Uitspraak
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
primair),
dan welop 8 september 2017 in dezelfde plaats samen met anderen € 500,- heeft witgewassen (
subsidiair);
primair),
dan welin de periode van 9 september 2017 tot en met 11 september 2017 in dezelfde plaatssamen met anderen € 1.601,- heeft witgewassen (
subsidiair);
primair),
dan welin de periode van 17 september 2017 tot en met 18 september 2017 in dezelfde plaats(en) samen met anderen € 1.967,89 heeft witgewassen (
subsidiair);
primair),
dan welop 24 september 2017 in dezelfde plaats samen met anderen € 1.268,78,- heeft witgewassen (
subsidiair);
primair),
dan welin de periode van 1 oktober 2017 tot en met 2 oktober 2017 in dezelfde plaats samen met anderen € 1.268,78,- heeft witgewassen (
subsidiair);
primair),
dan welin de periode van 10 oktober 2017 tot en met 13 oktober 2017 in dezelfde plaats samen met anderen € 2.218,66 heeft witgewassen (
subsidiair);
primair),
dan welin de periode van 5 oktober 2017 tot en met 8 oktober 2017 in dezelfde plaats samen met anderen € 2.437,56 heeft witgewassen (
subsidiair).
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJEN
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
- verklaart de primair ten laste gelegde feiten onder parketnummers 16-088960-20, 16028045-20 en 16-084573-20 bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat de tijd door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht op de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat deze straf
- stelt daarbij een proeftijd van twee jaren vast;
- als voorwaarden gelden dat veroordeelde:
taakstraf 160 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 80 dagen;
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 september 2017;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 1] , behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] € 500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 september 2017, aan de Staat te betalen, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander is betaald, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door gijzeling van 10 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op;
- bepaalt dat, indien en voor zover verdachte of een ander aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen;
- veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [slachtoffer 5] toe tot een bedrag van € 1.967,89, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 september 2017;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 5] , behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is en bepaalt dat dit gedeelte kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 5] € 1.967,89, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 september 2017, aan de Staat te betalen, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander is betaald, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door gijzeling van 29 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op;
- bepaalt dat, indien en voor zover verdachte of een ander aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen;
- veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [slachtoffer 6] toe tot een bedrag van € 1.218,78, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 september 2017;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 6] , behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 6] € 1.218,78, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 september 2017, aan de Staat te betalen, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander is betaald, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door gijzeling van 22 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op;
- bepaalt dat, indien en voor zover verdachte of een ander aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen;
- veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [slachtoffer 7] toe tot een bedrag van € 1.268,78, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2017;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 7] , behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 7] € 1.268,78, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2017, aan de Staat te betalen, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander is betaald, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door gijzeling van 22 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op;
- bepaalt dat, indien en voor zover verdachte of een ander aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen;
- veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [slachtoffer 8] toe tot een bedrag van € 2.218,66, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 oktober 2017;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 8] , behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 8] € 2.218,66, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 oktober 2017, aan de Staat te betalen, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander is betaald, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door gijzeling van 32 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op;
- bepaalt dat, indien en voor zover verdachte of een ander aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen;
- veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
( art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht, art 420quatr lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht )