3.2.[verzoekster] heeft primair verzocht bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
de opzegging van de arbeidsovereenkomst van 29 augustus 2019 te vernietigen, althans nietig te verklaren, en te verklaren voor recht dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst door [verweerster] ten opzichte van [verzoekster] onrechtmatig was;
[verweerster] te veroordelen [verzoekster] binnen 24 uur na betekening van de te wijzen beschikking in staat te stellen haar werkzaamheden op de normale, gebruikelijke, wijze, op de gebruikelijke werktijden, te hervatten, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor elke dag of gedeelte daarvan dat [verweerster] in gebreke blijft aan de beschikking te voldoen;
[verweerster] te veroordelen tot betaling van het overeengekomen loon per maand, berekend over de gebruikelijke gewerkte werktijden per maand, vermeerderd met alle emolumenten, tot de dag dat de dienstbetrekking rechtsgeldig geëindigd zal zijn, onder overlegging van een deugdelijke bruto/netto specificatie, op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor elke dag, of gedeelte daarvan, dat [verweerster] in gebreke blijft deze specificatie te verstrekken uiterlijk 14 dagen na ommekomst van de maand waarop deze betrekking heeft;
[verweerster] te veroordelen tot betaling van de wettelijke verhoging over het aan [verzoekster] toekomende opeisbare loon conform artikel 7:625 BW, over het per maand verschuldigde loon sinds 29 augustus 2019;
[verweerster] te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente over het gevorderde loon en de gevorderde wettelijke verhoging vanaf het moment van opeisbaar worden van die bedragen tot de dag van algehele voldoening;
voor zover de kantonrechter de opzegging niet vernietigt dan wel bij intrekking van de primair verzochte vernietiging van het ontslag op staande voet, [verweerster] te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding;
[verweerster] te veroordelen tot betaling van het netto equivalent van het opgebouwde vakantiegeld en de niet genoten vakantiedagen en over te gaan tot een reguliere eindafrekening;
te verklaren voor recht dat [verweerster] jegens [verzoekster] op onrechtmatige wijze heeft gehandeld, althans zonder deugdelijke grond ontslag op staande voet heeft gegeven;
[verweerster] te veroordelen tot betaling van de proceskosten.