Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 april 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
de heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente] , verweerder
Procesverloop
Overwegingen
€ 375.000,-. Volgens verweerder kan op basis van deze transacties, waarvan alleen de betaalde prijs van het kleinere appartement onder de WOZ-waarde van de woning ligt, geconcludeerd worden dat de WOZ-waarde van de woning correct is vastgesteld. Verder vindt verweerder het terecht dat de koopprijzen van de referentiewoningen niet zijn gecorrigeerd met de reserves van de verenigingen van eigenaren, omdat sprake is van reguliere reserves tussen de 0,5 en 1% van de koopsom.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- stelt de waarde van de woning vast op € 440.000,- naar de waardepeildatum
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 1.068,-;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 48,- aan eiser te vergoeden.