Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 november 2020 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
de rechter is niet in de gelegenheid om deze uitspraak te ondertekenen
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 23 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder. Eiser ontving sinds 14 juni 2016 bijstand, maar kreeg op 20 december 2019 een maatregel van 100% voor de duur van twee maanden opgelegd, omdat hij geen gebruik had gemaakt van een aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling. Eiser maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het college verklaarde het bezwaar ongegrond. Eiser stelde beroep in bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet heeft meegewerkt aan het traject bij een sociale onderneming, wat door verweerder als verwijtbaar werd beschouwd. Eiser voerde aan dat hij niet in staat was om de aangeboden werkzaamheden te verrichten vanwege zijn medische situatie, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende maatwerk had geleverd en dat eiser had moeten begrijpen dat het gesprek op 13 november 2019 niet vrijblijvend was. De rechtbank concludeerde dat de maatregel terecht was opgelegd, omdat eiser niet had voldaan aan de verplichtingen die voortvloeien uit de Participatiewet.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.