10.BESLISSING
- verklaart het onder 2 primair, 2 subsidiair en 3 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 1 primair en 2 meer subsidiair ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 primair en 2 meer subsidiair meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het onder 1 primair en 2 meer subsidiair bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
24 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf
een gedeelte van zes maanden,
niet ten uitvoerzal worden gelegd,
tenzijde rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een
proeftijdvan
twee (2) jarenvast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- als voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte gedurende de proeftijd:
* zich binnen één dag na het ingaan van de proeftijd zal melden bij Reclassering Inforsa Hilversum, op het adres Noordse Bosje 43 te Hilversum en zich nadien zal blijven melden, zo vaak en zolang de reclassering dit nodig vindt;
* zich laat diagnosticeren en daaruit voorvloeiend zich laat behandelen door De Waag Amersfoort of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zodra verdachte daartoe de instructie krijgt van de reclassering en/of zijn behandelaren. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De behandeling richt zich tenminste op agressie/ emotieregulatie problematiek en voorts elke andere, door zijn behandelaren voorgeschreven module. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
* zich laat behandelen door Jellinek FACT te Hilversum of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zodra verdachte daartoe de instructie krijgt van de reclassering en/of zijn behandelaren. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat verdachte zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
* zich zal onthouden van het gebruik van harddrugs en zich verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan urineonderzoek, zo vaak en zolang de reclassering dit nodig vindt;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 1.458,50, bestaande uit een vergoeding voor materiële schade van € 458,50 en een vergoeding van € 1.000,00 voor immateriële schade;
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] voor een bedrag van € 17,95 af;
- verklaart [slachtoffer 1] ten aanzien van het restant van zijn vordering van € 9.333,70 niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag van
€ 1.458,50, te vermeerderen met de wettelijke rente voormeld bedrag vanaf 20 juni 2020 tot de dag van volledige betaling;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat 1.458,50, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 20 juni 2020 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 24 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan [slachtoffer 1] dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- veroordeelt verdachte in de kosten door [slachtoffer 1] gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.S. Terporten-Hop, voorzitter, mrs. M.J.A.L. Beljaars en S.J.A. Rosendahl, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. Campmans, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 oktober 2020.
De jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 20 juni 2020 te Hilversum ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, die [slachtoffer 1] meerdere malen, althans eenmaal, met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de zij en/of de rug, althans in het (boven)lichaam, heeft gestoken en/of geprikt en/of gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 20 juni 2020 te Hilversum aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten schade aan de linkerlong, heeft toegebracht door die [slachtoffer 1] meerdere malen, althans eenmaal, met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de zij en/of de rug, althans in het (boven)lichaam, heeft gestoken en/of geprikt en/of gesneden;
hij op of omstreeks 20 juni 2020 te Hilversum ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen die [slachtoffer 1] meerdere malen, althans eenmaal, met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de zij en/of de rug, althans in het (boven)lichaam, heeft gestoken en/of geprikt en/of gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 20 juni 2020 te Hilversum ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 2] opzettelijk van het leven te beroven, die [slachtoffer 2] meerdere malen, althans eenmaal, met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in het gezicht ter hoogte van van het oog, althans in het lichaam, heeft gestoken en/of geprikt en/of gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 20 juni 2020 te Hilversum ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen die [slachtoffer 2] meerdere malen, althans eenmaal, met een mes, althans een scherp
en/of puntig voorwerp, in het gezicht ter hoogte van van het oog, althans in het lichaam, heeft gestoken en/of geprikt en/of gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 20 juni 2020 te Hilversum [slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 2] met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in het gezicht ter hoogte van het oog, althans in het lichaam, te steken en/of te prikken en/of te snijden en/of te slaan en/of te stompen en/of te slaan met zijn hand/vuist tegen het hoofd/gezicht van die [slachtoffer 2] ;
3:
hij, op of omstreeks 20 juni 2020 te Hilversum, althans in Nederland, een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een op een Walther P99 gelijkend balletjes pistool heeft voorhanden gehad.