeft in haar uitspraak overwogen dat de gemeente zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat bepaalde documenten voor intern beraad zijn opgesteld en dat deze documenten opnieuw beoordeeld moeten worden op hun openbaarheidsstatus. De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten. Tevens is de gemeente veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiser, alsook tot betaling van een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.