ECLI:NL:RBMNE:2020:3928
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen wijziging mate van arbeidsongeschiktheid en uitkering op basis van de Wet WIA
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres, die sinds eind 2006 een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt, was het niet eens met de wijziging van haar mate van arbeidsongeschiktheid door verweerder. Het primaire besluit van 30 januari 2019 stelde haar arbeidsongeschiktheid vast op 62,27%, wat leidde tot een aanpassing van haar uitkering per 1 april 2019. Eiseres ging in bezwaar en het bestreden besluit van 26 september 2019 wijzigde de mate van arbeidsongeschiktheid naar 70,63% per 19 december 2018, waardoor zij recht had op een vervolguitkering van 65 tot 80%. Eiseres stelde echter dat haar medische beperkingen waren onderschat en wilde een verzekeringsarts inschakelen om dit te onderbouwen. De rechtbank oordeelde dat de rapportages van de verzekeringsartsen zorgvuldig tot stand waren gekomen en dat er geen sprake was van een schending van het beginsel van 'equality of arms'. De rechtbank concludeerde dat het beroep van eiseres ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.