ECLI:NL:RBMNE:2021:238
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van terugvordering bijstandsuitkering in het kader van gezamenlijke huishouding
In deze zaak heeft eiseres een verzoek om herziening ingediend van een besluit van 3 oktober 2014, waarbij een bedrag van € 23.317,38 van haar is teruggevorderd in verband met een aangenomen gezamenlijke huishouding met haar ex-partner. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 25 januari 2021 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiseres heeft eerder bezwaar gemaakt tegen de terugvordering, maar dit bezwaar is ongegrond verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden zijn die een herziening van het eerdere besluit rechtvaardigen. Eiseres heeft aangevoerd dat zij nooit heeft geprofiteerd van de bijstandsuitkering van haar ex-partner en dat haar persoonlijke omstandigheden, waaronder mishandelingen, niet zijn meegewogen. De rechtbank oordeelt dat de door eiseres aangevoerde omstandigheden niet kunnen leiden tot een herziening van het besluit van 3 oktober 2014, omdat deze omstandigheden al bekend waren bij verweerder of niet eerder konden worden aangevoerd. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht.